't Groningen Gevoel van...

...Wiebe Klijnstra

Wiebe Klijnstra (1957) is verslaggever, presentator en producent bij RTV Noord. Hij is Winschoter en getrouwd met Annemieke. e hebben twee volwassen zoons die tegenwoordig in een vriendenelftal voetballen bij VV Heiligerlee.

Voetbal en vooral dat van FC Groningen is le-vens-ge-vaar-lijk! Ooit maakte ik – het was bloedlink – na afloop van een wedstrijd in het Oosterpark een allesbepalende sfeerreportage, want daar ben ik al zeg ik het zelf, beregoed in. Kom me niet aan met moeilijke (na)beschouwingen over voetbal, maar laat me met gewone mensen gewoon over voetbal praten. Ik maak ze open als een pak vanillevla en kom thuis hartverscheurende verhalen, zoals besteld.

Verslag doen van een voetbalwedstrijd zat er al vroeg in. In het spel zélf was ik geen ster, maar er over ouwehoeren? Als de beste. Op de lagere school in Winschoten – domicilie van de Koninklijke WVV – waar ik een blauwe maandag en een dolle dinsdag speelde – mocht ik eind jaren zestig met behulp van een van mijn opa geleende portable bandrecorder een wedstrijdverslag maken. We waren met ons elftal in het plaatselijke schoolvoetbaltoernooi doorgedrongen tot de finale. We wonnen niet, maar mijn audioverslag – dat de volgende dag in de klas werd afgedraaid – was hilarisch werd daardoor legendarisch. Het reikte kwalitatief – zeggen m'n oud klasgenoten NU tot het niveau als dat van de in die tijd bewonderde Theo Koomen en Herman Kuiphof. Ik had het een halve eeuw geleden helemaal gemaakt bij mijn klasgenoten en onderwijzer, toen ik na de zoveelste bijna-goal uitriep: 'Peun hom der nou ais in, klootzak!' Gelach en applaus hielden minuten lang aan, ik wist het zeker: ik wil bij de radio!

Toch is het als sportverslaggever nooit wat geworden, maar dat mag ik me helemaal zelf aanrekenen. Toen ik in 2000 bij RTV Noord aantrad, presteerde ik het om in ons belprogramma 'Altijd Wat Anders' FC Groningen-directeur Hans Nijland te degraderen tot voorzitter. Die misser bleef niet onopgemerkt en sindsdien word ik verre gehouden van alles wat met FC Groningen te maken heeft. Dat is niet helemaal waar, enkel waar het gaat om het wedstrijdinhoudelijke. Daar loopt men binnen de omroep met een grote boog om mij heen. Dat gaat inmiddels bijna twintig jaar zo, dus het zit diep. En hoewel verjaard, blijf ik veroordeeld tot het maken van 'sfeertjes', want daar ben ik eerste man. Mijn finest hour beleefde ik bij de Kuip in Rotterdam, waar ik supporters bevroeg die onderweg waren naar de bekerfinale tegen PEC Zwolle. Ik moet toegeven dat ik er – te – laat achter kwam – dat er aan die eervolle job van mij slechts één nadeel zat: ik mocht het Feijenoord-stadion nìet in en moest het derhalve doen met het wedstrijdverslag van de collega's. Ik verdenk de eindredactie er nog altijd van dat ze geen verslaggever konden vinden, die de wedstrijd nìet wilde zien en dat ten einde raad de keuze unaniem op mij is gevallen. Laat onverlet dat ik er andermaal achterkwam hoe spannend en mooi een goed gemaakt radioverslag kan zijn, daar kan geen televisie tegen op.

Collega Stefan Bleeker verslaat tegenwoordig voor RTV Noord de FC en dat doet hij goed. Ik voel overtuiging en passie en zo hoor ik het graag, nee Stefan is een goede vent. Zelf blijf ik me bezighouden met de achterhoede gesprekken, soms moet je je plek in het veld weten, nietwaar? Sfeerreportages dus, waarvan de eerste me nog wel eens wakker doet schrikken. Het was in 2001, toen ik op een zondag naar een verloren thuiswedstrijd werd gestuurd om kwade, boze, verdrietige, en teleurgestelde supporters naar de bekende weg te vragen. Bovendien was het al geruime tijd onrustig in de wijk met politie en stillen bij het pad. Voor het maken van mijn bijdrage troonde ik een flinke taperecorder mee. Ik herinner me dat vanuit het niets – ik zag het in flits – een volwassen vent in groen en wit tenue mijn opname-apparaat keihard op de wreef nam. Dat had hij beter niet kunnen doen, want het loodzware ding gaf niet mee. Gezegd heeft hij niets, maar ik zie hem nog met een van pijn doortrokken gezicht weg hinkelen, waarbij zijn zoontje vroeg of hij pijn had. Terug op de redactie vertelde ik het voorval aan mijn door de FC-wol geverfde sportcollega Henk Kok. Die liep rood aan en informeerde woest: 'Hebben ze jou daar alléén op af gestuurd? Dat moet je nóóit meer doen, dat is le-vens-ge-vaar-lijk! Sindsdien hou ik me verre van voetbal, ja ik maak sfeerimpressies, maar alléén als we hebben gewonnen.