't Groningen Gevoel van…

... Wim Entzinger

Portret: Peter Tahl

Mijn gevoel bij een stad is rechtevenredig aan het gevoel dat ik heb bij ‘het voetbal’ en ‘de muziek’ uit die stad. Uiteraard houdt dat verband met mijn interesses. Is de voetbalclub leuk, dan vind ik de stad leuk, komt er een goede band uit een stad of is er een goede muziekscene, dan voelt de stad voor mij goed. Ik heb minder met musea en al veel minder met winkelstraten en zo. Ik zou heel graag in Londen willen wonen. In Londen doet alles mij denken aan betaald voetbal en pop-, rock- en jazzmuziek. The Spurs, Chelsea, The Gunners, Crystal Palace, West Ham United. In Londen valt aan betaald voetbal niet te ontkomen. Gelukkig niet. En dan hebben ook nog de Rolling Stones, The Beatles en Led Zeppelin sporen in Londen getrokken. Voor mij overal aangenaam voelbaar. Hyde Park, waar The Stones direct na het overlijden van Brian Jones optraden en Mick Taylor als nieuw bandlid presenteerden. Ronny Scott’s in Soho, waar de groten der aarden hebben opgetreden en optreden. Laatst nog met Ria even wezen kijken bij Savile Row 3. Daar waar de kantoren van Apple Corps gevestigd waren. Apple Corps was de zakelijke tak van The Beatles. Op het dak van Savile Rowe 3 hebben The Beatles hun laatste openbare optreden gegeven. Get Back, Don’t let me down. Afgebroken door de politie. Ergens daar woont Jimmy Page. Ik bedoel maar. Hoe fijn kan een stad zijn?

Ook Liverpool geeft mij een goed gevoel. In Liverpool roept alles herinneringen op aan The Beatles en de Merseybeat. Te beginnen met John Lennon Airport, en dan het hek bij Strawberry Fields, de kapper in Penny Lane, Kashba Café, het Hard Day’s Night hotel, het beeld van Bill Fury, The Magical Mystery Tour. En dan Manchester, niet zozeer vanwege de muziek, maar wel door United en Oldham Atlhetic, waar ik een zwak voor heb sinds ik daar een paar jaar geleden met mijn zoons Niek en Luuk een wedstrijd heb meegepakt. Barcelona door Barca, Den Haag door Holland Sport en de Haagse Beat.

Grolloo: net zo. Het prachtige Grolloo van Harry Muskee. Cuby, van The Blizzards, Neerlands belangrijkste bluesband ooit. Daar heb ik een zeer goed gevoel bij. Grolloo is om die reden een zeer dierbare plek voor mij. Louter door de muziek, want in Grolloo wordt zeker geen betaald voetbal gespeeld, maar alleen over voetbal gesproken. Los Angeles vanwege The Doors en dat orgeltje van Ray Manzarek. Ik moet nog altijd naar New Orleans en naar Clarksdale, Baton Rouge, Austin en Chicago vanwege de blues.

‘t Groningen gevoel van mij zit ‘m in FC Groningen, de muziek en mijn werk.

Advocaat in Groningen
Ik ben rechten gaan studeren omdat ik de politiek in wilde. Het was de tijd van debatten tussen Joop den Uyl, Van Agt en Wiegel. Die boeiden mij, net als Amerikaanse verkiezingen. Ik wilde politicologie gaan studeren. Dat kon alleen nadat in een andere studie het ‘kandidaats’ was behaald. Het kandidaats van rechten (twee jaar) leek mij een goede vooropleiding. Vandaar dat ik in 1975 in mijn hometown Leiden daarmee begonnen ben. In het tweede jaar begon ik de studie leuk te vinden, terwijl de belangstelling voor politiek wat verdween.

Tijdens mijn studie ben ik als vrijwilliger gaan werken bij de Leidse rechtswinkel. Daar hielp ik als student huurders en werknemers met eenvoudige juridische problemen. Elke week spreekuur. Eens per veertien dagen konden de ingewikkelde kwesties voorgelegd worden aan heuse advocaten.
Die ervaring – hoe werkt nou in de praktijk de theorie die ik op de universiteit geleerd kreeg – vond ik erg boeiend. Toen Prof. mr. M.G. Rood tijdens mijn laatste keuzevak op de universiteit (Sociaal Recht) vroeg of ik al wist wat ik met de opleiding ging doen, antwoordde ik dan ook: ‘advocaat worden’. Het juiste antwoord op het juiste moment. Max Rood hielp mij aan een stageplek bij het Groningse advocatenkantoor Vos, Seidel en Van der Minne, gevestigd aan de Oude Boteringestraat 27. Ik vond het een uitdaging om de Randstad (waar ik geboren was en 23 jaar had gewoond) te verlaten. Ik dacht: ik doe mijn drie jaar durende stage als advocaat in Groningen, daarna word ik medewerker op een advocatenkantoor in Limburg. En dan zie ik wel waar ik mij definitief ga vestigen.

