’t Groningen gevoel van ...

...Jan Tebbens

Lodewijks

Hemelsbreed zal het zo’n 3 kilometer geweest zijn; de afstand tussen ons ouderlijk huis en het Oosterparkstadion in de stad. Bij thuiswedstrijden sloeg na ieder doelpunt van de thuisploeg een golf van geluid over ons wijkje. Voor de achtjarige versie van mijzelf klonk dit waanzinnig. Dit moest ik van dichtbij meemaken.

Mijn eerste stappen rond het stadion waren tijdens de open dag. Ik was nog nooit dicht in de buurt van profvoetballers geweest. Of toch? Ik voetbalde in de jeugd bij FC Lewenborg en daar was Marco Waslander regelmatig te vinden. Wanneer hij langsliep fluisterden wij als teamgenootjes altijd naar elkaar “dat is die profvoetballer”. Maar zonder Marco tekort te willen doen, de open dag van de FC was toch wel “next level”. Met de spelerskaarten in de hand maakten mijn beste vriendje en ik een rondje langs onze helden. Stuk voor stuk super benaderbaar.

Ik had in die tijd besloten om niet langer als spits door het leven te willen. Scoren was leuk, maar duiken was nog spectaculairder. Ik ging keepen. Voor mij was er tussen de palen maar één groot voorbeeld en dat was Patrick Lodewijks. Tijdens de open dag moest en zal ik dan ook zijn handtekening hebben. Niet alleen op de spelerskaart maar ook met een zwarte “benzinestift” op m'n voetbalschoen. En daarna wilde hij ook nog wel even met mij op de foto. Misschien een kleine moeite voor Patrick, maar voor mij was het echt groots. Mijn vriendje, een geboren verdediger, wilde met een hele andere speler op de foto. Niet met de internationals John de Wolf of Wim Koevermans, maar met Claus Boekweg. In zijn tijd was dat een uitstekende verdediger, maar om hem nou als favoriete speler aan te wijzen… We sloten de open dag af door met z’n tweeën op de foto te gaan met Hennie Meijer, dat kiekje pikten we nog even mee voordat we weer naar huis fietsen.

Een aantal jaren later, op mijn 15e, mocht ik van mijn ouders voor het eerst een seizoenskaart. Het was het seizoen 1993/1994 en FC Groningen had met Michael Reiziger een prima huurling van Ajax binnengehengeld. De wedstrijden in het Oosterpark hadden altijd iets magisch. De Euroborg zal voor mij nooit kunnen tippen aan het beeld van het Oosterpark Stadion met de vier hoge lichtmasten midden in een volksbuurt. De prestaties van de FC waren wat minder sprookjesachtig dan het toneel. Dat seizoen en de seizoenen daarna eindigden meestal nogal kleurloos in het rechterrijtje. En uiteindelijk resulteerde dit in 1998 zelfs in degradatie naar de eerste divisie. Dit betekende ook het einde van mijn jeugdheld bij de FC. Patrick Lodewijks nam na 9 seizoenen afscheid van het Oosterpark Stadion. Geen nieuwe seizoenkaart meer voor mij, de lol was er vanaf.