’t Groningen Gevoel van...

... Bert Postma

Geboren in 1946 achter de boekhandel Postma van zijn ouders aan de Verlengde Hereweg in Helpman, vroegen zijn tantes zich af of Appie (dit werd de roepnaam van de zojuist ter wereld gekomen Albert), Nederlands of Engels (Canadees) ging spreken. Pa Postma was immers nog maar goed 7 maanden weer thuis na de oorlog. De gelijkenissen tussen vader en zoon lieten later echter zien dat er geen scheve schaats gereden was.

Toen Appie een paar weken oud was vertrok papa al weer. Nu moest Nederland vertegenwoordigd worden in Indonesië. Appie werd met zijn oudere broer en zus door moeder opgevoed en mocht drie jaar later op de stoep van de winkel met twee vlaggetjes een voor hem vreemde man begroeten. De winkel werd van de hand gedaan en het gezin verhuisde naar de nieuwbouw in de Hyacintstraat.

Het Helpman gevoel verdween uit het gezin, het angstgevoel dat de inwoners van Haren nu ook zullen voelen. Ik kan ze gerust stellen. Het is goed toeven in het "andere" Groningen. In de Oosterparkwijk is bij de opgroeiende Appie het Groninger Sportgevoel ontwikkeld. Leren zwemmen gebeurde in het van Starkenborg kanaal bij de Oostersluis. Vissen leerde je in hetzelfde kanaal van de beroemde families Colly. (GVAV), Bastiaans en Park. Op de van Houten vijver werden de eerste krassen in het ijs gemaakt en mocht je op je houtjes af en toe met de slinger grote mannen een rondje mee draaien.

Het bleek al snel dat de omgeving een paradijs was voor een jonge knaap om op te groeien. Een straat met met een mengelmoes van Gereformeerden, Hervormden, Katholieken, Communisten en Socialisten. Allemaal hardwerkende vaders en baby's barende moeders. Veel grote gezinnen en dus veel vriendjes.

Pa Postma was inmiddels beroepsmilitair geworden, naast ons woonde politieman Pol (later wijkagent in de Wijert). Boven ons de gebroeders Colly. Echte GVAVers in die tijd. De ene Clolly had de mooiste dochter uit de wijk, wat veel aanloop opleverde van jonge mannetjes met de eerste kriebels in de buikstreek.

Ook in deze straat woonden in die tijd de gebroeders Niewzwaag. Inderdaad o.a. Joop, een zeer begaafd bokser. Dus ook de interesse in deze sport was gewekt, wat later veel bezoeken aan de boksgala's in de Harmonie opleverde, waar o.a. de gebroeders Roossien en Wim Gerlach triomfen vierden. Ook in de straat woonden Heiko Wolda, postbode maar bovenal gewaardeerd middenvelder bij het toenmalige GVAV van Otto Roffel, Klaas Buist e.a. Dus was het logisch dat wij allemaal voetballer wilden worden.

Beroemd en berucht waren de wedstrijden tussen het Rooie Dorp en combinatie Pioenstraat, Florakade en Hyacintstraat op het grasveld aan de Oliemuldersweg. Wedstrijden die vaak eindigden in flinke knokpartijen om een winnaar aan te wijzen. Gevechten die na de Kerstdagen gehouden werden om te bepalen wie de meeste kerstbomen te pakken kreeg. De voetbalwedstrijden werden altijd gehouden met prima ballen. Er vloog bij de training op de bijvelden van het Oosterpark stadion wel eens een bal teveel over de bossen bij de keeperstraining.

Rond 1960 verliet de familie Postma de Oosterparkwijk. Inmiddels waren er 7 kinderen en het huis te klein. Verhuisd werd er weer in zuidelijke richting. De Kochstraat (inmiddels alweer gesloopt) in Corpus de Hoorn werd de nieuwe stek. Daar werd Appie door pa naar de Bilderdijk ULO gestuurd. Niet voor lang echter, want hij werd bijna even snel weer naar huis gestuurd na het gooien van vuurwerk (niet van hemzelf) in de klas. Appie had zijn zin, pa regelde een baantje bij de firma Buttinger aan de Oosterhamrikkade.