Waren die juridische vraagstukken bij de rechtswinkel in Leiden redelijk eenvoudig te doen, bij Vos, Seidel en Plas vergden de zaken beduidend meer nadenken en doorzettingsvermogen. Problemen analyseren met mensen en problemen oplossen voor mensen vind ik nog elke dag erg leuk.
Ik houd mij bij –nu- PlasBossinade, hetzelfde kantoor vooral bezig met insolventierecht, het recht rond bedrijven en particulieren met financiële problemen of bevreesd daarvoor, en met sportrecht.

Advocaat zijn in en vanuit Groningen is erg leuk.

Sportbestuurder in Groningen
Vaak krijg ik de vraag: “Heb je ook zelf gevoetbald?”. Ja, bij de Leidsche Boys, toen nog aan de Boshuizerkade in Leiden. Ik ben dus geboren in Leiden. Vandaar. Geen topclub, maar wel een gezellige vereniging waar een aantal van mijn schoolvriendjes ook lid was. Een van de leraren van mijn lagere school (meneer Ravensbergen) was er jeugdtrainer. Dat hielp op school. Van mijn ouders mocht ik ook naar de padvinderij. Ben daar een middagje wezen kijken, maar toen een van de jongens het leuk vond om een worm in mijn ranja te laten zwemmen, had ik het daar gezien. Ik ging dus – rond mijn 11e – op voetballen. Voetbal heeft mij gegrepen toen ik Ajax dramatisch zag verliezen tegen Dukla Praag (8 maart 1967). Keeper Gert Bals hield alles tegen, maar niet toen Frits Soetekouw drie minuten voor tijd de bal richting eigen doel stuurde. Mijn ouders en twee broers hadden niets met voetballen. Mijn vader werd voor Feyenoord omdat ik sympathie voor Ajax koesterde. Ik speelde meestal ‘laatste man’, moest het meer van mijn spelinzicht dan van mijn loopvermogen hebben. In mijn laatste jaar op het veld speelde ik zaterdags in de A1 en viel soms in bij tweede. Daarna ben ik gaan zaalvoetballen. In Groningen bij Hunsingo en Solo.

Groningen voelde meteen aantrekkelijk voor mij. Betaald voetbal was binnen handbereik. In Leiden was en is er geen betaald voetbalclub. Ja, heel lang geleden UVS, maar dat was ver voor mijn tijd. Als ik een wedstrijd in het betaalde voetbal wilde zien, ging ik naar Den Haag, naar Holland Sport op Houtrust of naar ADO in het Zuiderpark.
In Groningen begon ik de thuiswedstrijden te volgen. Vanaf het dijkje, waar later de Tonny van Leeuwentribune zou verrijzen of achter een van de doelen, parkzijde of Zaagmuldersweg. Ik werd fan.

In 1991 ben ik bij FC Groningen betrokken geraakt. Eerder al was PlasBossinade deelnemer geworden van de ORG, de Ondernemers rond FC Groningen. Jacques Dölle van Style Rinket vroeg mij voor de feestcommissie van de ORG, fraai genaamd de ‘Commerciële Stuurgroep’. Gerard Dammer, Johan Brakema en Luit Tebbens Tonninga zaten daar ook in. We haalden Regilio Tuur, Mart Smeets en Joop Alberda naar Groningen. Het verhaal van Alberda was zeer indrukwekkend. De man was ervan overtuigd dat zijn volleyballers goud tijdens de Olympische spelen in Atlanta zouden halen. Na dat verhaal was die finale een van de mooiste wedstrijden die ik ooit gezien heb.

Ik werd sportbestuurder, van 1993 tot 1996 voorzitter van de Stichting Ondernemers rond FC Groningen, van 9 januari 1997 tot 1 juli 1999 voorzitter van FC Groningen, hield mij daarna bezig met de realisatie van Euroborg. Zware jaren, moeilijke tijd, prachtige tijd. Vrienden aan overgehouden. Vervolgens voorzitter van de Houdstermaatschappij van Aandelen FC Groningen en sinds 9 januari 2007 (’10 jaar na dato’, de datum is een geintje van Erik Mulder), lid van de Raad van Commissarissen van FC Groningen.

