’t Groningen Gevoel van...
… Jaap Smit
Beeld: Eigen archief
Hij is nog altijd een bezig baasje. De 73-jarige Jaap Smit heeft de status van pensionado lang geleden bereikt, maar weigert nadrukkelijk de handdoek te werpen. De 200 meter kampioen van Nederland in 1965 (!) is onder meer nog loop- en conditietrainer, coacht en begeleidt marathonlopers en is speaker vanaf de wedstrijdauto tijdens de vermaarde Vier Mijl. De voormalige gymleraar en part-time sportverslaggever bivakkeert met zijn echtgenote Marjan in een riant landhuis in Winsum. Hun kinderen staan al tientallen jaren op eigen benen.
Eind zeventiger jaren in de vorige eeuw belde Theo Verlangen mij op met de vraag of ik die oud topsprinter en nu sprinttrainer was van GVAV-Rapiditas in Groningen en of ik bij de FC Groningen bereid was looptrainer te worden voor 2 trainingen in de week. In het betaald voetbal had alleen Ajax een speciale looptrainer, collega Cees Koppelaar aangesteld door Rinus Michels. Als voetballiefhebber naast de atletiek leek me dat een uitdaging en zo geschiedde.
Drie jaar later, op een woensdagmiddag kom ik, op die heerlijke oude bijvelden van het Oosterpark, assistent-trainer Henk Nienhuis tegen, die mij apart neemt en influistert: “Wij doen de training, want Theo heeft een overleg met het bestuur. De spelers hebben een geheime stemming gehouden, buiten Theo om, of zijn contract verlengd moest worden en ze hebben een negatief advies aan het bestuur gegeven. Jij bent lid van de technische staf, dus je moet het weten.”
Na de training spoed ik mij naar huis en bel naar een nummer in Veendam, krijg een lieve vrouwenstem aan de lijn en vraag of Henk thuis is, ”Die staat onder de douche hij belt zo terug”
Het is 5 min later en Henk Kok aan de lijn, ik ben ook 30 jaar nog actief geweest als freelancer in de sportverslaggeving en Henk Kok was toen mijn chef, tipje dus.
Een half uur later opent het Radio Noord nieuws met de mededeling dat spelers Theo niet nog een jaar als trainer willen. Zelfs om 8 uur wordt het in het NOS journaal gebracht. De landelijke en noordelijke pers ligt die avond in de Wijert voor de deur bij de penningmeester van de FC . Verlangen bleef toch nog een jaar en de vraag was, wie lekte naar de pers. IK dus, maar noem nooit een bron werd mij geleerd en zo geschiedde. Dat was de eerste les voor een beginnend journalist van mijn chef bij Radio Noord.
Vier jaar later belt Henk Nienhuis mij of ik bij Veendam de conditie van een aantal geblesseerde spelers weer wil opbouwen. Dat doe ik en ik blijf bijna 11 jaar hangen bij deze club als loop- en conditietrainer. Bij mijn eerste gesprek met Henk stelt hij: “Alles wat je hier hoort en ziet komt niet bij Radio Noord terecht. Anders kom je er niet meer in Smittie! Niet zoals toen bij Groningen met Theo”. Ik ontkende dat ik de bron was en de andere Henk heeft ook altijd beweert dat hij mij nooit genoemd heeft tegen wie dan ook.
Laatst moest ik er aan terugdenken dat een tweetal jaar eerder Henk 1 (Nienhuis) bij Henk 2 (Kok) in de auto steeg voor een analyse van de komende tegenstander van de FC. De FC uit Enschede, waarover Kok verslag deed voor Langs de Lijn op zondagmiddag. Daar ineens aan denkend ontstond voor mij een raadsel. Het zou toch niet dat…
Maar ach, de sport is een weerspiegeling van de samenleving. Dat is geen raadsel. Al lang niet meer.