't Groningen Gevoel van...
... Henk Elderman
Beeld: eigen archief
Er wordt mij regelmatig gevraagd waar ik vandaan kom. Als ik dan zeg Finsterwolde, dan komt meteen de vraag: Dan ken je hem of haar ook wel zeker? Mijn antwoord is standaard 'nee'. Dat komt omdat ik eigenlijk niet in 'Finnewol' geboren en getogen ben. Ekamp, een gehucht, is de plek waar ik mijn jeugd heb doorgebracht. Het ligt dichter bij Oostwold en Winschoten dan het centrum van Finsterwolde. Dat is ook de reden dat ik in Oostwold naar de lagere school ging. (en ook omdat er in Finsterwolde geen christelijke basisschool is) Daarnaast gingen we er ook naar de kerk. Nederlands Hervormd. Om tien over negen 's ochtends werd de auto gestart. Ook als je niet mee wilde ging je overstag. En dat kwam nog wel eens voor. 's Middags gingen we regelmatig de polders in. Ik ken de weg daar op m'n duimpje. Het is het land dat door Alex Vissering prachtig wordt bezongen in het lied 'De Groanrepubliek'.
In Oostwold heb ik ook gevoetbald. Bij VVS, Voetbalvereniging Spartaan. Een mooie club, blauw-wit tenue en lekker met schoolvrienden op zaterdagochtend voetballen aan de Klinkerstraat. En ja, we speelden ook uit. Bij BNC in Finsterwolde of MOVV in Midwolda. Allemaal op de fiets te doen. Ik was voorstopper (niet snel, maar kon wel een spits uitschakelen) en heel af en toe linkermiddenvelder. Tot en met het eerste jaar A-junioren en ik ben nog een paar keer met het eerste meegeweest als wisselspeler. In totaal volgens mij drie keer ingevallen. Met mijn jeugdtrainer van toen heb ik nog regelmatig contact. Bovendien bezoek ik elk seizoen een keer een wedstrijd van het eerste. VVS speelt in de Vierde Klasse.
In de loop der jaren groeide ook mijn belangstelling voor mijn, nog steeds, grootste hobby: Vissen. Wat heb ik veel uren doorgebracht bij het watervalletje in Meerland. Samen met mijn vier jaar oudere broer vingen we op een dag meer dan honderd baarzen. Pas als het donker werd gingen we naar huis. Ook vrienden uit de buurt gingen mee. Eigenlijk waren we altijd buiten. Hetzij op de boerderij van de achterburen, 'het veld in' zoals wij dat zeiden, of vissen dus. Het watertje in Meerland bestaat niet meer helaas, het is opgegaan in de Blauwe Stad. Het ouderlijk huis staat er nog wel. Niet meer bewoond door m'n ouders. Beide zijn overleden (moeder 2002, vader 2011)
Ik vind mezelf een echte Grunneger. Thuis was Gronings de voertaal. Mijn ouders hadden er de grootste moeite mee om Nederlands te spreken. Ver over de grens in Duitsland konden ze ons nog verstaan. Ik ben er trots op en voor m'n werk als sportverslaggever bij RTV Noord komt het nog dagelijks van pas. Sommige mensen of organisaties geloven je op je woord als je ze in het Gronings aanspreekt. Ook mijn zoontje van vijf probeer ik enkele uitspraken in het Gronings bij te brengen. Hij pikt het aardig op.
Via de stad Groningen (voor studie en werk) woon ik nu in Harkstede. In het centrum van het dorp. Veel mensen herkennen mij. ('Ben jij niet die verslaggever van RTV Noord?) Ik ken hier niet veel mensen. In 44 jaar is er weinig veranderd.