Verliefd op David Beckham
In de geschiedenis van het voetbal hebben verschillende buitengewone spelers een schitterende traptechniek geëtaleerd. Voetballers die aan de bal altijd net even iets meer tijd hadden om te excelleren in vergelijking met hun minder begiftigde ploeggenoten. De heerlijke ‘slome’ elegantie van Michel Platini en Andrea Pirlo. De precieze, felle uithaal van Zidane en de waanzinnige kracht die Roberto Carlos in zijn vrije trappen wist te leggen. Eén speler wist al deze elementen in zijn rechterbeen te verenigen. Een plotselinge betovering met onmiddellijk eindresultaat: voor eeuwig verliefd op de traptechniek van David Beckham.
Nog nooit een voetballer gezien die de bal keer op keer op zo’n precieze manier wist te raken op elke plek in het veld. De Engelsman vestigde zijn naam op dit gebied toen hij op 17 augustus 1996 namens Manchester United de doelman van Wimbledon op weergaloze wijze wist te verschalken. Na een balverovering op een heerlijke nazomerdag in een kneuterig Londens stadionnetje kreeg Beckham de bal voor zijn voeten, vlak voor de middenlijn. Met een arendsoog zag hij dat Sullivan net iets te ver voor zijn doel stond. Zonder na te denken toonde hij aan de wereld een weergaloze schep/zwiepbeweging met zijn rechterbeen waarmee hij de bal zonder pardon achter de spartelende doelman wist te plaatsen. Feilloos in het net. In zijn langdurige carrière zou hij met allerlei variaties nog vele keepers verbijsterd doen achterlaten. Het allermooiste was telkens weer de ongekende precisie die hij aan de bal wist mee te geven. Het lichaam perfect in balans, iets hellend achterover. Rechterarm langs het lichaam, linkerarm hoog in de lucht om de balans te bewaken. Daarna de geweldige achterzwaai van het rechterbeen, binnenkant voet of wreef gebruiken. Maximaal doorzwaaien, afdrukken.
Het knappe was dat hij dit wist te doen met vrije trappen, voorzetten, dieptepasses etc. Altijd volledig in balans en vertrouwend op dit ultieme wapen. Het levende bewijs dat een speler geen passeerbeweging hoeft te hebben, zijn directe tegenstander niet voorbij hoeft te dribbelen om toch tot een geweldige voorzet te komen. Jarenlang achterblijven na de training om nog een keer tien perfecte voorzetten te geven en vrije trappen te oefenen. Telkens weer. Dag in, dag uit. Dat het loont bewees hij in 2001 toen hij zich met een weergaloze vrije trap in het collectieve Engelse voetbalgeheugen zou etsen. De beslissende WK-kwalificatiewedstrijd Engeland tegen Griekenland op zijn geliefde Old Trafford in Manchester. Engeland moet een punt uit het vuur slepen om Duitsland voor te blijven en zich rechtstreeks te plaatsen voor het Wereldkampioenschap voetbal in Japan en Zuid-Korea. In de 93e minuut van de wedstrijd staan de Engelsen verrassend met 2-1 achter tegen de Grieken.
Dan doet Beckham op het moment dat het gewicht van een hele zinderende voetbalnatie op hem rust wat hij al zo vaak deed. Hij zet zich achter een door de Nederlandse scheidsrechter Dick Jol gegeven vrije trap op 25 meter van het vijandelijke doel. Volledige concentratie in een stadion waar 75.000 mensen hun adem inhouden. Een aanloop van vijf meter om genoeg snelheid te maken. Die ongeëvenaarde doorzwaai van het rechterbeen, de gouden rechtervoet in één beweging in glorieuze actie. Twee seconden later vliegt het gelanceerde projectiel in de Griekse rechterbovenhoek, een kansloze doelman Antonis Nikopolidis wanhopig achterlatend op het gras. Ultieme extase voor de aanvoerder op zijn veld, voor zijn supporters in zijn land. Bondscoach Sven-Göran Eriksson kan opgelucht ademhalen en de WK-tickets kunnen alsnog geboekt worden.
In een dik twintig jaar durende profloopbaan speelde David Beckham 717 wedstrijden voor zijn verschillende clubs en wist 115 interlands namens Engeland bij elkaar te voetballen. Elk duel was er weer de spanning of hij de fijnproevers van het voetbal in het stadion of voor de televisie kon betoveren met dat magische rechterbeen dat iedereen in vervoering bracht. Of het nu een perfecte voorzet, tot doelpunt gepromoveerde vrije trap of benutte strafschop was. Elke wedstrijd was het wachten waard want hij stelde zelden teleur. Dat een rechtervoet voor zoveel vreugde kan zorgen. Voortlevend in het voetbalgeheugen van iedere liefhebber die voorbij het nauwe club- of landsbelang kan kijken. Puur voetbalgenot.