't Groningen gevoel van... Evert Janse
Over een maand woon ik 44 jaar in Groningen, een ongelofelijke stad waar ik als Hagenees zeer gehecht aan ben geraakt. Om geen roman te hoeven schrijven beperk me tot de sport.
Denksporten en voetbal hebben mijn sportleven in Groningen bepaald, hoewel ik de laatste drie jaar ook tafeltennis in een van de laagste teams van GTTC. Prachtige uitwedstrijden in de provincie in bijvoorbeeld Tjuchem.
Als jongetje wilde ik schaakgrootmeester worden. Gezien mijn kwaliteiten is dat ruim niet gelukt. In mijn topjaren heb ik nog wel een jaartje in het eerste van de Schaakclub Groningen gespeeld op ruime afstand van Joris Brenninkmeijer, die aan het eerste bord speelde. Wat een avonturen hebben we in de loop der tijden beleefd! Vreemd volk die schakers, maar er werd wel veel gelachen en de leefstijl was niet echt gezond te noemen vergeleken met de huidige lichting. Ik speelde voor Groningen, Haren, Unitas en de laatste jaren speel ik voor de Spassky’s.
Mijn vriend Bob Romijn, die helaas in december 2004 overleed, wil ik toch even speciaal noemen van al die honderden schakers die ik ken en heb gekend. Bob verkocht zijn oude Talbot aan mij in 1990 voor 700 gulden. Ik had er maar 350, maar dat was geen probleem. Een paar maanden later stelde hij voor om voor het resterende geld een jaartje in het eerste van Haren te komen speelde. Dat was het enige jaar dat ik dus betaald werd als schaker.
De Evenaar in de Folkingestraat was ons stamcafé waar we gingen schaken, bridgen, backgammonnen, flipperen etc. Met de Nederlands kampioen schaken Gert Ligterink onder de stamgasten, wereldkampioen bridgen (1993 Chili!) Piet Jansen en last but not least wereldkampioen dammen Jannes van der Wal. Over Jannes zijn in de loop der tijden veel verhalen verteld en veel grappen doen de ronde. Feit is wel dat de Groningse denksportwereld hem nog steeds mist. Jannes was zeker koppig en eigenwijs, maar daarnaast had hij ook de nodige humor. Zijn fanatisme voor schaken en bridgen was ongekend en ik heb ook vele partijen backgammon tegen hem gespeeld.
Bridgen leerde ik ook in De Evenaar en dankzij goede leermeesters ben ik op een gegeven moment zelfs opgeklommen tot de 1e Divisie. Mijn laastste partner was Sjoerd Zandvoort, maar ik ben nu al enige jaren (tijdelijk) gestopt bij De Zeerob. Een keuze tussen schaken en bridgen heb ik eigenlijk nooit kunnen maken. Niet te vergelijken, maar wel beiden verslavend.
Als voetballer bleef het niveau zeer bescheiden. Na het begin van mijn studie voetbalde ik tot mijn 24e als rechtsback bij GVAV 5. Dat vond ik belangrijk, want ik heb me als student nooit aangetrokken gevoeld tot specifieke studentenclubs dan wel studentenvereningingen. Nu na al die jaren kom ik nog de linksbuiten van VVK 3 tegen, die in de stationsfietsstalling werkt. Meestal hebben we het nog even over de verhitte duels die we uitvochten.
In 1985 kwam ik als freelancer bij Radio Noord, eerst voor de denksporten tot Henk Kok me in 1988 benaderde voor de voetbalverslaggeving. Vanaf dat moment heb ik zo’n zes jaar twee wedstrijden per week verslagen voor de regionale omroep. Vooral Forward, Oranje Nassau, Be Quick, maar ik werd ook een tijdje Mister LEO genoemd, omdat ik regelmatig in Leens te vinden was. In ieder geval hadden we altijd voldoende snoer mee om het veld te kunnen halen. Een keer kon ik nog net om het hoekje van de kleedkamer naar het veld kijken. Ook herinner ik me de eindeloze gesprekken op de perstribune van ACV over Bombarda. Goed genoeg voor de FC of toch veel te langzaam. De rest is geschiedenis.
Goede herinneringen bewaar ik aan mijn collega Paul Bosman van het Dagblad. Ik vond het altijd heel plezierig om met Paul naar de amateurwedstrijden te kijken. Helaas is hij een paar jaar geleden veel te jong overleden. Sinds ruim 17 jaar ben ik nu directeur van OOG, de omroep van de gemeente Groningen. Sinds een klein jaartje is Midas Bosman, een van de vier kinderen van Paul een collega van me. Ik hoef hier verder niet uit te leggen, dat het een heel bijzonder gevoel is om met hem samen te werken, terwijl hij even oud is als zijn vader eind jaren tachtig.
Als supporter van FC Groningen heb ik ADO grotendeels leren vergeten. Als jongetje woonden Harry Heijnen, Lambert Maassen, Theo Verlangen, Martin van Vianen en nog meer voetballers bij mij in de straat. In de dagen dat Holland Sport ook Eredivisie speelde, gingen we de ene week naar het Zuiderpark en de andere week naar Houtrust. Dat waren nog eens tijden! In ‘Mooie Stad achter de duinen’ wordt Van Vianen opgevoerd, die eikel dook over alle lage ballen heen. De schrijver Harry Jekkers verwijst hier volgens mij naar de wedstrijd ADO-NAC. Na een 3-1 voorsprong dook de lange Van Vianen inderdaad over wat lage ballen heen, zodat het 3-4 voor NAC werd. Toch even kort over hem, omdat veel mensen hem alleen van dat liedje zullen kennen. Martin keepte namelijk maar liefst acht seizoenen in het eerste van ADO, voordat hij naar Holland Sport ging! En in die tijd van ADO ook nog enige jaren onder Ernst Happel. Dus hij was veel beter dan het liedje doet vermoeden. Zijn grote kracht lag in het uitschieten, dat kon hij als beste van de wereld, want dat waren een soort hoekschoppen. Het schijnt dat hij een keer met wind mee over het vijandelijke doel heeft geschoten!
Na dit uitstapje naar het ‘Haagse gevoel van’ hele goede jaren ivm de FC. Wat een fantastische wedstrijden zagen we in het Oosterpark. De 3-0 tegen Atletico, de 2-0 tegen Inter... Een tijdje geleden liep ik op met Henk de Haan. Henk begon over het uitduel in Bari tegen Inter, waarop ik zei: “Ja, 2 november 1983 was een heel bijzondere avond.” Hij keek met enig ontzag naar de ‘oude’ Hagenees en waarschijnlijk heeft dat er toe geleid dat ik gevraagd ben voor “Het Groningen gevoel van.”
Groningen een prachtige stad, veel aardige mensen en een schitterende sportcultuur. Nu die Zuidelijke Ringweg nog.
Evert Janse