't Groningen Gevoel van...

...Hans Schrijer

Omdat ik niet in Groningen geboren ben (ik spreek het uit met een heel zachte G), kan ik mooi vergelijkingen maken. Groningen, Nijmegen, Maastricht. Zoek de verschillen. Niet alleen in de beleving van sport, maar in de beleving van het leven zelf. Ik vond dat daar maar eens een amateursocioloog of sportpsycholoog naar moest kijken. Die hebben het allemaal heel druk met Covid-19, dus doe ik het zelf maar even.
Het duidelijkste verschil is natuurlijk de locatie. Toen ik gedwongen door de liefde naar Groningen verhuisde, was dat voor het gevoel van mijn Nijmeegse vrienden een emigratie naar de meest zuidelijke stad van Scandinavië. Voor veel zuidelijke Nederlanders heeft Groningen de magische ‘ver-weg’ klank van Timboektoe of Nergenshuizen. Tot mijn 10e woonde ik in de noordelijkste stad van Frankrijk, Maastricht.

Eerste onderwerp in dit vergelijkend stedenonderzoek: het aantal bomen per inwoner. Bovenop de Nijmeegse Stevenstoren (een soort Olle Grieze maar dan mooier) zie je het goed. Prachtig uitzicht op de rivier, maar vooral: bomen, bomen en nog eens boomtoppen. Alsof je neerkijkt op een reusachtige stronk broccoli. Door al die bomen zie je het bos bijna niet meer. Dat bos begint al midden in de Nijmeegse woonwijken. In de oostelijke wijken Hengstdal en Kwakkenberg (aan de kant van Berg en Dal) woon je zo’n beetje in het bos. Even verderop ligt zelfs een officieel Afrika Museum; ik bedoel maar. Als de bordjes ‘Nijmegen Bebouwde Kom, 50 km’ er niet stonden, zou je niet eens weten dat je in een stad was. Groningen werkt hard aan een inhaalslag. Met de administratieve verovering van Ten Boer en Haren kreeg de gemeente er ineens een paar bomen bij. Ook een stel hele oude en lommerrijke. Maar toch vooral weiland waar je niks mee kunt, als je niet toevallig aardappelteler bent. Ook nog wat nutteloze, vooral schilderachtige plekjes aan de vaart, zoals Winneweer en Wittewierum, op 3 uur en 26 minuten lopen van de Grote Markt, reken maar na op Google Maps.

Toen ik net in Groningen woonde, moest ik erg wennen aan de naam ‘Sterrenbos’. Ik verwachtte een enorm bos, een diep woud waar apen aan lianen rondslingerden, zo groot als het Duitse Reichswald, niet ver van Nijmegen, donkere oerbossen met reeën en bospaddenstoelen, boswachters die de boel in de gaten hielden. Ik op de fiets erheen. Ik stopte bij een plukje keurige bomen die stonden te verpieteren aan de Hereweg. Helemaal vergeten om ze weg te halen bij de bouw van de gevangenis. Iemand zei “Hier is het, het Sterrenbos”. Als ze in Nijmegen elke groenstrook met méér dan 1 boom een bos zouden noemen, zouden de namen snel op zijn.

Sport. Bij Nijmegen denk je toch vooral aan de wandelsport. De Vierdaagse. Vooruit, Nijmegen is ook de woonplaats van hardloopmanager Jos Hermens en een tijdje van hardlooplegende Haile Gebrselassie, maar de meeste Nijmegenaren houden toch vooral van vier dagen langzaam in grote groepen achter elkaar aan schuifelen over de dijk langs de Waal. Voor dat soort tijdrovende fratsen hebben we in Groningen ja geen geduld! Basketbal, ijshockey, de groen-witte FC, elke seconde gebeurt er wel wat! De Trots van het Noorden, met de onovertroffen regels in het clublied “Laat ons weer eens juichen. Aan het einde van het seizoen, zijn we dan geen kampioen.” Het is voor mij de club van Ronald Koeman, de Groningste aller Groningers. Een Ras-Groninger, die de vergelijking met elke andere bondscoach glansrijk wint. Nu u er toch bent: even iets rechtzetten. De voetbalclub uit Nijmegen spreek je niet uit als N.E.C. - alsof je het over een Europese Commissie hebt - maar als ‘Eniesee’.
In het clublied zie je meteen het belangrijkste verschil met Groningen, het zit hem in de hoop op succes: “Weer trekken wij ten strijde, Eniesee wordt kampioen!”

Hier kom ik op mijn theorie, die voer is voor sociologen: Groningen is het toppunt van de Nederlandse ‘doe-maar-gewoon’ cultuur. “Als ik maar niet win, want dan moet ik naast mijn schoenen gaan lopen!” Er gaat echt niets boven Groningen wat dat betreft. Kapsones is een Amsterdams woord. Kennen we niet in Groningen. Het is verboden. Toen we bij de schepping van de aarde mochten kiezen waar we gingen wonen, gingen we immers ook niet voor de metershoge golven die bij Biarritz of Oahu op de kust beuken, maar we kozen heel bescheiden voor de Waddenzee - we besloten dat veel modder in een landschap ook z’n charmes heeft. Grijze modder, bruine modder, watervogels die vliegen, watervogels die drijven, de natuur is er elke dag weer anders. Mooi man.
Een hele marathon organiseren? Het bekt gewoon niet lekker: De Marathon van Groningen. Een bescheiden 4 Mijl rennen, dan is het ook wel mooi geweest! Zo zijn we hier. Iedereen kan fijn meedoen, dat is dan ook weer heel Gronings!

Het beste zie je de verschillen per stad in de sector Cultuur & Muziek. Amsterdam had André Hazes, Den Haag Golden Earring, Maastricht zingt mee met André Rieu, Memphis heeft Elvis, Liverpool John Lennon en Paul McCartney, Groningen is trots op Rooie Rinus en Pé Daalemmer. O ja, en een klein beetje op Herman Brood natuurlijk. Kraantje Pappie.