The Last Dance: de finale

Door: Bas Kammenga

Tien jaar terug in de tijd, sommigen zouden het later als een nieuw nationaal trauma beschouwen. Voor ons was het een laatste kunstje, de afronding van een periode van achterna reizen van een team. Tijd om de vele doordeweekse treinkilometers in te ruilen voor een plekje voor de buis. Maar die ene keer zouden we nog niet met meer dan de helft naar een schermpje staren, maar in hoogst eigen persoon aanwezig zijn bij DE finale. Wel met hoofdletters ‘D’ en ‘E’, maar uiteindelijk niet met een hoofdletter ‘F’.

De winst op Brazilië was op vrijdag 2 juli 2010 al reden om een klein feestje te vieren. Voor het bijwonen van een WK-finale was nog maar één stap te gaan. Dinsdag 6 juli was Uruguay die laatste horde richting de finale. Met de 3-1 van Arjen Robben ruim een kwartier voor tijd kon het echt niet meer misgaan. Althans, voor Oranje, want wij bleken als drie supporters alsnog met lege handen te staan. De tickets voor de finale waren gegarandeerd, maar van een arrangement door de Supportersclub Oranje bleek geen sprake meer te zijn. We moesten het zelf maar regelen en uitzoeken. Er werd geredeneerd dat alle Oranje-fans inmiddels toch wel al in Zuid-Afrika aanwezig zouden zijn.

Niets was minder waar. Hemel en aarde heb ik bewogen om alsnog een vlucht richting het zuidelijk halfrond te regelen voor mijn vader, mijn broer en mijzelf. De winst van Spanje op Duitsland was daarbij mogelijk van doorslaggevend belang, aangezien de Spaanse armada tien jaar terug wat minder massaal reislustig waren dan de Duitsers geweest zouden zijn. Door bemiddeling van Reisbureau Internoord in de Oosterstraat in Stad konden we uiteindelijk vrijdagavond voor een astronomisch bedrag van 2150 euro per persoon aan boord van een Spaans chartervliegtuig stappen, dat via Madrid naar Johannesburg vloog.

Het was een onvergetelijk avontuur en bliksembezoek aan het WK, dat net als straks in 2022, ook in 2010 in de winter werd gehouden. In tegenstelling tot veel andere Nederlanders bleken we goed gekleed tegen de kille omstandigheden tijdens de wedstrijd. Maar eerst hadden we nog een dagje in studentenstad Pretoria tegoed. Aangekomen bij ons hotel werd er direct een vaste taxichauffeur voor ons geregeld, Zugu. De beste man wist alles te vertellen over onze fascinerende dijken en watermanagement in Nederland. Maar bovendien was hij 24 uur lang op afroep beschikbaar om ons naar een restaurant te brengen en ’s avonds nog naar een café om nog een biertje te kunnen drinken.

Op zondagochtend zouden we supervroeg van Pretoria terug naar Johannesburg rijden en was het ook voor Zugu de vraag hoe dicht hij uiteindelijk bij het megagrote stadion in Johannesburg zou kunnen komen met zijn taxi. Het bleek tamelijk dichtbij te zijn, niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk op loopafstand. Met een hartelijke begroeting leverden wij hem een mooie stapel bankbiljetten zodat hij dan toch eindelijk de beginnende ster in zijn voorruit bij de plaatselijke Carglass kon laten repareren en die avond ook gezellig met familie en vrienden voor de buis te genieten van de finale in zijn land, dat zich een zeer waardig gastland mocht noemen en slaagde voor het examen om een dergelijke mega-evenement ruim een maand lang ordentelijk en zonder grote incidenten te laten verlopen.

Bij de opening van de fanzone waren we één van de eerste van uiteindelijk 84.490 aanwezigen rondom het stadion en konden we nog heel even opwarmen zo lang de zon nog scheen. Bij daadwerkelijke opening van het stadion gingen we ook redelijk snel richting onze plekken en dat was achteraf maar goed ook, want op die manier kregen we mee dat Nelson Mandela een symbolische ereronde maakte door het stadion in een soort pausmobiel. Een historisch moment, dat helaas plaatsvond op een moment dat het stadion nog niet geheel was gevuld. Van de wedstrijd zagen we alles, de volle 120 minuten, maar helaas niet de details. Onze ergernis richtte zich voornamelijk op de Engelse arbitrage. Door de enorme afstand van de tribune naar het speelveld, was de aard van overtredingen ons echter volledig ontgaan. Het theater van de Spanjaarden kon die afstand makkelijker overbruggen.

Totaal ontgoocheld dropen we na afloop van de wedstrijd af en gingen via het openbaar vervoer terug richting vliegveld, waar onze terugvlucht rond 3.00 uur gepland stond. Opmerkelijk genoeg waren de Spaanse fans niet euforisch of luid, maar eerder ingetogen of wellicht wat beschaamd over het numerieke ondertal in vergelijking met de Nederlandse afvaardiging. Geen champagne, geen rondvaart, geen feest, maar toch ook niet echt een kater. Het was een ‘once in a lifetime’-onderneming, zoals zovelen die hebben beleefd in 1974 of 1988 toen het eindtoernooi om de hoek werd gespeeld en Oranje ook om de prijzen speelde.

Naschrift: Voor ons had dit zomaar het laatste moment kunnen zijn dat we Arjen Robben in een officiële wedstrijd in actie hadden gezien, totdat duidelijk werd dat hij keihard werkt aan een comeback op de Nederlandse velden. Robben volgt zijn hart en gaat in zijn eigen achtertuin nog even verder met ballen. Zijn carrière gaat hoe dan ook de boeken in als indrukwekkend met als kers op de taart de Champions League-winst in 2013. Tot 2002 heeft hij in het Stadion Oosterpark nog niet de volledige waardering kunnen genieten voor zijn talent. Achttien jaar later hoeft hij daarvoor alleen maar aan de aftrap te staan van zijn eerste Eredivisiewedstrijd in Euroborg. Drie vijfjaarkaarthouders in Vak A zullen hem een staande ovatie bezorgen, voor zijn gehele oeuvre én wat er nog komen gaat!


Bas Kammenga

Over Bas Kammenga

Bas Kammenga (1979). Sinds 1990 fan van FC Groningen, sinds 1997 vaste bezoeker van Donar en incidenteel te vinden als gloryhunter bij overige zaalsporten. Ook de jeugdteams van FC Groningen en Donar hebben zijn aandacht. Sinds 2020 freelance tekstschrijver in de noordelijke sportwereld.