’t Groningen Gevoel van…

... Martijn van der Veen

Mijn ‘Groningen gevoel’ heeft er onder meer tot geleid dat Sport in Stad bijna twee jaar geleden het levenslicht heeft gezien. Maar wat dat gevoel dan precies is? De vele bijdragen op onze site teruglezend wordt ik bevestigd in mijn gedachte dat ‘gevoel’ voor iedereen anders is of dat zaken anders worden beleeft. Soms gaat het er net om hoe je iets ervaart, opschrijft of van een bepaalde lading voorziet. Menigmaal ontstaat een gevoel als gevolg van een unieke samenloop van omstandigheden op dat ene moment.

Alhoewel (zowel actieve maar zeker ook passieve) sport één van de belangrijkste zaken in mijn leven is, zijn het niet alleen sportgebeurtenissen die bijdragen aan, beter gezegd zorgen voor, mijn Groningen beleving. Ik zal de lezer aan de hand van een aantal geluksmomenten dan ook deelgenoot proberen te maken van alles wat de Noordelijke metropool voor mij o zo mooi maakt.

Raar eigenlijk dat je sommige beelden nog zo helder op het netvlies hebt staan. Als tienjarig jochie na een training met gierende banden en de radio met voorbeschouwing aan scheurend naar Het Oosterpark waar de FC Atletico vervolgens met 3-0 versloeg. Al ver voordat het stadion was bereikt voelde ik een zeldzame sfeer. De stad was -schrijf ik nu met terugwerkende kracht- ‘on fire’. Het kon en ging ook niet mis. Letterlijk huilen van blijdschap en opwinding. Op die houten tribune werd mijn grote liefde voor de FC voor eeuwig bezegeld en werd duidelijk dat niets onmogelijk is als je er maar in gelooft.

Overigens is Erwin Koeman de enige van de drie doelpuntenmakers die nog geen trainer van de FC is geweest. Dat zit nog in het vat dus en heeft hij mij ook beloofd toen ik als klein mannetje ooit in zijn rode sportwagen een stukje mee mocht rijden.

Drie jaar later in 1986 -inmiddels als middelbaar scholier- naar het hol van de Heerenveense leeuw. Ondanks het beperkte aantal kaarten was het toch gelukt om live getuige te zijn van het grootste succes ooit van GIJS. Wat een feest op de ijsvloer! Wat een uitzinnig supportersvak! Ik herinner mij nog goed dat een bekende van mijn voetbalclub een stick wist te bemachtigen van één van de Gijssies. Stikjaloers maar ook dolblij was ik.

Eigenlijk weet ik niet helemaal zeker of dit mijn allermooiste ‘Gijs-moment’ is geweest. De fantastische entourage in het Stadspark voel ik nog bijna dagelijks of in ieder geval wekelijks als ik mij in de buurt van de Concourslaan begeef. De frituurlucht, de drommen toeschouwers, een ouderwetse matpartij en al die klinkende namen die in de loop der jaren onze stad verdedigden. Uniek! Voor mij vergelijkbaar met de sfeer in Engelse voetbalstadions. Ik heb nog steeds stille hoop op een remonte.

Kabeljauw! Tijdens mijn middelbare schooltijd togen we vaak met een grote groep naar Donar. Vlaggen mee maar vooral van te voren snippers scheuren/knippen om de wedstrijden in de -toen nog- E-hal van een extra sfeerimpuls te voorzien. Een wedstrijd tegen de beruchte Orca’s uit Urk staat mij nog scherp op het netvlies. Niet zozeer vanwege de sportieve prestaties van de bezoekers als wel door de supporters die met klompen probeerden om zo mogelijk de oude houten tribune achter de wedstrijdtafel doormidden te klieven. Dat konden wij natuurlijk niet laten gebeuren. En omdat het de tijden waren van beperking der visvangst werd een massaal: ‘Kabeljauw, kabeljauw, kabeljauw’, gevolgd door ‘Visverbod, visverbod, visverbod’ ten gehore gebracht. Dat dit de verhoudingen geen goed deed laat zich raden. Maar er stond die maandag daarop wel een erg mooi stuk in nota bene de Volkskrant.

De geur van Niemeyer. En die van de Suikerfabriek. Knols Koek ook. Onmiskenbaar Groningen. Gek eigenlijk dat een geur kan bijdragen aan een gevoel. Leg dat maar eens uit. Dat kan dus niet.

Sporthal Selwerd die ik er even uitlicht omdat ik daar met enige regelmaat volleybal ging kijken. Ab en Tiny, weer die houten tribune en de bijzondere sfeer. Zoals overigens iedere sporthal in stad die heeft en had. En natuurlijk zwembad de Parrel aangezien ik daar mijn zwemdiploma’s wist te bemachtigen. En ook aan schoolzwemmen (toen dat nog heel gewoon was) deed.

Wintercup bij Lycurgus op West-End. In de jeugd het hoogtepunt van het jaar. Vooral als er sneeuw lag en we gewoon, desnoods met laarzen aan, het sintelveld betraden. Wekenlang in spanning over de indeling. Niet zozeer bij wie je in het team zat (alle spelers werden willekeurig ingedeeld) maar vooral of je in Real Madrid, AC Milan, Manchester United of FC Groningen kwam. Verkleumd en half bevroren na de speelronde weer naar binnen voor warme chocomel en niet te vergeten een broodje warme worst. Daar wordt je sterk van.

(De verhalen over) Havenzicht. Iconische pleisterplaats in de Groninger sportcultuur. In de hoogtijdagen was niets er te gek en was het na ieder sportevenement groot feest, zo heb ik mij laten vertellen. Reden genoeg voor mij om daar een feest te geven na het behalen van het middelbare school diploma. Was ook wel sympathiek naar de toenmalige rector die om de hoek woonde en ook het glas kwam heffen. En Bé van der Laan tapt er nog steeds. Voor een soepel polsgewricht.

De plantsoenloop. Standaard haast maken na het voetbal. Snel droge renkleren aan en op naar het mooiste plantsoen van Nederland. De medailles en oorkondes liggen nog in de kast en inmiddels doet de eigen jeugd ook mee. Alsof je zelf weer zeven bent. Prachtig.

In Marco’s hart klopt Donar-bloed en Ton Boot is een Groninger! Need I say more. Trots met duizenden blauwen op de Grote Markt bij de kampioenschappen van Donar.

The Stones op de drafbaan. Over ‘vibe’ gesproken. Grunnn een week lang in hoger sferen. Ik wil daarbij de rol van het plaatselijk journaille absoluut niet onvermeld laten. Radio en tv-Noord zijn, net als bij menig sportgebeuren, betrokken en zeker die week naar mijn smaak enorm enthousiasmerend. Die hoosbui aan het begin die namen we voor lief. En wie toen had voorspeld dat we bijna 16 jaar later op dezelfde plek de bekerwinnaar zouden bejubelen..

Van een geheel andere orde zijn de uitwedstrijden met je eigen voetbalteam. Als je dan zowel in de zaal als op het veld voetbalt kom je nog eens ergens. De Scherphorn, De H.J. Bronshal, De Tiggelhal, De Duurswoldhal en niet te vergeten De Bokkediek, De Beemden en De Boshal. En vooruit nog ééntje dan: De Meet (te Bellingwolde). Namen om van te watertanden. Zo niet de reis er naar toe en via Klein Ulsda weer retour. Maar ook trektochten naar sportpark D’olle Streek, De lange Akkers, sportpark Oldencate en Abel van der Laan blijven positief in het geheugen. Tenzij de tas met kleding was vergeten en je de route dubbel mocht rijden.

Tennissen (vanuit de gymzaal bij Henk) bij Cream Crackers met wedstrijden in Kolham, Winsum, Scheemda en Ezinge. Daar waar het allemaal begon en de basis werd gelegd voor levenslange vriendschappen en latere competitieavonturen naar steden als Zwolle, Deventer, Amersfoort en Enschede. Met vervolgens trainingskampen in Barcelona, Hamburg, Londen en Praag. En daar op de Karelsbrug terugverlangen naar die tochtige hal in Hoogezand.

Ook kan ik iedere doordeweekse ochtend genieten van roeiers die op de meest onmogelijke tijden al in het water liggen en pogingen doen om in 2020 van de partij te zijn. En van de ‘Meiden van Dijkman’ die het opnemen tegen de Judobond, twee Groninger schaakteams in de Meesterklasse en de ambitie van NIC en nationale grootsheid van Donar en Lycurgus. En niet te vergeten van al die niet genoemde clubs, vrijwilligers en individuele sporters die heden maar zeker ook in het verleden hun steentje aan Groningen-promotie hebben bijgedragen.

Op het allerlaatste moment toch maar in training voor een groots Gronings evenement. De 4-mijl. Loop ik bijna ‘Appie’ van der Ark omver. De benaderbaarheid van ‘onze’ sporters en -voor een groot deel- ook bestuurders is volgens mij onovertroffen. Arjen Robben in Nienoord, Ranomi in het Helperbad. Tijdens Koninginnedag (Maxima met spijkerjack naast Beatrix op het bordes) in 2004 in zonovergoten stad liep ik burgemeester Wallage tegen het lijf. “Wat een stad, burgermeester!” Een uiterst vette glimlach viel mij ten deel.

Het is mij niet bekend of sportbeleving in Groningen een positieve bijdrage zou kunnen leveren als mensen niet lekker in hun vel zitten. De eerste psycholoog die dat (iets voor de lachende therapeut?) gaat onderzoeken moet volgens mij nog geboren worden. Zal ik alvast de uitkomst van een dergelijk onderzoek verklappen? Dat is honderd procent: Ja! In de lijn van Pé en Rinus die ik in dit ‘belevingsgeweld’ toch niet onbenoemd kan laten zou mijn advies niet zeven slokken Beerenburg ’s morgens voor ‘t ontbijt zijn maar zeven sportbezoeken in een maandje tijd. En na een kuur van een half jaar dan ben je op zeker al je klachten kwijt!