Tweede divisie

Door: Dick Heuvelman

De tweede divisie is terug van weggeweest. Precies 60 jaar na de invoering er van. De rentree van de tweede divisie in ons voetbalbestel gaat niet gepaard met Groninger deelname. Dat was in 1956 wel anders. Toen waren er liefst drie stadse clubs op dat podium actief.

Dat waren, in volgorde van opkomst: Be Quick, Velocitas en Oosterparkers. Zij hadden allen een slag verloren om de stadshegemonie. Die had GVAV, de andere club van de Grote Vier destijds in het stadse voetbal, veroverd ten koste van Be Quick.

De blauwwitte club dankte die opmars aan een talentvolle lichting, met onder meer jongens als Otto Roffel, Rikkert La Crois, Johnny de Grooth, Siep Benninga en Klaas Buist. Zij schopten GVAV naar de eredivisie, nadat de clubleiding kordaat had besloten in 1954 over te gaan tot betaald voetbal.

Dat lag bij Be Quick heel anders. Bij deze destijds nog eliteclub was profvoetbal een zo heet hangijzer, dat tweespalt op de Esserberg het gevolg was. Met een nipte meerderheid wonnen de voorstanders van betaald voetbal. Ook de volksclubs Velocitas en Oosterparkers moesten toen wel mee in dit ongewisse avontuur.

Be Quick, Velo en 'Oosterpaark' hadden een slag verloren, maar nog niet de oorlog. Dáchten ze. Het kon toch niet zo zijn dat ze met hun roemrijke verleden de tweede viool in de stad moesten spelen?

Ze kwamen in 1956 alle drie in de tweede divisie A terecht. Samen met andere noordelijke clubs als Veendam en Zwartemeer, als ook huidige eredivisionisten als PEC, Go Ahead, Heerenveen en Enschedese Boys, waaruit FC Twente is voortgekomen.

Van een jacht op GVAV kwam echter niets terecht. Daar was de toenmalige  voorzitter van GVAV, Jan Hekman, te gewiekst voor. Hij profiteerde optimaal van het momentum. Omdat toen de recettes nog allesbepalend waren voor de begroting en GVAV verreweg de meeste toeschouwers trok in de eredivisie, kon Hekman de beste spelers van de drie grote concurrenten kopen. Zo haalde hij Jan Groninger en Heiko Wolda bij Oosterparkers weg, Piet Fransen en Bé Kuiper bij Velo en topschutter Klaas Nuninga bij Be Quick.

Het mes sneed aan twee kanten: GVAV werd alleen maar sterker en Be Quick, Velo en Oosterparkers steeds zwakker. Met als gevolg minder publiek en dus minder inkomsten. Het leidde tot een tobbend bestaan in de marge van het profvoetbal. De volksclub Oosterparkers gooide de handdoek in 1959, Velocitas overleefde een jaar later een door de KNVB opgelegde sanering niet en Be Quick moest zich als profclub in 1964 gewonnen geven.

Even leek het er op dat de Good Old nog een kans van slagen had, toen het in 1960 kampioen van de tweede divisie B werd. Het had zich, in een uiterste poging GVAV in te halen, nog eens in de schulden gestoken met enkele prima aankopen, zoals de Oostenrijkse international Richard Brousek, het Harener kanon Dick Roelfsema en de stijlvolle Velokeeper Johan de Wolf.

Maar verder dan een middenmootpositie in de eerste divisie is Be Quick nooit gekomen. Sterker nog, het degradeerde al snel weer en omdat er veel te veel  rode cijfers werden geschreven, beslisten de leden dat terugkeer naar de amateurs onontkoombaar was.

Ondertussen saneerde de KNVB maar door. Dat leidde uiteindelijk tot ook tot de teloorgang van de tweede divisie. Die werd in 1971 opgeheven.

Maar inmiddels is de wederopstanding dus een feit. Niet uit nostalgische gevoelens, maar simpelweg omdat de KNVB tot de ontdekking is gekomen gekomen dat onze voetbalpiramide niet zonder tweede divisie kan. En inmiddels zelfs een derde divisie nodig heeft.

Voortschrijdend inzicht heet dat.  O ja, GVAV redde het uiteindelijk ook niet. Gelijk met de opheffing van de tweede divisie, in 1971 dus, verdween de naam GVAV ook uit ons profvoetbal. Het werd de moederclub van FC Groningen. 


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE