't Groningen Gevoel van...
...Mischa van den Berg
Misschien waren de jaren tachtig net begonnen. Winter in Groningen met mooie sneeuwbeelden. Zomaar een basketball-pleintje in de stadse wijk Vinkhuizen. Een stel jongens van een jaar of zestien speelde fanatiek een wedstrijd. Ondanks de vrieskou ging het er heet aan toe. Oetse was er bij. En Gerard, die later veel te vroeg overleed. Richard en Ronald, als altijd ook van de partij. En mijn toen ook letterlijk kleinere broer Marco natuurlijk, de grote gangmaker van het gezelschap. Hij nam me op sleeptouw.
We hadden de magie van Donar ontdekt en waren bijna allemaal overgestapt van het voetballen naar basketball. Niet alleen omdat de voetbalwedstrijden bijna elke zaterdag in de winter werden afgelast (zo herinner ik het me), maar ook omdat basketball nog vele geheimen had.
NBA-beelden zagen we hoogst zelden op de toenmalige televisiekanalen (twee Nederlandse en drie Duitse). We namen de trein naar Amsterdam en kochten The American Bookstore leeg. En verslonden de verhalen over Kareem, Magic en Larry. Mijn persoonlijke favoriet was, en is, Julius Erving, de sierlijke superdunker van de Sixers. De beelden vormden zich bij gebrek aan kabeltelevisie en Youtube in onze fantasie.
De jeugdteams van Donar waarin we speelden behoorden steevast tot de beste van ons land. We gingen er voor en vormden een wezenlijk onderdeel van wat toen in de Stad een “echte pleintjescultuur” heette. Altijd waren er wel wedstrijden.
Naast Vinkhuizen (noord én zuid) werden ook de veldjes in Paddepoel en op het Guyotplein bij de voormalige dovenschool, waar nu de rechtbank zetelt, geregeld bezocht. Het was een manier van leven met daaromheen sociale verbanden die nu nog doorwerken. Grote Groningse spelers als Albert van der Ark, Martin de Vries en Jeroen Talens zijn er gevormd.
In die jaren had Groningen op een gegeven moment zelfs recht op drie eredivisieteams (Celeritas, partner van Donar, zag van dat recht af, BVG probeerde het wel en degradeerde na een jaar). Jeugdteams streden voor volle tribunes en wonnen nationale bekers en titels en ik vertrok naar de VS. Een uitwisselingsjaar high school. Aangespoord door mijn liefde voor basketball.
Dat jaar heeft me genezen van mijn verheerlijking van de Groningse situatie.Nog afgezien van de bijzondere ervaring om Julius Erving aan het werk te zien ervoer ik hoe het is om op te groeien in een echte sportcultuur. Want dat was wel even andere koek. Achtereenvolgens speelde ik American Football en Basketball en in het voorjaar maakte ik onderdeel uit van het atletiekteam van de school, want zo werkt het daar.
Nooit eerder, en later ook niet overigens, heb ik sport zo intens beleefd als daar in de uitlopers van de Bible belt in het zuiden van de staat Illinois. Twee keer per dag trainen, maximale medische ondersteuning, topcoaches, video-analyses, cheerleaders, duizenden toeschouwers, live radio, krachttrainingen, topconditie en een hard topsportklimaat. Ik moest nog achttien worden. Fantastisch. Op een gegeven moment speelden we een basketballtoernooi voor bijna 20-duizend mensen. We waren middelbare scholieren!
Het jaar er op werden we met de junioren van Donar derde van het land. We trainden, als het meezat, drie keer per week. Spelers leefden niet echt voor de sport. Ik had moeite met terugschakelen. Sterker dat, het is nooit goed gelukt.
De stand van de sport in Groningen zie ik in dat licht. Als trouw fan van Donar en FC Groningen zijn de ontwikkelingen van de laatste jaren niet aan me voorbij gegaan. Met alle respect voor de fantastische prestaties van Donar; de Nederlandse basketballcompetitie is van een bedroevend niveau. Nog steeds is er geen structureel (opleidings)beleid van hoge kwaliteit met de blik op de lange termijn. Het zal er wel nooit van komen, de aardige pogingen daar gelaten. Als ooit onverhoopt het geld opraakt voor Donar is het gedaan met topbasketball hier.
FC Groningen hoort een subtopper te zijn in een steeds zwakker wordende competitie. Mijn middelste zoon (Julius) wil naar Bayern München. Ondenkbaar in mijn vroege jaren. In zijn beleving wordt de FC gewoon overgeslagen. Gerard Kemkers heeft volgens mij hele goede ideeën over topsport maar ik hoor veel voetbalbonzen uit Groningen die nog in het verleden leven daar kritisch over praten. We zijn nog lang, lang niet op het niveau dat ik 35 jaar geleden al meemaakte in de VS.
PS:
Mischa van den Berg is 53, vader van vier en partner van Henriëtte uit Appingedam. Hij groeide op in de Stad, werkt al zijn hele leven voor regionale media, kwam in 1996 bij RTV Noord als chef-sport en is tegenwoordig hoofdredacteur van de best scorende regionale omroep van het land. Mischa deed aan vechtsporten, voetbal, zwemmen, tennis en basketball. Tegenwoordig golft hij, soms niet eens onverdienstelijk, en bezoekt hij nog steeds de wedstrijden van FC Groningen en Donar.