't Groningen Gevoel van ...
...Anouk Trooster
Met water vul ik het reservoir. Eén schep, tweede schep, bovenkant erop en het vuur aan. Terwijl de koffie staat te verwarmen, struin ik door herinneringen.
Groningen.
Mijn ouders ontmoeten elkaar bij de ACLO tijdens het volleyballen. Mijn moeder groeit deels op in de stad. Mijn vader komt voor zijn studie naar het Noorden. Vlak voor mijn geboorte verhuisden ze naar Assen. Dichtbij genoeg om vaak terug naar de stad te kunnen, waar familie en vrienden wonen en mijn vader werkt. Zo reis ik de A28 veelvuldig met ze af, later met mijn zusje naast me op de achterbank. Even checken welke dag het vandaag is (vlammen op de mast die de entree van Groningen zuid markeert), doe ik tot op de dag van vandaag nog steeds.
Na het behalen van mijn zwemdiploma, in Assen, weet ik niet welke sport ik moet kiezen. Ik probeer wat sporten uit, maar het is steeds net niet raak. Met acht jaar sta ik aan de rand van het Asserbos bij de Oranjewoudbaan te kijken. De paralympische spelen voor atletiek worden gehouden. “Dat wil ik doen!”, wist achtjarige ik meteen. Op slag verliefd, niet meer weggegaan. (reguliere) Atletieksport moest het worden.
Voor de mensen die mij wel eens gezien hebben, ik ben nooit de langste geweest. Explosief ook al niet, wel gedreven. Met een vaste groep clubgenoten en clubtrainers gingen we de wedstrijden in het Noorden af. Groningen was onze grootste concurrent. De clubtrainers die ik had bij de pupillen (en later bij de junioren) waren echte toppers, daar denk ik nog vaak aan terug. Zij zijn nog steeds een inspiratie voor wat ik doe vandaag.
In welke volgorde de volgende gebeurtenissen plaatsvonden, weet ik niet precies meer. Maar het ging snel; met behulp van een trainer die dacht dat ik kans maakte om het clubrecord te verbreken op de 1000 meter, liep ik inderdaad een nieuw record in mijn leeftijdscategorie in de boeken. Ik ontving een uitnodiging voor regiotrainingen voor middellangeafstanden. Inmiddels vijftien jaar mocht ik één keer in de week bij de club voor hardlopen trainen (naast een reguliere atletiektraining). Even daarna mocht ik overstappen naar Team 4 Mijl in Groningen. Het hardloopteam van het Noorden.
Hier heb ik een paar jaar getraind, met mooie wedstrijden mee gedaan, NK medailles bij de junioren behaald en een interland meegemaakt. Dagelijks samen trainen met mensen die passie voor hardlopen hebben. Rondjes op de atletiekbaan, door het ommeland, het stadspark -herhaaldelijk over de grote heuvel- en door de stad. Hardlopen blijft een mooie manier om de boel te verkennen. Ik stapte over naar Groningen Atletiek en ging met de club naar de Europacup in Portugal.
Dit was de start van mijn hardloop-loopbaan, maar ondertussen begon per ongeluk nog een andere loopbaan. Ook op vijftienjarige leeftijd moesten we voor school de welbekende maatschappelijke stage lopen (onbetaald werken bij een bedrijf waarop je je wilt oriënteren). Ik kwam bij de club uit en ging training geven. Na de periode van vrijwillig trainerschap vroeg de club of ik wilde blijven. Het bleek een gouden schot: ik vond het prachtig. Met een korte onderbreking doe ik dit vandaag nog steeds.
Naar Groningen.
Dit zette mij ook aan tot mijn opleidingskeuze. Iets met sport wilde ik doen. Het moment dat ik over de drempel stapte van het Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen ervoer ik het gevoel van thuiskomen. Hier hoor ik, dit zijn mijn type mensen. Na een half jaar woonde ik als zeventien jarige op kamers en speelde mijn leven zich af in Groningen. Ik fietste tussen Groningen-Zuid, het Zernike complex en de atletiekbaan in het Stadspark. Het mooie van de stad is dat je er met twintig minuten -bij wind in de rug- wel weer door heen bent. Lekker knus en toch alles bij de hand. Panden jong en oud door elkaar, net als de bewoners. Altijd wel iets te koekeloeren.
Tijdens mijn bachelor opleiding kon ik alvast starten met mijn masteropleiding aan de universiteit van Rome (Italië). Voor dit avontuur verliet ik Groningen voor een jaar. Absoluut een prachtige ervaring. Wat me nog goed bij staat is het terugkomen in Groningen na het jaar. Toen pas zag je goed hoe groen het gras in Groningen eigenlijk is. Alle leeftijden door elkaar, fietsend, ruimte, gezelligheid en een prettige overzichtelijkheid. En, noemden we dit nou spits…?
Terug in Groningen.
Eenmaal afgestudeerd aan de opleiding van de Hanzehogeschool zei ik resoluut: in dit gebouw kom ik nooit meer terug. Nog geen half jaar later stond ik er weer. Inmiddels met mijn Master op zak, begon ik aan mijn eerste echte werkervaring op het Instituut voor Sportstudies. Inmiddels werk ik daar nu vijf jaar als docent-onderzoeker bij de opleiding Sportkunde met sportieve studenten en collega’s binnen het veld van onze gemeenschappelijke passie: sport. Nog andere werkplekken uitgetest in de tussentijd, blijft dit toch de allermooiste.
Ondertussen ging ik van pupillentrainer bij Groningen Atletiek naar juniorentrainer. Ik stopte met serieus hardlopen, werd een jaar wielrenner, ging schaatsen en deed korte triathlons. Inmiddels bestond er naast Team 4 Mijl, ook een jeugdopleiding voor middellangeafstanden in Groningen. Vorige zomer werd ik opgebeld of ik het niet wat vond om bij het Regionaal Trainingscentrum (RTC) midden langeafstanden met de oudere jeugd te gaan werken. Samen met deze klus ben ik ook bij Team 4 Mijl teruggekomen, als techniektrainer. Een mooie combinatie met mijn werk bij de Hanzehogeschool als docent.
Een paar week terug ging de telefoon, of ik een column over mijn Groningen gevoel wilde schrijven. Inmiddels begint de koffie op het vuur te pruttelen en kom ik weer uit gedachten. Groningen.. waar je mensen groet op straat, op de racefiets naar het Wad kan, bekenden tegenkomt, overal op de fiets óf zelfs hardlopend kan komen, waar altijd iets te doen is, natuur in de buurt, waar lieve vrienden wonen, ik mijn vriend ontmoette en het gras groen is. Groningen is energiek en rustig tegelijk. En als je even weg bent geweest, realiseer ik me altijd weer: 't kon minder.