't Groningen gevoel van...

... Jack Suiveer

Beeld: Eigen archief

Mijn naam is Jack Suiveer, 49 jaar. Samen met mijn vrouw Annelies en dochters Noëlle (15) en Quirine (13) woon ik in Bedum. Ik ben echter een echte stadjer. Geboren aan de Eikenlaan en vervolgens via de Eglantierstraat verhuisd naar de Uranusstraat, waar ik het grootste deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Daar in Paddepoel is eind zeventiger jaren ook mijn passie voor sport ontstaan. In het bijzonder voor de Groninger sport.

In 1976 werd ik lid van vv Astrea, een voetbalclub uit de wijk Selwerd. Een prachtige tijd met veel voetballers die uiteindelijk hun sporen hebben verdiend in de amateurwereld zoals Gert-Jan Hageman, Harry Zwiers, Marcel Buissink, Adriaan Wachters, Dick van der Tuin, Jan-Albert Land en diverse anderen. In 1977 volgde het eerste bezoek aan FC Groningen in het Oosterparkstadion. Vaste plaatsten aan de vijverkant. Van lege tribunes met slechts 4.000 toeschouwers maakte ik als tiener de opmars onder trainer Theo Verlangen en met mijn held Peter Houtman mee. Het eindigde met een galavoorstelling tegen FC Twente (6-1) waardoor de ploeg zich in 1983 voor het eerst plaatste voor Europees voetbal. Het waren ook de jaren dat de gebroeders Koeman doorbraken bij FC Groningen. Eerst Erwin en later Ronald. De wedstrijden die volgden tegen Atletico Madrid en Inter Milaan waren historisch. Zoiets gaan we in Groningen op voetbalgebied nooit meer beleven.

In die periode bestond de skyline van Groningen uit twee herkenningspunten. Na een verre vakantie was je altijd weer blij de Martinitoren en de vijf pijpen van de Hunzecentrale te zien. Je wist dat je dan weer bijna thuis was. De vijf pijpen staan er sinds 1998 helaas niet meer, de Olle Grieze gelukkig nog wel!

In 1979 ontdekte ik dat er in de Planetenlaan in Paddepoel diverse basketballers van Donar woonden. Al Faber woonde een periode in de Marsstraat en we gingen regelmatig bij hem langs om een glimp op te vangen van deze prachtige speler. In die periode werden ook de eerste wedstrijden bezocht in de Evenementenhal. Basketbal leefde toen al in Groningen en een van de buitenlandse spelers die ik me nog goed kan herinneren was Clint Johnson. Andere bekende namen waren John Franken, Everet Fopma en Renso Zwiers.

Begin jaren tachtig ontstond mijn vriendschap met Fandi. Een ontzettend lieve jongen die net als medespeler Ron Jans (op nummer 67) in de Marsstraat woonde (Fandi op nummer 2). Vaak gingen we op fiets naar de stad om elpees te kopen bij Hemmes. Fandi was daar vaste klant. Voor ons Astreanen van A1 was Fandi vaak chauffeur bij de uitwedstrijden en dan keken de tegenstanders hun ogen uit wat deze Singaporees bij dat stadse clubje deed.

De mooiste sportperiode moest echter nog komen. Dat was haverwege de jaren tachtig. We hebben het dan over 1985 en 1986. Op zaterdagmiddag voetballen met Astrea, ’s avonds naar GIJS Groningen, op zondagmiddag op de staantribune bij FC Groningen en daarna snel naar de Evenementenhal voor de thuiswedstrijd van Donar. Absoluut hoogtepunt in die periode was de landstitel van GIJS Groningen in 1986. Op zaterdagvond in de Poelestraat meekrijgen dat er met 2-3 in Geleen was gewonnen (na een 0-3 voorsprong met twee treffers van Wayne van Dorp volgens mij) en uiteindelijk de titel zien winnen in Heerenveen bij aartsrivaal Feenstra Flyers. Over Groninger trots gesproken, daar waren volgens mij 1.500 andere Groningers bij aanwezig. Ik kan me nog herinneren dat ik de spanning op een bepaald moment niet meer aan kon en vanuit de kantine maar naar de lege 400 meter baan van Thialf ging kijken. Destijds nog onoverdekt. Een actie die ik daarna nog vaak herhaald heb: aan de wandel als het spannend is.

Hoewel ik altijd heb gezegd de stad nooit te zullen verlaten, ben ik in 1991 toch verhuisd naar Bedum. Ik heb er absoluut geen spijt van. In tegendeel. Ook vanaf die tijd prachtige sportmomenten beleefd. Zowel buiten Groningen, als actief voetballer bij CVVB, als in de stad. Met mooie landskampioenschappen en bekerwinsten voor zowel Donar, Lycurgus, GHHC als FC Groningen.

Er gaat inderdaad niets boven Groningen!