't Groningen Gevoel van...
... Erik Bouwman
Zittend in een koffietentje midden in de bruisende Gangnam wijk in Seoul ( bekend van de hit Gangnam Style) probeer ik mijn hersens in een Groningen modus te zetten om wat herinneringen op te rakelen. Onderstaand mijn Groningen gevoel en mijn Groningen herinneringen
De Groninger roots komen van mijn vader, die opgegroeid is in Tjuchem waar mijn opa en oma dus ook woonden. Mijn moeder is een Tukker, maar kan perfect schakelen tussen het dialect van het oosten en het plat Gronings. Ik ben geboren in Appingedam, maar opgegroeid in Froombosch. We woonden op de Ruitenweg, vlakbij school en dorpscentrum “de Ruitenvelder” en de voetbalvelden. En nog belangrijker: via de achtertuin was de ijsbaan te bereiken.
Het toenmalig hoofd van de school ‘meester Luuk Houwing’ is eigenlijk degene geweest die mij en vele andere kinderen enthousiast heeft gemaakt voor het schaatsen. Wanneer er natuurijs lag gingen we steevast elke dag naar de ijsbaan en werden er wedstrijdjes georganiseerd . Ik vond dat aibels mooi en werd lid van ijsvereniging Borcercompagnie.
Vanuit Froombosch werden er in die tijd wel 10 tot 15 kinderen lid van ijsvereniging Borgercompagnie en werd er een breng- en haalschema georganiseerd onder de ouders. Best bijzonder dat er zoveel jeugd uit een klein dorp ging schaatsen inplaats van bijvoorbeeld voetbal en dat is toch te danken aan Luuk Houwing.
De zomertrainingen waren in recreatiegebied Meerwijck in Kropswolde of bij de gaslocatie in Sappemeer. Toen nog niet wetende dat die boringen daar 30 jaar later zoveel problemen zouden opleveren voor Groningen. In de winter trainden we op de ijsbaan in het Stadspark in Groningen. Ondanks dat Kardinge natuurlijk een fantastische ijsbaan is, vind ik het nog altijd wel jammer dat het niet mogelijk was om bijvoorbeeld de baan in het Stadspark te verbouwen tot een moderner complex. Het ademde sfeer daar!
Eigenlijk is het best bijzonder hoe het leven van toevalligheden aan elkaar hangt. Want was er vroeger geen meester geweest die ons enthousiast maakte voor schaatsen, dan had ik hier op dit moment waarschijnlijk niet in Seoul gezeten. En zo kun je nog wel een poosje doorgaan, want van de toenmalige “Ysvereniging Borgercompagnie clan” is het nu heel grappig om te zien dat nu al hun kinderen het tegen elkaar opnemen op de ijsbaan. Mocht daar een toppertje uit voortkomen, dan zou je het weer terug kunnen redeneren: wat als er gain meester Houwing wést was?
Naast dat ik hier nu in Seoul zit en mijn hele leven nog steeds wordt beheerst door schaatsen, zijn er nog twee Ysvereniging Borgercompagnie-leden uit die tijd waarvoor in de overtreffende trap hetzelfde geldt. Wat het mijn toenmalige vriendinnetje en maatje Marianne Timmer heeft gebracht behoeft geen verdere uitleg. Drie Olympische gold’n plakken uut Sappmeer! Maar wat heel veel mensen misschien niet weten is dat de hele schaatswereld in ultramoderne pakken rijdt gefabriceerd door Bert van der Tuuk, ook uit de toenmalige “Ysvereniging Borgercompagnie clan” en nu al jaren alleenheerser van mondiale schaatskleding.
