Zet Tom Jelte Slagter Groningen op de erelijst van de Giro?

Door: Dick Heuvelman

Lang, heel lang was Groningen een blinde vlek op de professionele wielerkaart. Dat had vooral te maken met de roots van het cyclisme, gelegen daar waar het katholicisme werd beleden. Vandaag de dag zijn wielrenners van alle gezindten en komen ze van overal en nergens: Van Japan tot de Verenigde Staten en van Noorwegen tot Zuid-Afrika. Ook Groningen is meegelift op de vaart der wielervolkeren. Stad en Ommeland hebben in Bauke Mollema, Tom-Jelte Slagter en Martijn Keizer drie profs die op het hoogste niveau, de World Tour, hun neus regelmatig aan het venster steken. Mollema staat zelfs hoog op de wereldranglijst (21ste) en Slagter maakte indruk met triomfen in de Tour Down Under (2013) en Parijs-Nice (2014).

Dit jaar wil het met de heren echter nog niet zo vlotten. Net zoals trouwens met het hele Nederlandse wielrennen. ‘We’ zitten ‘even’ in de verkeerde waaier. Bauke Mollema begon, in het tricot van zijn nieuwe Trekformatie, overigens veelbelovend aan het seizoen. In de Tirreno-Adriatico, een prestigieuze Italiaanse etappewedstrijd tussen twee zeeën (Tyrreense en Adriatische Zee), kwam hij als nummer twee op het podium in het traditionele eindstation San Benedetto del Tronto. Hij moest alleen de Colombiaan Nairo Quintana voor zich dulden. Maar Grote Jongens als Roberto Uran (derde), Thibaut Pinot (vierde) en Alberto Contador (vijfde) hield hij achter zich.

Ook in de Ronde van Baskenland, medio april, ging het goed met de man die Groningen als woonplaats heeft verruild voor Leeuwarden. Op de voorlaatste dag zag hij zijn winstkansen echter vervliegen door een zware valpartij. Meteen was zijn voorjaar naar de vaantjes, want in de daarop volgende klassiekers (Amstel Goldrace, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik) bleken zijn opgelopen verwondingen een te grote belemmering voor topprestaties. Meteen werd zijn voorseizoen door enkele criticasters (zoals Danny Nelissen) als mislukt bestempeld, maar die conclusie was te veel doordrenkt met opportunisme. Immers, in het werk waarin Mollema het beste gedijt, de etappekoersen, deed hij het gewoon goed. En ja, tegen de altijd loerende pechduivel moet iedereen het vroeg of laat afleggen.

Voorlopig zullen we Mollema niet tegenkomen in de uitslagen die er toe doen, want als gebruikelijk begint zijn voorbereidingen op de Tour de France pal na de klassiekers. De kasseienrit in Noord-Frankrijk heeft hij inmiddels uitgebreid verkend.  Pas in de Tour zal duidelijk worden of Mollema de progressie heeft gemaakt die van hem bij Trek wordt verwacht. Daarvan was tot dusver nog niet veel zichtbaar. Er werd weliswaar heel lovend gesproken en geschreven over zijn tijdrit in de Tirreno, maar die was in relatie met de ‘chrono’ in de Tour van twee jaar terug zeker niet beter. En in het Baskenland bleek dat hij bergop nog altijd moeite heeft aan te haken bij de beste klimmers in het peloton als er echt tempo wordt gemaakt. Maar op karakter blijft hij aan het elastiek hangen en kan hij de schade beperkt houden. Er is echter meer nodig om zijn beste prestatie in de Tour (zesde in 2013) te overtreffen. Dan zal hij bergop niet moeten aanklampen, maar aanvállen!

Wie we de komende weken wel gaan zien is Tom Jelte Slagter, evenals Mollema verkast naar het Friese land (Nijbeets). De kleine man uit Slochteren gaat zaterdag in Sanremo van start in de 98ste editie van de Giro d’Italia. Liever was hij van deze job ontheven geweest, want zoals bijna elke profrenner had hij zijn zinnen gezet op deelname aan de Tour de France. De ploegleiding van Cannondale-Garmin, een op Amerikaanse leest geschoeide equipe, passeerde hem daar echter voor en verbande hem min of meer naar Italië. Dat zit Slagter niet écht lekker en daarom zal hij, zijn instelling een beetje kennende, er alles aan doen om ploegbaas Jonathan Vaugthers te laten zien dat ie fout zit.

De grote vraag is echter of Slagter daartoe in staat is. Tot dusver heeft hij dit seizoen - net als zijn ploeg -  niet kunnen imponeren, zoals in de voorgaande twee jaar. Alleen in de Waalse Pijl reikte hij tot een top 10-klassering. Voor het overige moest hij in menige finale forfait geven. Slagter schrijft dat toe aan een hardnekkige knieblessure die hem afgelopen winter flink heeft afgeremd. Dat fysieke probleem lijkt inmiddels opgelost, zodat hij er in de Giro vol voor kan gaan. Hoewel de Canadees Ryder Hesjedal als kopman vertrekt, zal Slagter zeker zijn kansen krijgen. Maar heel veel zullen dat er niet zijn, ook gelet op de parcoursprofielen. Slagter moet het hebben van relatief korte, venijnige slotklimmetjes en daarvan zijn er niet veel te zien in het rondeboek. Wat overigens niet alleszeggend is, want in Italië kom je als wielrenner nogal eens voor verrassingen te staan. En wat is vlak in dit wielerminnende land?

Er staat in elk geval flink druk op Slagters ketel, want Amerikanen denken puur prestatief en dus wordt er bij Cannondale-Garmin op gerekend dat Slagter zijn toch behoorlijk dure geld waarmaakt. Als de Groninger de nodige grinta (duvel in de pens, op zijn Gronings) op kan brengen, moet hij in staat worden geacht Groningen de eerste ritzege in de Giro te bezorgen. Als zijn punch bergop er weer is, hoeft hij zich over een nieuw lucratief contract in elk geval geen zorgen meer te maken.  

Ook Martijn Keizer gaat weer eens van start in de roze koers, dit keer in het shirt van het tot dusver ondermaats presterende Lotto-Jumbo. De Muntendammer staat als een klassieke knecht aan het vertrek. Hij moet vooral in dienst rijden van sprinter Moreno Hofland en klassementsrenner Steven Kruiswijk, van wie wordt verwacht dat hij top 10 gaat rijden.

Echter, elke knecht krijgt op een zekere dag een dagje ‘vrijaf’ om voor eigen kans te gaan. Keizer heeft in het verleden bij herhaling bewezen dat hij een neusje voor de goede vlucht heeft. Twee jaar geleden, als lid van de vrijbuitersploeg van Vacansoleil, won hij bijna het klassement van de meeste vluchtkilometers, traditiegetrouw beloond met een Piaggio-scooter. Die ruimte zal hij van zijn ploegleider en provinciegenoot Jan Boven (Woldendorp) wel niet krijgen, met twee speerpunten binnen de ploeg. Maar wie weet komt hij bij toeval perspectiefrijk in een ander nevenklassement te staan en kan hij op die manier de nodige euro’s voor de ploeg binnen brengen. Hij heeft er wel de kwaliteiten voor. Keizer is echter de ideale modelprof voor een ploegleider, makkelijk in een keurslijf te persen. Maar ook zo’n rol kan veel voldoening schenken, zeker als het rendement oplevert.


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE