’t Groningen Gevoel van…
…Steven Kammenga
Geboren in Stad. Ben opgegroeid op en rond de Korreweg. Eerst aan de Oppenheimstraat en daarna tegenover het Bernoulliplein. Mijn basisschool (Sionsschool) stond aan de Celebesstraat en de middelbare school (Wessel Gansfortcollege) was aan het eind van de Korreweg net over het Van Starkenborghkanaal.
In 2001 ben ik uitgevlogen naar de Florakade bij de Oostersluizen. En sinds 2008 woon ik in Paddepoel samen met mijn vrouw.
Als ik aan mijn sportbeleving in Groningen denk, dan is dat in een woord samen te vatten als ‘FAMILIE’.
Sinds eind jaren 80 ga ik samen met mijn vader en broer naar FC Groningen en Donar. Dat is inmiddels al meer dan 30 jaar.
Bij FC Groningen stonden wij altijd aan de lange zijde zuid in het Oosterpark. Aan de linker kant van het grote ijzeren hek rond de middellijn. Dit was echt een prachtige plek. Alleen in de winter was het er altijd erg koud. Dat kwam door de wind die onder de Tonny van Leeuwentribune werd doorgeblazen en iedereen tot op het bot koud maakte. Mijn broer Bas heeft zijn verjaardagsfeestje een keer bij FC Groningen gevierd. In februari gezellig met een paar klasgenoten naar de FC was het plan. Maar het was die dag zo koud dat mijn vader samen met de klasgenoten naar huis is gegaan omdat ze het allemaal bevroren waren. In mijn beleving bleven mijn broer en ik achter op de tribune en hebben wij wel de hele wedstrijd afgekeken. Echte diehards dus.
In de jaren hierna werd de groep mensen die bij ons stonden uitgebreid met klasgenoten van mijn broer en een vriend van mij. Oftewel de familie werd steeds groter.
FC Groningen had eind jaren 90 en begin van de zero’s een echt familiegevoel. Bij de open dagen van de FC waren er een hoop activiteiten waarbij spelers benaderbaar waren en zelfs meededen met een potje voetbal.
Wij gingen ook altijd op de foto met een speler. Eerst met Milko Djurovski en later met Magnus Johansson. Wij hadden een Zweedse vlag gekocht en ik was begonnen met een website over Magnus. Elke verjaardag van hem overhandigden wij de foto die wij op de open dag hadden laten maken aan hem. Hierdoor kregen wij een goed contact met hem. We hebben samen tijdens de Olympische spelen ijshockey gekeken bij hem thuis. Ook werden we zelfs uitgenodigd voor zijn 30e verjaardag die hij vierde in het spelershome van FC Groningen. Je voelde je hierdoor echt deel uitmaken van de familie.
Sport maakt in onze familie een belangrijk deel uit van ons leven. Bij onze vakanties in Frankrijk werd er altijd gekeken of er nog een Touretappe in de buurt was die wij konden bekijken. Vooral de tijdritten in de bergen waren altijd erg leuk om mee te maken. Meestal was de zus van mijn vader met haar man ook aanwezig tijdens deze vakanties. Wij kwamen er op een vakantie achter dat FC Groningen een wedstrijd moest spelen in Montpellier. Dat was wel een eindje, maar samen met mijn oom, mijn vader en broer zijn wij die kant opgereden. Om de drukte op de snelwegen te vermijden was het plan om de route van de slimme indiaan te volgen. Dat was een route die snelwegen vermeed en net zo snel zou zijn. Later bleek deze indiaan niet zo slim te zijn. Wij kwamen pas halverwege de middag aan in Montpellier en waren in de veronderstelling dat de wedstrijd al afgelopen was. Gelukkig bleek de wedstrijd te zijn verplaatst naar de avond. Dat zorgde ervoor dat de frustratie van de heenreis verdween. De wedstrijd werd helaas roemloos verloren, maar het was een mooi tripje.
Maar niet alleen FC Groningen is onze favoriet. Ook Donar volgen wij op de voet. Elke thuiswedstrijd zijn wij te vinden bovenin van G. Een prachtig plekje zonder mensen achter je, waardoor je lekker kan gaan staan wanneer jij dat wilt. Tegenwoordig bezoeken wij niet zoveel uitwedstrijden meer, maar dat was vroeger wel anders. Na de verhuizing van de Evenementenhal naar de Middenhal in MartiniPlaza kreeg iedereen een ander plekje en hierdoor leerde je nieuwe mensen kennen. Zo is er een Donar familie ontstaan. Met deze mensen gingen wij geregeld naar uitwedstrijden. Zo ook de beruchte uitwedstrijd in de halve finales van 2004 tegen Demon Astronauts uit Amsterdam. Wij waren voor ons gevoel al te laat vertrokken bij Martiniplaza. Toen ook op de ring van Amsterdam de verkeerde afslag werd genomen zouden wij te laat arriveren voor de tip-off van deze wedstrijd. Totdat mevrouw Kriisa er zat van werd. We stonden stil op de afrit en dat schoot niet op. Ze opende het 9-persoons busje en zette haar zoon op de vluchtstrook. Het plan was om dan maar de sprint in te zetten richting de Sporthallen Zuid. Haar opmerking zal mij altijd bij blijven. Bij deze actie sprak zij de memorabele zin “If you don’t take risks, you won’t drink Champagne”. Iedereen uit het busje had de sprint ingezet richting de hal. En daar arriveerden wij net op tijd om te zien dat de bal werd opgegooid voor het begin van de wedstrijd. Bij rust stond Donar 16 punten achter en leek het eind van het seizoen in zicht. Deze wedstrijd moest gewonnen worden om ons te plaatsen voor de finale. Iedereen zat er beteuterd bij. Maar er zou die avond een wonder geschieden. De wedstrijd werd gewonnen en daar hebben wij eigenlijk het kampioenschap al gevierd. De hele Donar familie voelde zich namelijk onoverwinnelijk. En dat bleek ook zo te zijn. Want voor het eerste sinds 1982 werd Donar weer landskampioen.
Zoals ik al zei, sport is voor mij familie. Je familie kies je namelijk niet uit. Ze zijn er wel altijd voor je. Soms zie je ze een hele tijd niet, maar wanneer je ze weer ziet dan is het net alsof je elkaar gisteren nog hebt gezien.