Ik voel een enorme betrokkenheid bij het wel en wee van de club. Door FC Groningen voelt Groningen goed. Mijn Groningen gevoel wordt sterk bepaald door FC Groningen.

Muzikant in Groningen
Op mijn zestiende ben ik gaan drummen. Mijn oudste broer Peter speelde al jaren heel goed (klassiek) piano en mijn middelste broer René was bezig op een elektrische (rock)gitaar. Mij leek drummen wel wat. Een vriendje op de middelbare school deed het ook. Pa en ma waren niet erg enthousiast want ‘dat instrument kan je niet blijven bespelen als je wat ouder bent’. Verbieden deden ze het niet. Zo waren mijn ouders niet. Ik nam les.

Op de middelbare school (het Stedelijk Gymnasium) zag ik Oscar Benton Bluesband optreden. En Livin’ Blues met Ted Oberg en Cesar Zuiderwijk. De blues kreeg vat op mij. In een tweedehands platenzaak in de Hogewoerd ging ik op zoek naar een LP met die muziek. Ik kocht Desolation van Cuby & The Blizzards. Ik kende de band uit het verre Drenthe niet, maar de hoes zag er goed uit. Kort daarna vond ik in dezelfde platenzaak een beschadigde ‘Groeten uit Grollo’. Deze LP heb ik nog steeds en hij klinkt elke keer dat ik hem draai beter.

Tijdens mijn studententijd in Leiden zijn mijn broer René en ik de band Munk the Punk and his flying Testicles begonnen. Met Els en Luc. Het was de tijd van punk en van new wave. Onder het motto ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ speelden wij nummers van op dat moment nog redelijk onbekende bands als The Cars, Television, Talking Heads, Joy Devision. Er waren niet veel bandjes in die tijd. We traden veel op. Het Leidsch Dagblad kortte de naam van de band wel al snel in tot Munk. Testicles erbij kon niet in 1976. In een van de eerste edities van OOR’s Encyclopedie ‘worden we genoemd’. En ook in de encyclopedie van de Nederlandse popmuziek die jarenlang bij V&D in de uitverkoop heeft gelegen. De vermelding in OOR hield verband met de transfer van onze saxofonist naar Ivy Green, Nederlands eerste punkband uit Hazerwoude.

Na mijn verhuizing naar Groningen moest ik van Munk afscheid nemen. Mijn drumstel heb ik twintig jaar opgeslagen. Carrière maken. In 2000 ben ik weer begonnen. Het bloed kruipt waar het eigenlijk niet gaan kan. Al snel als drummer van de Bluesdealers, de huisband van Muziekcafé Winsum. We begeleidden met die band onder andere Harry Muskee, Magic Frankie, B.J. Hegen, Lourens Leeuw, Appie Albers (AA van The Doctors) en Hans van Lier. Hans is het best bewaarde bluesgeheim van Nederland, een voortreffelijk, maar bescheiden, gitarist uit Groningen. Speelde nog met Mick Taylor (van The Rolling Stones; zie hierboven Hyde Park) en heeft met hem nog een erg goede cd uitgebracht. In 2007 hebben Hans en ik besloten een band op te zetten in de stijl van Magic Slim and the Teardrops uit Chicago. We vroegen Fenno erbij, Bennie en wat later Teo. En Klaas voor het geluid. Met als thuisbasis Meulhörn, het gehucht bij Siddeburen, Groningen. We treden –begonnen als Hans van Lier & the Sidekicks, maar sinds kort onder de naam The Sidekicks- veel op. Heerlijk is dat! Blues and more than blues (is ook de titel van onze succesvolle cd). Muziek maken is ook een passie van mij.

In Groningen is een muziekscene waar Groningers trots op mogen zijn. Met festivals en podia als Eurosonic/Noorderslag, TakeRoot, Blues Tour Groningen, The Rhythm and Bluesnight, de Oosterpoort, Café Koster, Buckshot, Vera, Simplon, met een geweldige muziekhistorie (Springtij, Herman Brood) en uitstekende bands. Een beetje muzikant laat zich graag in Groningen horen.

Mijn Groningen gevoel wordt ook sterk beheerst door muziekstad Groningen en –elke keer weer als ik daar ben- Meulhörn.

’t Groningen gevoel, mijn gevoel bij Groningen is meer dan ‘kon minder’, door mijn werk, door FC Groningen en de muziek. Zelfs Londen gaat niet boven Groningen.

www.plasbossinade.nl
www.fcgroningen.nl
www.thesidekicks.nl