't Groningen Gevoel van…
... Dick Osinga
Heb ik wel zo’n Groningen gevoel en wat is dat dan? Jawel ik ben geboren en getogen in de stad Groningen. Ik ben er ook nooit weg geweest, want een uitstapje naar het mooie Engelbert was al lang nadat dat mooie dorpje onder de rook van Groningen was geannexeerd.
Geboren in 1947 in de nog altijd mooie Oranjewijk. Een leuke buurt om op te groeien in een tijd van net na de oorlog en in de vijftiger jaren toen geluk nog heel gewoon was. Kleuterschool De Zonnebloem was de eerste plek waar mijn blik op de wereld werd verruimd. Daarna de Koningin Emmaschool waar we in de zesde klas over een geweldig voetbalteam beschikten, dat in het stedelijk schoolvoetbal paastoernooi de tweede plek behaalde.
Hoofdmeester Fijbes deed er alles aan de boys bij Gruno, waarvan hij voorzitter was, onder te brengen. De meesten speelden al bij clubs als Hellas VC, GVAV, GRC en ondergetekende was inmiddels lid van Be Quick 1887. Dat in de voetsporen van vader en broer. Voetballen deden we op De Koningin Emma School op sportpark Quintuslaan, het speeltuinterrein en op straat, waar auto’s nog een zeldzame hindernis vormden. In putje voetbal zijn heel veel uren gaan zitten en tot ergernis van de ouders, heel wat schoenen versleten.
Mooi was het dat je in die tijd met je schoolvrienden de wedstrijden van GVAV, Be Quick en soms Velocitas ging bezoeken. Die drie clubs speelden nog betaald voetbal. Bij GVAV op de jongenstribune in het inmiddels verdwenen Oosterpark en bij Velo met de oude houten opstallen en de sintelbaan in het Stadspark. Ook al verdwenen. En natuurlijk “mijn “ Esserberg toen nog gewoon Be Quick-stadion geheten. En……… dat er nog altijd is. We hebben heel wat mooie wedstrijden gezien. En wat een publiek in mijn herinnering.
Mijn ouders stimuleerden ons sporten en toonden altijd veel belangstelling. Sportief waren ze zelf niet in ’t bijzonder alhoewel we altijd veel met onze ouders hebben gefietst. Een bezigheid die ik tot op de dag van vandaag nog altijd aardig vind. Ik fiets met een beetje redelijk weer graag eens de stad rond en met name door de wat oudere wijken. Wat is de stad dan gegroeid sinds mijn jongensjaren. Mijn generatiegenoten hebben heel veel nieuwbouwwijken zien komen.
Voetbal is toch wel mijn sport geworden alhoewel ik met name op de Cort van der Linden MULO en de Rijks HBS natuurlijk ook veelvuldig met andere sportvormen heb mogen kennismaken. Op de MULO was dat heel veel atletiek in de warme maanden en heel veel basketbal in de winterperiode.
Vooral atletiek op instigatie van sportleraar Hinrichs, ook trainer van Pegasus, stond hoog op het programma ter voorbereiding op de jaarlijks onderlinge schoolwedstrijden op het Velo-veld. Een hele happening. Op de Rijks was het turnen en vooral volleybal. En dat laatste was ook niet zo gek want de school had een aardig volleybalteam, Brinio. Een mooie schooltijd trouwens op die Rijks HBS in de Kruisstraat.
Ik heb bij Be Quick een geweldige jeugdtijd beleefd. Trainers, die mij altijd zijn bijgebleven als Arie de Vroet, Lesley Talbot en Richard Brousek. Ook hoogtepunten en als ik er dan toch een moet noemen is dat de strijd om het kampioenschap van Nederland met onze A1 in 1966 met Henk Drewes als trainer en Jacques d’ Ancona als inspirerend leider. We werden wat ongelukkig tweede, maar lieten een geweldige indruk achter. Het mooie van Be Quick is dat er altijd al sprake is van een goede jeugdafdeling. Zoals het hoort in mijn visie. De jeugd als levensader voor een gezonde voetbalclub. Wat dat betreft zit het bij Be Quick wel goed met een van de sterkste jeugdopleidingen binnen de amateursectie in Nederland.
