Wanneer wint FC Groningen de Beker nou eens?
Foto: Jan Kanning
(eerder gepubliceerd op 13 december 2014)
Wie had ooit nog eens gedacht dat PEC Zwolle de KNVB-beker zou gaan winnen? En ook nog eens met superieur spel. En niet tegen de minste opponent, Ajax. De recordkampioen werd volledig van de mat gespeeld. 5-2 werd het in de Kuip. En in de revanchepartij, met de Johan Cruijffschaal als inzet, kreeg Ajax andermaal een vernedering te doorstaan. Voor het eigen, verwende publiek nog wel.
Cupwinnaar 2014 PEC Zwolle.
Het staat voor eeuwig in de eregalerij van ons voetbal gegrift. PEC Zwolle! Een club die jaar in jaar uit in de marge van ons profvoetbal acteerde. De enige strijd die er lange tijd toe deed, was die met stadgenoot Zwolse Boys, de volksclub. Maar toen de Boys moesten afhaken in het betaalde voetbal, bleef PEC over om de Zwolse sporteer hoog te houden. Zonder succes van betekenis overigens. Af en toe ontsteeg de club, ontsproten aan de Zwolse sjiek, het anonieme bestaan van de eerste divisie, en mocht het met de Grote Jongens van de eredivisie meedoen. Doorgaans maar voor korte duur. Soms haalde PEC de media met grootste plannen. Zo trok het ooit Georg Kessler aan, de voormalige bondscoach. Een Heer van stand, die resideerde in het exclusieve hotel van de familie Wientjes, tegenover het station. Dat is mij nog het meest bijgebleven van Kessler als trainer bij PEC Zwolle. Soms kwamen er voor een paar grijpstuivers landelijke toppers in hun nadagen langs op de Ceintuurbaan. IJzeren Rinus (Israel) en de Bolle van Zwolle, het alter ego van doelman Piet Schrijvers gaven de PEC nog enige kleur, maar meer ook niet.
Op succes was PEC nauwelijks te betrappen, ook niet toen het zich (voor de gemeentelijke subsidie?) liet omdopen in FC Zwolle. Daarom werd PEC, kapitalen die staan voor Prins Hendrik – EDN – Combinatie, toch maar weer in ere hersteld. Niettemin bleef De Langeleegte een vaste stip op de PEC-horizon.
Tot PEC Zwolle, dat volgens een (ook al sjieke) supportersleus nimmer desespereert, in 2012 nog maar weer eens wist te promoveren naar de eredivisie. Ook toen was de vraag: voor hoe lang? Maar als nuchtere Groninger moet ik nu, slechts twee jaar later, constateren dat PEC Zwolle in één klap, met vliegende vaandels en slaande trom, over FC Groningen heen is gedenderd. Qua prijzen dan. Heeft het twee prestigieuze trofeeën in haar karige prijzenkast kunnen bijzetten.
Het doet me denken aan de etalage met eremetaal die bij de entree in de Euroborg is te zien. Ook geen verzameling waar je U tegen zegt en zelfs met een lege plek, waarbij de tekst ‘gereserveerd voor de Champions League Cup.’
Grapje natuurlijk, maar toch…
Maar toch ja. Want in de Groene Kathedraal staat ons cupvoetbal op een wel heel mager pitje. Daar zal toch eens een slag op het gebied van mentale instelling moeten worden gemaakt, wil FC Groningen PEC Zwolle ooit nog eens evenaren. Jarenlang verschool directeur Hans Nijland zich achter slechte lotingen als de FC weer eens en veelal roemloos terzijde werd geschoven in de strijd om de KNVB-beker. Meer dan eens zelfs door een amateurclub, IJsselmeervogels en Heerjansdam.
FC Groningen heeft nooit écht de indruk van een cupfighter gewekt. Dan zie je vaak aan de opstellingen. Al gauw wordt, soms meer, soms minder – afgeweken van de basiself. Dat is een indicatie hoe zo’n bekerwedstrijd wordt benaderd. Een klein pijntje en speler X wordt aan de kant gehouden. Omdat hij harder nodig is in de wekelijkse strijd om de punten. Merkwaardig, want in het bekertoernooi is voor een club als FC Groningen meer eer te behalen dan in de competitie.
Eén keer werd weliswaar de finale gehaald, in 1989, tegen PSV, maar dat was een incident. Dat ook nog eens slecht afliep; een kansloze 4-1 nederlaag in een deprimerende Kuip-ambiance; slechts 9400 toeschouwers. Romario zette de Trots van het Noorden, met jongens als Jan van Dijk, Jos Roossien, René Eijkelkamp, Theo ten Caat en Hennie Meijer, al na 2 minuten op achterstand. Structureel echter heeft FC Groningen er nooit echt wat van gebakken in de Beker.
Vorig jaar was zelfs een dieptepunt. Hoewel het flink meezat met de loting, liet de FC zich in de Euroborg door NEC, nota bene een degradatiekandidaat, inpakken. Dit jaar heeft Vrouwe Fortuna FC Groningen nóg beter bedeeld als het om bekervoetbal gaat. Eerst als warming up twee modale amateurclubs (Barendrecht en Flevo Boys) en nu, in de derde ronde, een Jupiler Leagueclub, FC Volendam. Ook nog eens thuis. Dat biedt toch ongekende perspectieven, zou je zeggen. Overwinteren in de Beker, dat moet in elk geval kunnen. Het hangt natuurlijk wel af van de inspiratie van trainer en spelers, onderschatting ligt op de loer.
Maar als ik FC Groningen was, zou ik toch eens een voorbeeld nemen aan PEC Zwolle. Dat heeft bewezen dat eeuwige roem ook anno nu, waarin geld veelal het verschil maakt, nog best te vergaren is. Dit jaar is het precies tachtig jaar geleden dat een Groninger club de KNVB-beker veroverde. Daarvoor tekende Velocitas 1897, met toenmalige vedettes als Otto Bonsema, Eppie Meulema, Schipper van de Velde en doelman Jo Kolthof. De groenwitten versloegen op een zomerse zaterdag op het veld van het Utrechtse UVV het grote Feyenoord van de legendarische kanthalf Puck van Heel, doelman Adrie van Male en Bas Paauwe, allen gelauwerde internationals. Het werd na verlenging 3-2 voor Velo. Tijd voor een feestje was er niet. De volgende dag moest er al weer voor de kampioenscompetitie thuis aangetreden worden tegen Willem II. Toen de ‘Hollandse trein’ tegen middernacht het Hoofdstation binnenreed, waren er slechts enkele vrienden en bekenden om de cupwinnaars te fêteren.
Dat zou 2.0 heel anders gaan. Het wordt daarom, goed beschouwd, zo langzamerhand de hoogste tijd dat FC Groningen zich ook eens als bekerwinnaar laat lauweren. We moeten hier in de stad af van surrogaatfeestjes op de Grote Markt en alleen échte prijzen gaan vieren. Dus geen huldigingen op de Grote Markt meer als we een keertje zevende worden in de competitie en de barrage om Europees voetbal winnend beëindigen.
Dat is, hoe je het ook bekijkt, GEEN PRIJS.
Hooguit een lullig troostprijsje, met uitzicht op Europese ontgoocheling. Ik weet dat Hans Nijland daar heel anders over denkt, maar zijn denktrant heeft toch een hoog Calimerogehalte. Daar moeten wij Groningers vanaf. Is loosersgedrag. Wat dat betreft kunnen we nog wat leren van onze ‘vrienden’ in Heerenveen. Die gaan ook niet uit hun bol bij plaatsing voor Europees voetbal, ze zijn gekke Henkie niet.
Ik heb FC Groningen en de Beker nog even in perspectief geplaatst en kom tot de ietwat treurige vaststelling dat FC Groningen tot de zes eredivisieclubs behoort die ontbreken op het tableau van nationale bekerwinnaars. Even de clubs die er wel op staan: uiteraard Ajax, Feyenoord en PSV. Maar ook AZ, Heerenveen, FC Utrecht, FC Twente, ADO Den Haag, NAC, Willem II en FC Dordrecht (als DFC). Allemaal clubs waar FC Groningen niet voor wenst onder te doen. Zelfs vijf eerste divisieclubs, te weten Roda JC, Sparta, Fortuna Sittard, FC VVV en Eindhoven, doen het in deze beter dan onze FC.
Sterker nog, FC Groningen - inclusief moedervereniging GVAV - is een van de weinige profclubs die in haar bestaan (inmiddels 43 jaar) nog nooit een officiële prijs heeft gewonnen. Schaatscoach Henk Gemser zou zeggen: “Dat kan beter!”
Te beginnen in 2015?