Na een jaar leek het toch beter om een vak te leren en werd met de Firma Jan Haan een werk-leerovereenkomst aangegaan en mocht Appie het edele boekdrukkersvak gaan leren op de van der Laanschool. Appie ging geld verdienen en kreeg zo de mogelijkheid om op een voetbalclub te gaan, waar eerder het ouderlijk budget niet groot genoeg voor was. Het werd Oranje Nassau op zijn geboorte grond. Spits in A1, later door een blessure van Bernard Seesink tijdens een toernooi, in het doel beland. Appie kreeg, net als zijn meeste vrienden in die tijd verkering en werd door zijn Meta omgedoopt tot Bert. Bert werd een degelijke jongeman en behaalde Cum Laude zijn grafische diploma's. Bij drukkerij Jan Haan werd ook de Nieuwe Provinciale Courant gedrukt. Deze krant besteedde veel aandacht aan het zaterdag voetbal. Bert kon zodoende zelf het verslag schrijven van de wedstrijden die hij keepte in het 1e van Oranje Nassau. Gezien een verslag blunderde de doelman van ON 4 maal. Bert was dus kritisch genoeg, ook op zichzelf.

Na 15 jaar in het grafische wereldje en veranderingen in druktechnieken had Bert het wel een beetje gezien en zocht iets anders. Er werd gesolliciteerd bij de Provincie Groningen op de functie van bode/chauffeur. Mee door zijn grafische achtergrond (de provinciale drukkerij viel ook onder die dienst) was Bert de gelukkige en werd ambtenaar. Na post ritjes en pendeldiensten tussen Provinciehuis en Zwarte Doos (Eendrachtskade) mocht Bert een proefritje met de grote dienstauto's maken. Goed bevonden mocht hij zijn eerste Haagse ritten met Gedeputeerden maken, werd reserve chauffeur voor CvdK. Toxopeus en later vaste chauffeur van Dhr. Vonhooff, Hans Alders en Max v.d.Berg.

Voor sporten bleef in de periode Vonhoff geen tijd over, maar door de grote sportbelangstelling van deze CvdK werden vooral tijdens de lobby om de Olympische Spelen naar Amsterdam te krijgen veel sportwedstrijden bezocht. De CvdK zorgde er altijd voor dat er voor Bert een goede plaats was geregeld en hij zich een van de weinige betaalde toeschouwers kon noemen. Doordat zijn dochter en zoon ook bij Oranje Nassau gingen voetballen werd Bert zoals dat gaat, jeugdleider en clubscheidsrechter. Spijt had hij ervan dat hij niet eerder als scheidsrechter begonnen was.

Door het chauffeur zijn werd ook een nieuwe liefde geboren. Klaverjassen. Onder chauffeurs een graag gespeeld spelletje om de wachttijden te doden. Beroemd waren in Den Haag de avonden en nachten op het Ministerie van Economische Zaken waar de regio's geld probeerden binnen te slepen en waar de chauffeurs dus vele uren en tot diep in de nacht biljarten en klaverjasten. De heer Vonhoff was ook een groot voetbal liefhebber (ooit in de regio Utrecht KNVB scheidsrechter) en bezocht, uiteraard met chauffeur de thuis- en soms uitwedstrijden van ons FC.Groningen. Mooi om te zien hoe hij alle vrije trappen, ingooien en corners enz. noteerde om na de wedstrijd in de VIP ruimte hier iedereen mee om de oren te slaan. Bert had bij het Oosterparkstadion een eigen parkeerplaats die zwaar bewaakt werd door de door iedereen OPA genoemde suppoost. In die periode ontstond ook de stropdassen verzameling van Bert, die uiteindelijk uitgroeide tot meer dan 8000 exemplaren.

Na enkele ritten met leden van het Koninklijk Huis, (o.a. Prins Bernhard) kwam het verzoek uit Den Haag om eens te komen praten over een chauffeurs functie aan het Hof. Bij Bert was het Groningen gevoel echter te heftig en hij bedankte voor de eer.

Na 36 jaar Toxopeus, Vonhoff, Alders en Max v.d.Berg en vele, vele kilometers, werd op een zeer drukke receptie afscheid genomen van de Provincie Groningen. Een rijk gevoel heeft hij over gehouden aan een pracht baan, waarbij steeds weer een fijn gevoel je bekroop, als je s'nachts uit het Westen terug reed, je de verlichte Martini toren ontwaarde. Bert geniet nu als voorzitter van de klaverjasvereniging de Wijert van de mooie wedstrijdavonden en middagen. Hij is regelmatig te vinden aan de boorden van het Paterswoldsemeer waar hij zijn hengels uitgooit. Of hij is te vinden op de velden van de vv.Gorecht in Haren, waar zijn kleindochters voetballen. Zijn kleinzonen van 3 en 5 jaar zullen ook zeker gaan voetballen. En dan heeft Bert nog ZIJN Oranje Nassau, waar hij bij het 1e elftal verslaggever en fotograaf is. Te zien op de ON site en waar nodig op tweenul.nl. Ook heeft hij twee seizoenskaarten bij de plaatselijke FC. waar hij met zijn vrouw de wedstrijden bezoekt. Of dit laatste volgend seizoen ook nog het geval is, is nog een vraag, want hier is het GRONINGEN gevoel een beetje tanende.