Stadsderby
Stadsderby's zijn het peper en zout in de voetbalpap, waar ook ter wereld. Wedstrijden als Real – Atletico in Madrid, Inter – AC Milan, Liverpool-Everton,. Partizan Belgrado – Rode Ster, Galatasaray – Fenerbahce, Boca Juniors – River Plate in Buenos Aires en misschien wel de meest bewogen klassieker, die in Glasgow tussen de katholieken van Celtic en de protestanten van Rangers, zijn intense gevechten om de stadshegemonie.
In Nederland is dit voetbalgenre nagenoeg uitgestorven. Ooit waren in Amsterdam Ajax – Blauw Wit, zakenclub versus volksclub; en in Rotterdam het elitaire Sparta tegen de havenarbeiders van Feyenoord botsingen die tot de verbeelding spraken. In Eindhoven verhielden PSV, de club van Philips en het volkse EVV Eindhoven elkaar als water en vuur.
Ook in Groningen hadden we eens een derby die er toe deed; Be Quick – Velocitas. Net als in Rotterdam de club van de betere stand, Be Quick, tegen die van de werkende klasse, Velocitas. De twee clubs die tot de invoering van het betaalde voetbal de toon hebben gezet in Gruno's veste, maar na 1954 de stadshegemonie moesten laten aan GVAV.
Be Quick – Velo c.q. Velo – Be Quick werd ook nog wel in het professionele voetbal gespeeld, zij het niet meer op het hoogste niveau. En toen beide traditieclubs het loodje moesten leggen in de betaalde sector, was het helemaal gebeurd met deze eens zo beladen stadsderby. Ook al omdat de groenwitten langzaam maar zeker is wegzakten naar de kelder van het amateurvoetbal, terwijl Be Quick al jaren in de subtop vertoeft.
Inmiddels heel wat generaties Stadjers kunnen zich geen voorstelling maken van de krakers tussen beide clubs, voor en na de Tweede Wereldoorlog. Zoals in de nazomer van 1947, toen het veld van Velo in het Stadspark was omzoomd met liefst 8000 toeschouwers. Bommetje vol was het die dag op het zogeheten Terrein 2, aan het eind van de Concourslaan. Aanhoudende regenval mocht de pret niet drukken.
Het was de tweede competitiewedstrijd in de noordelijke eerste klasse. Het werd een derby met een bijzonder cachet. Be Quick introduceerde een tactisch nieuwtje: het zogenaamde stopperspil-systeem. De withemden hadden er voor gekozen nadat enkele spelers die met het Gronings elftal op pad waren geweest naar de toenmalige zusterstad Newcastle. In de Engelse havenstad maakten zij kennis met deze tactische variant op de aloude 2-3-5-opstellingen, met twee backs, drie middenvelders en vijf aanvallers. In het stopperspil-systeem ging de midmid een linie naar achteren en tussen de twee backs geposteerd en werd de voorhoede in een W-vorm gegoten. De twee binnenspelers dienden het middenveld zo te versterken.
Edoch, het probeersel draaide uit op een geweldige flop. Be Quick verloor met 1-0. Verslaggever Chris Wedema van het landelijke weekblad Sportief, schreef het als volgt op: “Zelden zal een voetbalploeg zo teleurgesteld het veld hebben verlaten als zondagmiddag die van het Groninger Be Quick. (…) Men kan zich voorstellen dat de withemden onder aanvoering van spil Plenter vurig van plan waren hun woorden tot daden te maken. De gasten hebben evenwel moeten ondervinden dat theorie en praktijk elkaar nog niet op de voet volgden, althans niet op het voetbalveld.”
Wedema zag dat Velocitas er met spelers als Heideveld, Groenier, Rozeboom en de onvermoeibaar zwoegende Slijfer er een betere spelopvatting op na hield. Met name aanvallend schoot Be Quick te kort. Wedema: “Technisch matige – om het niet sterker uit te drukken – spelers als Bottinga, Van Dijken en Van Kooyk konden de moeilijkheden, voortspruitend uit de zware bal en het spekgladde veld, niet de baas worden.”
Matchwinner werd Schelto Groenier, die profiteerde van een glijpartij van stopperspil Henk Plenter en doelman Geert Prummel een kwartier voor tijd met een beheerst schot passeerde. Veel toeschouwers waren toen al huiswaarts getogen. Wedema's slotconclusie: “Alles samengenomen kwamen de kijkers nauwelijks aan hun trekken. Tenslotte is één goal in een plaatselijke ontmoeting een karige tegenprestatie voor een met moeite veroverd kaartje annex een nat pak.”