Ach ja. Natuurlijk ook stappen met vrienden. Ik kwam wel eens bij Tour ’66 en Krotje of concertzaal De Jong of later in de Jolly Joker met Miller en Van Dijken. En wat was er nog niet meer. Ah, dansles bij Bus. Ik heb wel de indruk dat er heden ten dage nog aardig wat meer stapgelegenheden zijn. Ook in de senioren van Be Quick heb ik het altijd naar mijn zin gehad en die grotendeels doorgebracht in het tweede met ook altijd veel gezelligheid. Voetbalvrienden probeerden me wel eens over te halen naar andere clubs. Maar daarvoor was ik totaal ongevoelig.
Dat daar na de actieve periode nog zo veel jaren actief vrijwilligerswerk achteraan is gekomen is op zich niet verwonderlijk omdat voetbal een echte hobby is geworden. En als je dan bent uitgespeeld wil je ook iets terug doen voor je club. Eerste acht jaar assistent- trainer, elftalleider en zelfs even hoofdtrainer a.i. en daarna sinds 1987 bestuurslid technische zaken en vele jaren voorzitter. Al 28 jaar bestuurslid. Waar is de tijd gebleven? Ook al een mooie tijd waarin veel is beleefd. Veel sportieve successen en vooral de geweldige opbloei van de club. Iets waar ik zeker trots op ben. Ik mag dus zeggen nu ik vertrek als voorzitter, dat ik een geweldig sterke club nalaat. Natuurlijk ook een compliment voor die vrijwilligers, die daaraan hebben bijgedragen al die jaren.
Maar ook de externe activiteiten, die ik heb opgepakt als bestuurslid. De landelijke overleggen van de topamateurs in o.a. de ontwikkeling van de voetbalpiramide. En die vragen nog volledig de aandacht nu de bond verenigingen in de amateursectie op het hoogste niveau wenst te verplichten spelers met arbeidscontracten in dienst te hebben. Dat clubs betalen moeten ze zelf weten, maar laat de verenigingen daar even vrij in.
Een heel andere bezigheid is de renovatie van ons stadion in co-creatie met de gemeente Groningen, een aantal jaren geleden met het veld en de staantribunes. Op dit moment is de restauratie van onze monumentale tribune in volle gang. Een activiteit, die nog de volle aandacht vergt. Be Quick schreeuwt om uitbreiding van het aantal kleedkamers en die zullen er dus volgend seizoen zijn. Als vrijwilliger bij een vereniging kun je inderdaad je ei wel kwijt. Met mijn ervaring mag ik stellen dat het ook een hele bijzondere levenservaring heeft opgeleverd. Geen tijd was bij mij geen item.
Inmiddels ben ik een paar jaar gepensioneerd. Maar gedurende mijn hele werkzame leven heb ik de vereniging kunnen combineren met mijn vrijwilligerswerk. Een groot deel van dat werkzame leven bracht ik door in dienst van de gemeente Groningen als financieel beleidsmedewerker en uiteindelijk controller. Ook vanuit die kant ben ik dus altijd erg betrokken geweest bij de ontwikkelingen in de stad. Vooral bij de dienst ROEZ werd je veelvuldig geconfronteerd met de dynamiek van de stad. Een club collega’s met een geweldige ambitie en kunde. Waar uitdagingen werden gezocht en dat was juist wat ik met mijn besturen ook bij Be Quick deed.
Wat ik na mijn terug treden als voorzitter ga doen weet ik nog niet. Een beetje helpen links en rechts wordt het denk ik. Aan vrijwilligers is immers altijd gebrek.
En dan mijn Groningen gevoel. Omdat we de laatste jaren o.a. in de topklasse nogal eens in andere windstreken speelden heb ik wel mogen ervaren dat Groningen een bijzondere stad is. Overal hoor je positieve geluiden. Hebben we bestuurders van andere clubs meegemaakt die gewoon een weekendje Groningen koppelden aan hun uitwedstrijd bij Be Quick en dat als geweldig hebben ervaren.
Mijn Groningen gevoel komt als een rode draad uit mijn leven naar voren. Geboren, getogen en ook nog eens gewerkt ten dienste van die mooie stad in combinatie met het lidmaatschap van de aloude good old en stad Groninger vereniging Be Quick, die toevallig ook nog eens speelt op een toekomstig stukje Groninger grondgebied... De Esserberg. Er gaat niets boven de Big City!