't Groningen Gevoel van…
... Jan A. van der Veen
Opgegroeid aan de Stadhouderslaan in de Oranjewijk in Stad mocht ik genieten van een onbekommerde jeugd met m'n broertje Bram en uiteraard pa en ma. M’n pa was handelsreiziger zoals dat toen heette. Hij nam meestal op maandagochtend de benen om alom in den lande eerst benzine en olie en in een later stadium parfumerie aan de man te brengen. Vaak keerde pa pas op vrijdagmiddag terug in Stad. Dan stonden meestal pannenkoeken met stroop en bruine suiker op het menu. Nog steeds een van m'n favoriete gerechten. M’n ma was drie dagen per week cheffin in het roemruchte kledinghuis gebroeders Jansen aan de Grote Markt, destijds pal naast Vroom en Dreesman. Al met al heb ik het smoezen niet van vreemden. De bovenwoning aan de Stadhouderslaan maakte mogelijk dat ik met name elke ochtend tijdens het ontbijt kon genieten van de natuur en het weidse uitzicht over landerijen. De wijk Paddepoel bestond toen nog niet. Weilanden, sloten, grazende koeien, blatende schapen, net geboren lammetjes en parende merries en hengsten. Het was een feest om dat alles van nabij mee te maken.
Toen al maakte ik kennis met het sportieve leven. Aan de hand van m'n pa stonden met name de weekenden in het teken van sport en een beetje het geloof. Met pa racende ik door het land om motorraces te bezoeken. Het bedrijf waarvoor hij werkte was namelijk hoofdsponsor van allerlei vormen van motorsport. Van wegraces zoals de TT in Assen, Tolbert en Zandvoort tot grasbaanwedstrijden en crosses in ondermeer Stadskanaal, Eenrum, Sint Anthonis, Gemert en Norg.
Als pipootje ben ik ook groot gebracht met de voetbalsport. Vanuit het ouderlijk huis keken we uit op de velden van VES, het latere Hellas VC. En vanaf m'n zesde ging ik met m'n pa ook met de regelmaat van een chronometer naar het Oosterpark voor de wedstrijden van GVAV, tegenwoordig FC Groningen. Inmiddels 62 jaar volg ik die club hondstrouw. Eerst als supporter en vanaf 1968 als sportjournalist. Ik heb toppers, tobbers, kermisklanten, wijsneuzen en meelopers in al die jaren geobserveerd. Het is nog steeds mijn wereldje.
Als actief sporter was ik geen echte hoogvlieger. Ik was een manusje-van-alles. Hoogtepunten als junior waren het Noordelijk basketbalkampioenschap met Boreas, de voetbalavonturen bij Oranje Nassau en de turnuitvoeringen van Excelsior in de met 1200 toeschouwers altijd uitverkochte Harmonie. Gluren door de gordijnen in de kleedkamer van de meisjes vormde m'n jaarlijkse hoogtepunt. Nadat ik de middelbare school had afgerond nam ik feitelijk ook afscheid van de actieve sport. Als werkstudent was het handelen in schilderijen m'n eerste inkomstenbron. Ik wilde pa en ma financieel niet te zwaar belasten en gewoon op eigen benen staan. Het waren wilde jaren met veel geld door knetterhard te werken en ook immense braspartijen in de binnenstad en rondom de wedstrijden van GVAV, Donar, Lycurgus en GIJS. Altijd met vrienden en vriendinnen.
Onze favoriete verblijven waren cafe Havenzicht, de City Bar, cafe Hooghoudt aan het Zuiderdiep, cafe-restaurant Indie, Lucky Star, dancing Apollo, hotel-restaurant Frigge, de restauratie van het hoofdstation, jazzcafé de Koffer en dancing C'est Ca. En in Ommeland was het altijd goed toeven bij cafe Hammingh in Garnwerd en cafe moeke Vaatstra bij de brug in Zuidwolde. In die jaren nam ik al de beslissing nooit of te nimmer te willen vertrekken uit Groningen, met afstand de mooiste en meest bruisende stad van Nederland op het sportieve vlak en in horecatechnisch opzicht. Kansen om te verhuizen naar het westen des lands heb ik zat gehad met name tijdens m'n radio- en tv-activiteiten in Hilversum voor Veronica, KRO, RTL4, Sport7 en SBS6. Telkens moest ik de Hoge Heeren teleurstellen. Men begreep er helemaal niets van. Ik wel. De prachtige en immer bruisende Stad en idem dito Ommeland hielden me in een ijzeren greep. M'n toenmalige echtgenote Greetje en onze zoons Martijn en Floris voelden zich ook als visjes in het water in Stad.
