Het Groningen Gevoel van…
... Eva Hulscher
Beeld: RTV Noord
Het is september 2007 als er wat vrolijke onrust heerst op de sportredactie van RTV Noord. Ene Bauke Mollema uit Zuidhorn presteert opvallend goed in Frankrijk. Daar wordt op dat moment de Tour de l’Avenir verreden; zeg maar de Tour de France voor opkomend talent. Zo goed, dat hij het geel tot aan de eindstreep dreigt te behouden. Niet in Parijs, maar in Saint-Flour, een schattig plaatsje in de Auvergne. Daar moeten we als RTV Noord bij zijn. Deze jongen kan ons immers nog jaren aan sportnieuws opleveren als hij echt weet door te breken.
Dat ik de dag erna met stoom en kokend water naar Frankrijk mag heeft waarschijnlijk te maken met de cameraman met wie ik dan al een aantal jaren samenhok. Die ziet het als wielerfanaat ook wel zitten en dus stappen we een dag later in zijn donkergroene Volvo 850 richting het zuiden van Frankrijk. Hoe het met Bauke verliep weet u. De sticker die ons toegang gaf tot het parcours heeft nog jaren de auto gesierd.
Dat ik in 2007 al bijna tien jaar bij RTV Noord werkte, had ik te danken aan niemand minder dan Jan A. van der Veen. Die kende mij al mijn hele leven, we woonden aan hetzelfde plein in Paddepoel. Hij wist ook dat ik sportliefhebber was.
Elke twee weken stond ik met goede vriendin Esther bij het gele hek ter hoogte van de middellijn, voor de Tonny van Leeuwentribune in het Oosterparkstadion. Bloedfanatiek waren we en dat eisten we ook van de spelers. De bikkels waren dan ook favoriet bij ons. Joop, Harris en Mariano. Niet lullen maar poetsen.
Naast Groningen waren we Feyenoord-fans. Fan zijn van één van de grote drie was prima verenigbaar met onze liefde voor Grunn, vonden we. PSV was voor mietjes, Ajax voor de succes-fans. Feyenoord was tenminste echt voetbal. We gaven af op de kwijlende meisjes die alleen voor Rob Witschge kwamen. Al kwijlden we stiekem wel mee, we vonden de nummer 5 veel stoerder. ‘Ruudje Ruudje Ruudje Heus’, schreeuwden we. Plakboeken vol door mij geschreven columns over weer eens verloren wedstrijden vullen mijn zolderkasten. Bij Feyenoord was er in die tijd voer genoeg voor treurnis.
Kortom, Jan zal geweten hebben dat een bijbaan op de sportredactie voor zijn buurmeisje een schot in de roos was. Zeker toen ik ook nog rechten met journalistiek aan de RUG ging studeren.
Na een maand proefdraaien mocht ik blijven, voor elf uur per week. Ieder weekend tikte ik sportberichtjes voor teletekst en tekst-tv. Belde aan achter de uitslagen van de topamateurteams. In die tijd Be Quick, Nieuw-Buinen, Appingedam en ASVB. Elke vrijdagavond tussen half elf en elf sprak ik met Richard Buursema over de verrichtingen van Leekster Eagles.
Ik nam schaatsuitslagen over van Taeke Plas. Tikte atletiekberichten van Jo Tingen, het roeien kwam via Koos Bauman binnen. Ik tikte prachtig handgeschreven, overcomplete radio-inleidingen van freelancers Jaap Smit en wijlen Hilbrand Hartlief over. De laatste altijd op een groen papier, dat eigenlijk voor de tv-studio was bedoeld. Mooie tijden waren dat. Met sportprogramma’s op zowel Radio als TV Noord.
En meer mooie sportmomenten volgden. Van een portret van de toen 13-jarige Ranomi Kromowidjojo, het kampioenschap van Donar in Den Bosch tot de opening van de Euroborg met Arjen Robben.
Anno 2016 is alles anders. Ik werk niet meer voor de sport, maar voor het nieuws. Jan A. van der Veen is met pensioen, Bauke is een landelijke ster en de 850 is –zonder sticker- verkocht. De cameraman is er nog wel, met inmiddels ook twee kleine mannetjes. Met z’n vieren gaan we zomers naar de camping in Frankrijk. Misschien nemen we ze volgend jaar wel mee naar Saint-Flour.