’t Groningen Gevoel van...
Evelien Pinkster
Een geboren en getogen Stadjer, al ruim 26 jaar mag ik genieten van alles wat Groningen, mijn stad te bieden heeft. De stad is de plek waar ik woon, werk (als verpleegkundige in het UMCG), mijn vrije tijd besteed en ook de plek waar ik wekelijks menig sporthal betreed om te mogen sporten.
Ik beoefen namelijk de leukste sport die er bestaat; volleybal. Nadat ik mijn zwemdiploma’s heb behaald en na een korte en mislukte turncarriere viel al vrij snel mijn oog op het spelletje dat zich tegenover de turnmat voltrok: het spelletje volleybal.
Mijn kennismaking met volleybal begon in de mini’s bij Lycurgus, in sporthal Selwerd. We trainden hier met meerdere teams en op zaterdag werden er wedstrijden gespeeld in de sporthal waar Ab & Tinie Bartels aan het roer stonden. Als kind was ik altijd als de dood voor ze, want wat konden ze streng kijken. Hoe ouder ik werd, des te meer ik hun manier van aanpakken begon te waarderen en des te meer ik hun strenge maar rechtvaardige blik kon begrijpen.
De thuisspeeldagen in Selwerd waren om nooit te vergeten. ’s Ochtends speelden we op drie volleybalvelden met vele jeugdteams om na onze eigen inspanningen de overige potjes volleybal in de hal te bekijken. Hierbij gold; naarmate de dag vorderde hoe leuker de potjes werden die we bekeken met als slot natuurlijk Lycurgus heren 1.
Destijds helemaal niet voor een paar duizend man in schril contrast tot de topwedstrijden in MartiniPlaza tegenwoordig. Nee we spraken toen nog over een paar honderd man op vreselijke houten bankjes, maar wat was het toch altijd een sfeertje. Ik vergeet nooit hoe Tinie in de hoek van het veld de mannen stond aan te moedigen alsof haar leven hiervan af hing. Prachtig gezicht.
Samen met mijn teamgenootjes mochten we elke thuiswedstrijd ballenmeisje zijn bij de mannen van heren 1. Op die leeftijd een uiterst verantwoordelijke taak. Het ballenmeisje zijn was voor ons namelijk eén groot feest. Dichter in de buurt van de mannen die we nog net niet verafgoden kwam je immers niet. Zo kon een doorsnee zaterdag voor ons het hoogtepunt van de week zijn.
Nu, 15 jaren later ziet het er heel anders uit. Als verpleegkundige is het soms lastig om volleybal als teamsport te combineren met mijn de onregelmatige diensten die dit vak met zich meebrengt. Desondanks probeer ik zo veel mogelijk erbij te zijn.
Elke thuisspeeldag spreek ik in de ochtend af om samen met een aantal volleybalvriendinnen samen naar sporthal Beijum te fietsen, onze huidige thuishaven. Wetende dat we het overgrote deel van de dag op slippers met sokken daar zullen vertoeven.
Velen van ons zijn ’s ochtends al in de sporthal om te coachen, maar ook degene die niet dergelijke vrijwillige verplichtingen hebben gaan vaak eerder heen. Niet omdat we zelf zo vroeg moeten spelen, maar omdat wij het net als onze tijd in de mini’s het heerlijk vinden om bij andere wedstrijden te kijken ter voorbereiding op ons eigen potje.
Nadat we onze eigen wedstrijden hebben gespeeld mogen we de oude vedettes aanmoedigen bij heren 2. Een aantal van deze spelers waren dé mannen waar ik als meisje ballen voor mocht rollen. Met een stukje minder adoratie en wat verder verwijderd van het veld weliswaar, maar met hetzelfde enthousiasme en plezier.
Afhankelijk van wat de tegenstander die avond is voor Abiant Lycurgus heren 1 fietsen we met z’n allen naar het ietwat sfeerloze Alfa College om ‘’onze’’ mannen aan te moedigen richting het landskampioenschap. Door de regel zijn deze wedstrijden niet altijd even inspirerend om naar te kijken, en daarom kiezen we er ook vaak voor om in de kantine van sporthal Beijum te blijven.
Beijum, in opvolging van Selwerd is namelijk al voor een aantal jaar onze nieuwe thuishaven. Met Tieme van der Veen als onze “nieuwe” Ab & Tinie. Tieme is namelijk iemand met een hart voor sport, een hart voor clubgevoel en natuurlijk een hart voor het schenken van biertjes. Het maakt niet uit wat het is, alles mag in ‘’onze’’ kantine. Een onmisbaar element voor het ultieme zaterdag gevoel.
Wij een paar jaartjes ouder, en heren 1 zijn het huis ontgroeid, maar in de basis is de formule voor een geslaagde zaterdag vrijwel identiek. Want ondanks de vele veranderingen door de jaren heen zijn de thuisspeeldagen nog altijd goud waard.