M'n bijna altijd vrolijke pa heeft de geboorte van onze kids helaas niet meegemaakt. Hij overleed als 59-jarige jongeling in 1971 aan de gevolgen van longkanker. Ik zat aan z'n sterfbed en mis hem nog steeds. Ook m'n ma is niet meer onder ons. Zij heeft ook een mooi leven gehad. Alleen het laatste jaar was een lijdensweg vanwege dementie. Haar lichaam en geest waren uitgeput. In 2005 was het voor haar over-en-sluiten in mijn aanwezigheid. Immens verdriet en een vorm van opluchting maakten zich van mij meester. Ik ben nog steeds trots op m'n pa en ma, die mij de juiste weg hebben gewezen. Ook ben ik trots op m'n ex. Zij heeft het maar liefst 24 jaar volgehouden met een globetrotter, die immer drukkiedruk was en altijd onderweg was all over the world. Gelukkig hebben we nog steeds prima contact. Via haar ben ik ook in de journalistiek beland en heb ik de provincie echt leren kennen. We zijn zelfs in 1972 in het diepste geheim op Schiermonnikoog getrouwd. Twee obers en chef-kok Kees van het roemruchte hotel Van der Werff waren onze getuigen. Na de supersnelle huwelijksvoltrekking volgde een enkele uren durende braspartij in de tent van tante Dien.
Nog altijd is Schier m'n tweede thuis. Zeker vier keer per jaar vertoef ik op het mooiste eiland van Nederland en omstreken. Drie keer een midweekje in een penthouse aan het strand geven me telkens een kick. Aan m'n journalistieke loopbaan als freelancer maakte ik, na dertig jaar, in 1998, een einde. Op verzoek trad ik in vaste dienst bij RTV Noord. Het was even wennen. In plaats van met Feyenoord voor een Europa Cupwedstrijd vliegen naar Moscou of met het Nederlands elftal naar Frankrijk stapte ik in de auto om opnamen en interviews te maken aan de Langeleegte met typetjes van Veendam of in het Oosterpark met figuren van FC Groningen. Toch duurde het gewenningsproces niet lang. Diep in m'n hart was ik weer blij en trots om weer echt thuis te zijn.
Ruim drie jaar geleden liep het dienstverband bij RTV Noord ten einde wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Het was een mooi afscheid met leuke toespraken, een prachtig filmpje over m'n belevenissen en het allerbelangrijkst, er waren indrukwekkende kadootjes. Nu ben ik weer freelancer en doe ik waar ik zin in heb. Het is me een eer en groot genoegen om columns en verhalen voor Sport in Stad te mogen schrijven. FC Groningen, Donar, Lycurgus, GIJS, Nic., Groene Uilen en het schaatsen volg ik op de voet. De kroegen van weleer zijn vrijwel allemaal verdwenen. Pleisterplaatsen tegenwoordig zijn mijn lievelingscafe de Wolthoorn van opperbaas Arnold Ensing, cafe Huis de Beurs, het terras van de Kosterij, cafe Hooghoudt aan de Grote Markt, het terras van cafe Hammingh in Garnwerd, het Feithuis en cafe moeke Vaatstra. Kortom, tis allemaal Gronings gedoe in optima forma. Niet voor niets prijkt op m'n visitekaartje de Groningse vlag. Ik ben er trots op om een Groninger te zijn!!!
Groningen, bruisende metropool
Groningen, Stad van burgers, buitenlui, studenten, kooplieden en allerlei gespuis
Groningen, Stad van theaters, musea en bioscopen
Groningen, Stad van de RUG, Hanzehogeschool, Alfa-college, Noorderpoort en al die andere onderwijsinstellingen
Groningen, Stad van hotels, restaurants, eetcafeetjes en kroegen
Groningen, Stad van FC Groningen, Donar, GIJS, Lycurgus, Nic. en al die andere sportverenigingen.
Groningen, Stad van Euroborg, MartiniPlaza, het Willem Alexander Sportcentrum, topsporthal Alfa-college, atletiekcentrum Stadspark, sportcentrum Kardinge, sportcentrum RUG en Hanzehogeschool en al die andere sportlocaties
Groningen, Stad van Nederlandse kampioenen (2015): Thijmen Kupers, Eric Pang, Daidai Ntab, Giovanni Codrington, GIJS Racoons, Vincent de Vegt, Roel Boomstra, Nathan van der Lee, Joost van der Endt en Rogier Blink
GRONINGEN, MIJN STAD!!!