't Groningen gevoel van...
...Niek Blikslager
Foto's: (c) Odile Verzantvoort
Ik durf wel te zeggen dat ik een echte Groninger ben. Ik ben geboren aan de Petrus Driessenstraat, en toen ik 3 jaar was zijn we verhuisd naar de Hunze, in het noorden van de stad. Mijn moeder is ook geboren in Groningen, en mijn vader komt uut Ass’n maar woont sinds zijn studie ook in Groningen. ’t Karrepad aan de Korreweg is waar ik in mijn jeugd op de basisschool heb gezeten. Momenteel ben ik bijna klaar met mijn studie, en woon ik nog altijd in de stad. Het enige wat ontbreekt is beheersing van de Grunneger toal, want dat sprak niemand in mijn omgeving.
Sportief ben ik altijd geweest. Op de basisschool voetbalden we elke pauze, en vaak gingen we na school verder op ‘het grote veld’ in de Hunze. Daarnaast heb ik verschillende sporten gedaan. Ik heb getennist bij tennisvereniging van Starkenborgh, echter bleek al snel dat een Grand Slam er nooit in zou zitten voor mij. Later heb ik nog een tijd gebadmintond bij BC Beijum, waar ik een stuk beter in was. Mijn ouders hebben allebei fanatiek gebadmintond bij AMOR in hun studententijd, dus wellicht heb ik deze genen geërfd. Desondanks vond ik het niet leuk genoeg, en ook hier ben ik mee gestopt. Volgens mij heb ik verder ook nog ergens in mijn jeugd gejudood, maar ik denk dat ik dat verdrongen heb, want veel details kan ik me niet herinneren.
Met mijn vader ging ik regelmatig wel een rondje lopen, eerst korte stukjes, later vaak het klassieke ‘rondje Zuidwolde’. Dit rondje was ongeveer 7 kilometer lang en ging langs de Noorderhoogebrug, de Wolddijk en via Zuidwolde terug naar de Hunze. Hier heb ik waarschijnlijk de basis gelegd voor mijn duurvermogen. In 2003 liep ik voor het eerst de 4 Mijl van Groningen, de eerste hardloopwedstrijd waar ik aan de start stond. Ik liep samen met mijn vader, en we startten achterin het veld met startnummer ergens in de 13000. Als klein achtjarig jochie die slalomde door de mensen massa kreeg ik veel aanmoedigingen wat erg leuk was. Mijn eindtijd was ongeveer 33 minuten.
Datzelfde jaar begon ik ook met atletiek. Ik ben in het najaar begonnen, en dat was precies de periode dat de Suiker Unie begon met het winnen van suiker uit de suikerbieten. Toen stond de fabriek nog dicht tegen de stad, in plaats van in Hoogkerk, dus de typische suikerfabriek geur was extra goed te ruiken in het Stadspark. Deze geur heb ik toen blijkbaar gekoppeld aan de atletiektrainingen, want als ik tegenwoordig deze ‘vieze’ geur ruik, krijg ik toch een positief (nostalgisch) gevoel. Het laat mij terug moet denken aan de atletiektrainingen in mijn jeugd.
Bij de clubtrainingen deed je als pupil nog alle onderdelen, dus naast hardlopen moest ik ook kogelstoten en hoogspringen. Hoewel ik nergens een uitblinker in was, was het wel duidelijk dat ik te klein en dun was om goed te kunnen kogelstoten, en dat de ’lange afstand’ (1000 meter) wel mijn beste onderdeel was. Toen ik wat een jaar of 11 was werd ik door Guido van Weeren uitgenodigd om mee te komen trainen bij zijn specialisatie groep voor hardlopen. Een keer in de week deed ik nog de reguliere clubtrainingen, en een keer specifieke hardlooptrainingen bij Guido.
Zo werd ik langzaam steeds beter in hardlopen, maar er waren altijd een paar trainingsgenootjes beter dan ik in de wedstrijden. Dit veranderde in de winter van 2007-2008. Begin maart was er het Nederlands kampioenschap cross in Gilze-Rijen. Ter voorbereiding hiervan ging ik samen met coach Guido twee keer op zaterdag een extra training doen in Beijum op een paadje waar paar heuveltjes in zaten. De avond voor de wedstrijd sliepen we in een hotel in de buurt, en ik weet nog heel goed dat ik bij mezelf dacht ‘de jongen die morgen gaat winnen moet wel echt heel goed zijn’. De volgende dag bleek dat de extra trainingen goed hun werk hadden gedaan, want ik was de jongen die de wedstrijd won. Dat was het eerste moment dat ik besefte dat ik talent had voor het hardlopen.
Toen ik vijftien was heb ik me aangesloten bij Team 4 Mijl. Hier trainde ik nog steeds onder leiding van Guido, echter ging ik meer trainen, en kon ik samen lopen met oudere atleten waar ik me aan kon optrekken. Mijn oudere broer Frank heeft ook een tijd op hoog niveau gelopen bij Team 4 Mijl. Omdat we door de jaren heen veel duurlopen hadden gedaan in hetzelfde gebied, kenden we allebei de standaard routes wel. Om de trainingen wat interessanter te maken, verzonnen Frank en ik een wedstrijdje: wie heeft als eerste álle straten van Groningen gelopen. Dit hielden we bij met een markeerstift op een stadskaart van de VVV. We hoopten op deze manier en passant allemaal mooie nieuwe plekken te ontdekken. Dat lukte af en toe, maar we kwamen er met name achter dat er ook heel veel saaie straten zijn in de buitenwijken. Toen ik op een gegeven moment drie kwartier door Selwerd aan het slalommen was om alle straatjes in te kleuren vond ik het wel mooi geweest, en ben ik er mee gestopt. De kaart heb ik nog wel ergens liggen, dus wellicht hervat ik het project ooit.
Toen ik begon met studeren aan de RUG een paar jaar geleden ben ik verhuisd naar het zuiden van de stad, vlak bij de (pss pss..) Hoornse Plas. Ondanks dat mijn nieuwe studentenkamer slechts 7 kilometer van mijn ouderlijk huis was, ging er een wereld voor me open. Ik kon Groningen gaan herontdekken. Inmiddels heb ik hier ook de meeste leuke routes wel gevonden, maar toch kom je zo nu en dan nog een nieuw paadje, of stukje off-road tegen. Dan kan je weer een paar weken verder met rondjes over dat nieuwe pad, tot je daar weer op uitgekeken bent, en je weer iets nieuws moet gaan zoeken. Zo blijf je bezig, en zo leer je de stad steeds beter kennen. Wellicht moet ik binnenkort maar weer verhuizen naar een ander deel van de stad, zodat ik ook daar opzoek kan gaan naar de mooiste hardlooproutes.