Mor weer terug noar Froombosch. Iets puur Gronings wat volgens mij heden ten dage niet echt meer gebeurd, maar ik me van toen nog goed kan herinneren is “sleepn op oldejoarsoavond”. Met de harde kern van de Froombosch-jeugd gingen we dan door het dorp en namen echt alles mee wat mensen waren vergeten op te bergen. In die tijd werd door iedereen echt alles achter slot en grendel gezet, maar vonden we nog een aanhanger, een kruiwagen, een plantenbak of een brievenbus, dan ging dat mee naar het dorpscentrum en werd alles bij het bushokje gestald. Eén keer liep het uit de hand en werden er auto’s op de kant gezet. Hiervan kon ik op nieuwjaarsdag op het politiebureau van Slochteren natuurlijk verklaren dat ik daar niet bij was geweest…
Ook herinner ik me de verhalen uit de Groninger historie van mijn oude overbuurman Sebe Hooites. Hier heb ik het plat Gronings leren praten en kwam ik elke week bij hem “pankouk eetn” en hoorde ik de verhalen aan van zijn vroegere beroep, “Boderieder”
Of de grote Vis- en Snackwagen van Pakes oet Schildwolde. Die reed door de gemeente Slochteren waarbij het volgende uit de luidpreker schalde: Patat, Frikandellen (toen nog met een n) en Krokettn, Hamburgers en Brado’s, Hollandse nieuwe, Spekbokking en Makreel, Eierballen en Slaatjes... Vooral de Groninger intonatie en het melodietje in het riedeltje kan ik nog dromen.
Eind jaren 80 en begin jaren 90 waren de eerste “op stap gaan”-jaren en vooral Skopje in Harkstede was erg populair. We gingen dan op de fiets vanuit Froombosch heen en weer op zaterdagnacht. Het ultieme Groningen gevoel ontdekte ik toen en heb ik nu nog altijd in uitgaansgelegenheden en wel bij de pisbakken. Het ultieme Groningen gevoel is het heerlijke kameraadschappelijke Groninger proatje als je staat te pissen en zowel jij als diegene naast je al best wat biertjes op heeft. JA MOI…ALLES GOUD? ENZ, ENZ.
Omdat we als schaatsers veel trainingen op de racefiets moesten uitvoeren, heb ik denk ik elk dorpje van Groningen wel doorkruist. Als 14/15 jarige maakte ik mijn eerste ritjes bij mijn grote buurman Eisso Lageman in het wiel. Vaak gingen we dan via Slochteren langs het Slochterdiep, Lageland richting Ruischerbrug en dan via het Eemskanaal naar Garrelsweer, Appingedam om via Tjuchen, Siddeburen, Hellum, Schildwolde en Slochteren weer in Froombosch terug te keren.
Voor mij was dat in die tijd een monstertocht en was ik super geconcentreerd om het wiel van Eisso te kunnen houden. Later waren dit soort rondjes natuurlijk peanuts. Voor Eisso is de liefde voor het fietsen hem later fataal geworden. Door een lekke band in een afdaling in Frankrijk is hij ten val gekomen en heeft hij een dwarsleasie opgelopen.
In die jaren negentig doorliep ik de Groninger jeugd-schaatsselecties en mochten Marianne Timmer en ik als 17-jarigen al aansluiten bij de “bende van Eisses” zoals de eerste selectie van het gewest Groningen werd genoemd. Ook dat was een schitterende tijd en Tjaard is één van de trainers geweest, die erg belangrijk voor het Groninger schaatsen en voor mij was.
Dit was ook het begin van de vriendschap met mijn beste vriend Emiel Kluin. Met hem begeleiden we als coaches de VPZ-ploeg vanaf 2007 met als hoogtepunt de Olympische Spelen van Vancouver waar we met maar liefst vijf schaatsers aan de start stonden. Met Emiel heb ik op de racefiets daadwerkelijk elk dorpje van Groningen gezien in die jaren negentig. Van Uithuizermeeden tot Grijpskerk en van Midwolda tot Stadskanaal.
Ik kom er achter dat ik lekker aan het wegtikken ben. Er is nog zo veel meer te vertellen over het Groningen Gevoel en over herinneringen. Van “ik zeg gewoon hail simpel Moi” van Johan Raspe tot aan de “stamtoafel” elke zaterdagochtend op Radio Noord. Of over een periode dat we iedere dag belden naar “atijd wat anders” met Henk Kok om over een onderwerp dom mee te lullen onder de meest fantastische nepnamen. Of natuurlijk Pe en Rinus of Ede Staal.
Het Groningen gevoel is eerst wel lang genoeg. Ik ga weer uit de “Groningen modus” en stort me weer in de “Gangnam Style”