What the hell is Hiemuh?

Door: Dick Heuvelman

Tennis is wel een héél volkse sport geworden, stel ik vast bij het bekijken van een actiefoto van ons nieuwste sportidool, de jongeheer Paul Haarhuis. Op het shirt van de McEnroe-bedwinger prijkt prominent de naam HEMA en niet van de in deze sport gebruikelijke luchtvaartmaatschappij, in dit Nederlandse geval dus die van de KLM.

Nu ben ik er echt van overtuigd wat de dames en heren van de tennisbond me al jarenlang wijs proberen te maken; dat tennis echt geen sport meer is voor de betere stand. Immers, wat is volkser dan de HEMA? Dit warenhuis, waar de roltrap als laatste zijn intrede deed, was ooit zelfs zo volks dat Jan Modaal het niet in zijn hoofd haalde er naar binnen te gaan. Ook al had je geen nagel om je kont te krabben, dan nog waagde je het niet naar de HEMA te gaan. Die meed je als de pest. Je kon toevallig eens gezien worden door de buren. Je was voor het leven getekend. Liever bij V&D in het rood, dan de naam hebben een HEMA-klant te zijn.

HEMA en co –rommel en rotzo, was een slogan die vroeger veel op straat was te horen. De kwaliteit van de verkoopsters was navenant. Hoe de toenmalige personeelschef het toch altijd weer voor elkaar kreeg zo’n uitgelezen stel lelijkerds te recruteren is mij nog steeds een raadsel.

Dat de HEMA desondanks niet failliet is gegaan, is te danken aan een ondernemende banketbakker met een goede smaak. Deze man deed het tij keren nadat hij de directie van het warenhuis had gevraagd voor hem een plekje bij de entree te reserveren. Na dagenlang vergaderen werd dat verzoek ingewilligd, zij het met de volgende restrictie:hij moest wel buiten de deur blijven. Alleen als het regende mocht-ie binnen staan.

Een beslissing die verstrekkende gevolgen had. Het bleek de gouden sleutel naar een succesvolle toekomst. Omdat de banketbakker meestal buiten stond met zijn handel, had hij veel aanloop. Niet veel later was het bon-ton in de stad het gebak van de HEMA zo goed te vinden. Zelfs op het rustieke tennispark Vorenkamp, waar de betere kringen van Helpman nog altijd met vooroorlogse etiquette hun balletje slaan. Vooral in de late ochtenduren, wanneer de dames-snobs zich koffiedrinkend verpozen, is de HEMA de laatste jaren van (roodgestifte) mond tot mond gegaan.

Annemiek, de cosmopolitan-achtige vrouw van een aan het RK-ziekenhuis verbonden keel-, neus- en oorarts, was de eerste pleitbezorgster van HEMA.

–Zeg Monique meid, heb je wel eens gebak van de HEMA gehad?

–Kind wat vraag je me nou? De HEMA? Dat weet je toch, daar kom ik nooit. Wat heb ik daar in vredesnaam nou te zoeken? Ik zou niet durven. Duco-Jan ziet me al aankomen met spul van de HEMA. Nee, als ik taart moet hebben, ga ik wel naar bakker Borgman.

–Weet je wat jij moet doen, Monique? Je moet, als je visite krijgt, eens Tom Poezen kopen bij de HEMA, die in een doos van Borgman doen en dan ’s avonds bij de koffie presenteren. Dan zul je eens wat beleven, meid!!

Annemiek had het goed geschoten. Het HEMA-gebak was hét succes van de avond. Monique werd overladen met complimenten. Waar ze toch zulke overheerlijke lekkernijen vandaan haalde? “Bij de HEMA,” zei ze ondeugend. Eventjes was het notabele gezelschap met stomheid geslagen. Waarna de gastvrouw met complimenten werd overladen. Nadien ging het net zo met Gelderse rookworsten. De HEMA raakte gaandeweg in zwang, bij de mensen van stand die onder het mom van even gebak halen en passant ook Tomado-rekjes, geëmailleerde pannen en blauw geruite keukenhanddoeken meenamen. Ze moesten er toch zijn, was hun legitimatie. Paul Haarhuis trekt er nu profijt bij.

Het warenhuis niet minder. All over the world brengt Neerlands nieuwste tenniswonder de naam HEMA via allerlei tv-kanalen en kranten de huiskamers binnen. In New York is HEMA het gesprek van de dag. Op de tribunes van Flushing Meadows zie je de toeschouwers, tussen het ongegeneerd weghappen van Big MAs, Hot Dogs en popcorn door, elkaar aanstoten. “What the hell is Hiemuh?”

Dezelfde vraag stelde een Amerikaanse journalist tijdens een speciaal voor Paul Haarhuis belegde persconferentie. “De HEMA heeft van tennis in Nederland een volkssport gemaakt,” was het verbazingwekkende antwoord. Paul Haarhuis bleek zijn pr-zaakjes goed te kennen. In één adem draaide hij bovenstaand verhaaltje af.

 


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE