Waarom Abiant Lycurgus kampioen wordt

Door: Theo Sikkema

Fotografie: JKBeeld, Jan Kanning

Het was een wedstrijd om je vingers bij af te likken. De 3-2 zege van Lycurgus op zaterdag 17 januari 2015 in Zwolle tegen Landstede Volleybal. Ga maar na 2-0 in sets achter en een 14-8 achterstand in het derde bedrijf. Normaal gesproken is het dan over en uit, maar voor Lycurgus niet. De Amerikaan Steven Irvin serveerde de gasten terug naar 14-12 waardoor ze terug in de set waren. Bij 24-23 kreeg Landstede wel een matchpoint, maar die deed invaller Thomas Heijs teniet. Uiteindelijk sloeg Irvin de beslissende bal van de derde set op de vloer. Daarna was het gewonnen spel voor coach Arjan Taaij en zijn mannen. Lycurgus toonde zich mentaal sterker, maar ook fysiek was men beter.

Een dag later was ik verbaasd bij het zien van een reportage over de wedstrijd bij RTV Oost. Het gemak waarmee Frank Lubberts en Dennis Borst het technische en fysieke trainingsprogramma diskwalificeerden verbaasde me zeer. Vrij vertaald kwam het erop neer dat het beste programma nog altijd in Zwolle gedraaid wordt en dat ze in Groningen daar ver achteraan komen. Dat is maar zeer de vraag. De geringschattende wijze waarop deze spelers over hun belangrijkste tegenstander praten getuigd van ongepaste grootheidswaanzin en doet bepaald geen recht aan de realiteit.

Taaij is gedreven, passievol en streeft altijd het hoogste na. Het programma, de uren die gemaakt worden, is de afgelopen twee jaar alleen maar uitgebreid. In de week voorafgaand aan de clash met Landstede werd negen keer getraind en was het in de periodisering richting de play-offs de zwaarste trainingsweek van het seizoen. Naar verluidt hadden ze in Zwolle ook hard getraind. Wat duidelijk werd in het Landstedesportcentrum was dat Lycurgus de spirit aan de dag kon blijven leggen, nadat ze feitelijk al dood en begraven waren. Landstede werd kapot gespeeld in set vier en vijf. Dat waren de feiten. En dan is een opmerking als: “Dat hebben ze netjes uitgespeeld” wel erg zuinig geformuleerd en het getuigd van een zekere neerbuigendheid.

Wat ook duidelijk werd is dat Lycurgus meer een team is dan Landstede. De momenten dat het echt lastig is elkaar vasthouden en je punt voor punt uit het moeras werken getuigen van mentale kracht. Steven Irvin was de absolute uitblinker en dat was hij niet zomaar. Hij grapte na afloop dat ie iets goed te maken had, omdat de Amerikaan in de thuiswedstrijd slecht gespeeld had. Feit is dat Irvin over grote kwaliteiten beschikt en er altijd voor blijft gaan. Het feit dat Taaij hem op de radar had zegt iets over zijn meer dan uitstekende netwerk. Ook was het mooi om te zien dat op het moment dat Gino Naarden het niet had en gewisseld werd de ploeg door kon schakelen naar andere opties om competatief te blijven.

Alles bij elkaar was Lycurgus de grote winnaar in Zwolle. Kijkend naar de reacties na afloop denken ze bij Landstede blijkbaar dat het allemaal wel goed gaat komen. Ik vermoed van niet. Lycurgus gaat voor het eerst in de historie kampioen worden en pakt zo mogelijk binnenkort ook de nationale beker. Daarmee kan de beroemde column van Dick Heuvelman uit de jaren negentig van de vorige eeuw “Het wordt nooit wat met Lycurgus” definitief de geschiedenisboeken in. De reden waarom de Groningers historie gaan schrijven is simpel; de geringschattende wijze waarop door sommige spelers van Landstede naar Lycurgus gekeken wordt gaat ze zuur opbreken. In Groningen wordt ook hard getraind, is het team mentaal verder en er werkt een coach die zijn passie beter over kan brengen op de spelers dan zijn collega Redbad Strikwerda in Zwolle. U mag me er over een aantal maanden op aanspreken, maar deze voorspelling durf ik wel aan. Arrogantie zal nooit zegevieren.


Theo Sikkema

Over Theo Sikkema

Theo Sikkema (1969) is sportliefhebber in hart en nieren. Woont in de stad Groningen en heeft zijn roots in het Ommeland. Hij volgt de Groninger sport op de voet en is sinds 2002 actief in de sportjournalistiek. Allereerst bij OOG-radio sport en sinds medio 2006 bij RTV Noord als freelancer. Theo is allround, maar heeft een voorliefde voor wielrennen. Hij trapt zelf jaarlijks een slordige 5.000 kilometer weg op de racefiets en heeft af en toe een opvatting over iets wat hij heeft meegemaakt of gezien.