’t Groningen Gevoel van...
… Wendy Koolhaas
Mijn Groningen gevoel… het leek zo’n makkelijke vraag. Er gaat toch niets boven Groningen? Maar heeft u al eens geprobeerd hoe dat op papier te verwoorden?
Vele gedachten flitsen voorbij als ik denk aan Groningen: op kamers, Noorderzon, studeren, eigen verantwoordelijkheden, ontmoetingen met bijzondere mensen, een eigen leven opbouwen, mijn eerste (bij)baan en natuurlijk het Stadspark waar mijn carrière als kogelslingeraarster zich heeft ontpopt. Maar anderzijds ook het (ver)dwalen in de stad, bezoekjes aan sportartsen en fysiotherapeuten, diefstal, de zure klei aan mijn werpschoenen, en niet zomaar meer bij vaders en moeders kunnen aanschuiven…
Al nadenkende over mijn Groninger gevoel relaiseer ik mij dat ik nu even veel jaren in Groningen woon als dat ik heb gewoond in mijn geboorteplaats Espel in de Noordoostpolder. Je zou het een soort tweedeling kunnen noemen. De eerste 18 jaar staan in het teken van opgroeien in de rustige en ordentelijke Noordoostpolder waarna ik in 1998 naar de grote stad Groningen verhuis om mijn eigen leven op te bouwen. Dat was me wat. Want hoewel Groningen voor u misschien vlak en zeer overzichtelijk lijkt te zijn, is het echt een uitdaging om in de stad Groningen van A naar B te komen als je de rechte wegen en kanalen gewend bent van de kunstmatig aangelegde Noordoostpolder.
Groningen is een bewuste keus geweest, want mijn eerste indruk was dat het er gemoedelijk en vriendelijk aan toe ging. Ik weet nog goed dat ik met mijn ouders op zoek ging naar een kamer. Een mooiere kennismaking met de verschillende wijken en verschillende ‘Groningse’ levensstijlen had ik niet kunnen krijgen. Van prachtige vissershuisjes aan de rand van het Noorderplantsoen, studentenflats in Paddepoel en bijzondere zolderkamertjes aan de rand van de stad. Onze zwerftochten waren een erg leuke manier op kennis te maken met Groningen, maar ook om de Groningers te leren kennen. Behulpzaam, vriendelijk, meedenkend alhoewel er wel enige afstand werd bewaard. En verassende plekjes in de stad zoals de pakhuizen en hofjes.
Uiteindelijk heb ik een mooie kamer gevonden in de Basaltflat in Vinkhuizen. Van een boerderij naar de 7e etage op een flat, dat is wel even wennen. Gelukkig met twee zeer vriendelijke huisgenoten die mij wegwijs hebben gemaakt in de stad, uitzicht op het vlakke land van Hoogkerk en elke avond een prachtige ondergaande zon.
Al snel werd Groningen mijn thuis. Die stugge of nuchtere Groningers waarover altijd wordt gesproken vielen reuze mee. Het heeft soms even tijd nodig om echte vriendschappen te kunnen sluiten, want een beetje de kat uit de boom kijken is een Groninger over het algemeen niet vreemd. Maar eenmaal aan de praat, zijn ze niet meer te stoppen. Hooguit niet te verstaan… Als medewerker op de radiologie en nucleaire geneeskunde ontstonden hierdoor wel eens vermakelijke gesprekken ontstaan met mijn cliënten. Want wat zeg je als iemand vraag of hij zijn ‘hupzelen’ ook uit moet doen? En heb ik toch een ander beeld van ‘Hij wast hem’, ‘hai oet tied komn’ en de ‘Andere dag’ dan de meesten onder u. ‘Mous’ eten? Was het nu een mug of een vlieg? En wat heeft het neefje ermee te maken? Nee, het is niet slim, maar heeft vele grappige momenten opgeleverd die voor mij voor altijd kleven aan het Groningen gevoel. En om dit gevoel te bewaren antwoord ik nog steevast op de vraag ‘Waar kom je weg?’ dat ik van de supermark, werk of thuis kom.
En natuurlijk zijn atletiek en Groningen voor mij voor eeuwig aan elkaar verbonden. Gert Damkat en Joop Tervoort trainden een fanatieke groep atleten op de werpnummers bij Groningen Atletiek in het Stadspark. En niets is zo puur als de sport om een Groninger te leren kennen. Vasthoudend, een eigen wil en eenmaal een doel voor ogen, dan zal het ook gebeuren. Maar veel woorden worden er niet aan geweid. Nee, als je wilt weten wat een echte Groninger vindt of denkt, dan moet je wel in het bezit zijn van een stevig portie communicatieve vaardigheden… Gelukkig zit opgeven ook niet echt in mijn genen. Want juist ook die samenwerking en vaste groep mensen, waar ik vele successen mee heb mogen delen, heeft voor mij veel betekent om Groningen als een eigen thuis te gaan beschouwen.
En uitvliegen naar Groningen was voor mij een eerste stap, maar Groningen is voor mij ook de plaats van waaruit ik de wereld heb mogen ontdekken. Deelname aan trainingsstages en internationale toernooien, maar als sociaal wetenschappelijk onderzoeker ook aan congressen en werkbezoeken. Op weg naar steden als Riga, Peking, Kopenhagen en Toronto. Leg daar maar eens uit dat je in Groningen alles op de fiets kunt doen, het nachtleven de hele nacht doorgaat, er in de stad meer studenten wonen dan oorspronkelijke stadbewoners en er geen trams of metro’s rijden. Ik voel mij zeer bevoorrecht dat ik deze ervaring heb mogen meemaken, maar wat was en ben ik nog steeds altijd weer blij als ik de stadsmarkeringen langs de toegangswegen van Groningen weer zie staan. Dan ben ik weer thuis.
Het Groninger gevoel is bij mij de laatste 18 jaar binnen gedrongen. Zowel stad als ommelanden geven mij een gevoel van thuiskomen vanwege het karakter van de mensen, de rustige uitstraling en de samenhorigheid die er nog heerst. Mijn sport heeft mij op vele plekken gebracht. Groningen behoort dan misschien niet tot de mooiste plekken van de wereld (de Noordoostpolder overigens ook niet), maar ik ben er van gaan houden en het is mijn thuis geworden. Mijn dochter zingt mee op Pé & Rinus (en natuurlijk K3) en probeert de ‘-en’ in te slikken…. Daar met de weidse uitzichten nabij Groningen Airport voel ik helemaal thuis, met een echte Groninger.