Sportstad van het jaar

Door: Dick Heuvelman

Als het om sport gaat, hebben stadjers al gauw de neiging bij enig succes hun Groningen uit te roepen tot de sportstad van het land. Zoals bij de recente landstitels van Donar en Lycurgus gebeurde. En ook bij de verovering van de KNVB Beker door FC Groningen, veelvuldig viel te beluisteren.

De realiteit is echter anders, blijkt uit recente metingen die niet zijn gebaseerd op chauvinisme. Dan is Groningen nogal ver van de top verwijderd.

Ooit was dat anders, in 1965. Toen werd Groningen officieel uitgeroepen tot Sportstad van Nederland, in de AVRO studio in Hilversum, de omroep die toen nog het alleentrecht had op dit jaarlijkse sportfeest. Het was allemaal live op radio en tv te volgen, dus heel het land keek of hoorde toe. Want ja, veel andere zenders waren er toen nog niet.

De Groninger delegatie die de bijbehorende glazen bokaal in ontvangst mocht nemen, bestond uit burgemeester Jan Tuin, sportwethouder Van der Ree en Johan B. Kuil, de bevlogen directeur van de Dienst Sport en Recreatie. Ze konden hun geluk niet op. Nadat burgemeester Tuin de prijs in ontvangst had genomen, reageerde hij als volgt:

Dit vind ik prachtig, die krijgt een ereplaats.

Groningen dankte haar overwinning aan zeven individuele sporters, gezamenlijk goed voor toen Nederlandse titels. Ik haal ze even voor u uit de vergetelheid: de atleet Fred van Herpen, de roeiers Meike de Vlas en Rob Groen, de tennisters Trudy Groenman en Anja Lepoutre en namens de Groninger zwemclubs Kleny Bimolt en Henry van Osch.

Zij verwezen Amsterdam naar de tweede plaats, hoewel de hoofdstad liefst zestig landstitels op haar conto had geschreven. Maar via ingewikkelde coefficienten, zoals het aantal inwoners, kwam Groningen als winnaar uit de bus. Burgemeester Tuin wist zich op het podium in goed gezelschap. Want sportman van het jaar werd judoka Anton Geesink, die in Tokyo Olympisch kampioen aller categorieen werd, en spoortvrouw van het Jaar Sjoukje Dijkstra, de die bij de Winterspelen van Innsbruck de beste kunstrijdster was.

Uiteraard werd de triomf door de kranten in Groningen, er waren er toen nog drie, zijnde het Nieuwsblad van het Noorden, Het Vrije Volk en Ons Noorden, uitgebreid geschreven. Het Nieuwsblad wijdde er zelfs een hoofdredactioneel commenaar aan. Dat was bijzonder kritisch van toon. Deze krant, die nu Dagblad van het Noorden heet, stelde zelfs dat Groningen, ondanks de eervolle uitverkiezing, toch niet echt een sportstad kan worden genoemd.

Een citaat uit de krant van 28 januari 1965, die daags na het jaarlijkse sportfeest verscheen: "Vooral de zaalsporten moeten, zo lang het sporthallencomplex er nog niet is, een beetje rondscharrelen en een kunstijsbaan en een wielerbaan behoren tot de dierbare wensen. En wat erger is: er zijn onvoldoende overdekte zwembaden. En die er zijn kunnen niet voor wedstrijdsport gebruikt worden."

Het Nieuwsblad sprak tot slot de hoop uit dat de titel Sportstad van het Jaar voor een psychologisch effect zou krijgen, zodat Groningen in haar facetten de beste zoiu worden op sportgebied.

De kunstijsbaan is nadien vrij snel gekomen: in 1971. Al was dat in hoofdzaak te danken aan particuliere initiatieven, met als aanjager de kleurrijke kinderarts Dick Hamming. Zijn inzet leidde er toe dat de zo prachtig gelegen natuurijsbaan in het Stadspark werd getransformeerd in een kunstrijsbaan.

De overige, door het Nieuwsblad opgesomde tekortkomingen, staan anno heden, dus een vette halve eeuw later, nog recht overeind.


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE