't Groningen Gevoel van…

... Arno Van der Heyden

Hij is een regelrechtige bezige bij. Als cabaretier, chansonnier en presentator heeft ie altijd wel iets om handen. In 1992 kreeg Arno van der Heyden op het Camerettenfestival te Rotterdam de publieksprijs en persoonlijkheidsprijs uitgereikt. Sindsdien heeft hij ondermeer klusjes verricht bij KRO, TROS, VARA en RTV Noord. Volle zalen trok hij jaarlijks met z'n theatershow. Ruim een handvol CD's heeft Arno ook uitgebracht. Een vriendin is ook nog in het spel. Haar naam blijft geheim. Een vleugje mystiek in het leven is nooit weg, is het motto. Arno is met enige regelmaat op de tribunes te aanschouwen bij FC Groningen en Donar.

Topsportmentaliteit

Er is aan mij geen groot sporter verloren gegaan. Als jongetje van een jaar of tien fietste ik met mijn vriendje naar de hockeyvelden van HCW. Na de training bleven we nog uren hangen op de velden. Hij legde dan twintig ballen op de rand van de cirkel en was pas tevreden als hij ze allemaal achter elkaar in de rechter bovenhoek had geschoten. Later is hij hoofdklasse gaan spelen. Ik ging een beetje pielen, balletje hooghouden en meer van dat soort eelsk gedoe, langs het trainingsveld van meisjes B.

Talent had ik wel. Drie jaar op rij speelde ik in de Noordelijke Jeugd Selectie, waarmee we overigens steevast verloren van de rayons Oost, Zuid en West Nederland. Ik werd eruit geknikkerd nadat ik tijdens een trainingskamp midden in de nacht was betrapt terwijl ik liedjes aan het zingen was in de slaapzaal van de meisjes.

Ik hockey overigens nog steeds. Met mijn Veendammer Veteranen Vrienden betreed ik af en toe het kunstgras. Als we het onder de 10-0 houden zijn we tevreden en revancheren ons in de derde helft. Laatst vroeg een teamgenoot of wij niet beter een klasse lager konden gaan spelen. Ik moest hem teleurstellen… die is er niet.

En toch… toch bleef mijn ontembare jongenshart altijd dromen van een topsportcarrière. Op de tribune zitten bij het Nederlands elftal en door een radeloze coach in het veld geroepen worden om het team te redden. In de laatste minuut de winnende goal scoren. Iedere jongen met een beetje gevoel voor de bal kent die droom! De mijne echter is onlangs uiteen gespat. Ik zat naar een wedstrijd van Donar te kijken en voor het eerst had ik een programmaboekje met het winnende nummer voor het ‘pauzespel’. Al jaren schep ik op tegen mijn vriendin dat ik de ene vrije worp na de andere ringloos door het netje zou laten glijden. “Ja!”, riep ze verheugd, wijzend op het nummer op de cover van mijn boekje “je mag!” Voor ons zat een jongetje van een jaar of tien. Hij draaide zich om toen mijn vriendin zo schreeuwde en keek me jaloers aan. “Wil jij?”, vroeg ik hem. “Echt?”, glunderde hij en liep met mijn programmaboekje naar de wedstrijdtafel. Terwijl ik naar zijn -overigens matige- prestatie zat te kijken realiseerde ik me dat er aan mij geen groot sporter verloren is gegaan.