Schrijft Bauke Mollema 15 jaar na Gironingen opnieuw Gronings hoofdstuk in rijke Giro-historie?

Door: Dick Heuvelman

Vijftien jaar geleden kreeg Groningen een illustere plek in de zo rijke historie van de Giro d'Italia. In 2002 dus, toen het de organisatie van de legendarische roze koers behaagde een intensieve Groninger lobby van vijf jaar te bekronen met de start van de 85ste editie. Met de zegen van bisschop Wim Eijk, inmiddels door het Vaticaan tot  kardinaal verheven, ging het richting Münster, de eerste tussenstop van deze zogeheten Euro-Giro, mede geïnitieerd door de invoering van de Euro.

Gironingen, door de lobbyisten bij de Girodirectie aangeprezen als de meest Italiaanse stad ten noorden van Milaan, manifesteerde zich als warm roze bad. Dat werd beloond met lyrische commentaren van de Italiaanse media, geaccentueerd door de toenmalige directeur van de Gazetta dello Sport, Candida Cannova. Hij had met zijn veertig jaar ervaring nog nooit zo'n feestelijke buitenlandse start meegemaakt.

Onder de tienduizenden toeschouwers van de proloog door de binnenstad behoorde ook Bauke Mollema, toen een ventje van 15 jaar die nog niets met hardfietsen van doen had. Dat werd na die Groninger Girohappening anders. De jongeman uit Zuidhorn leek dat wielrennen wel wat en al gauw bleek dat hij een bovenmodale aanleg had voor het metier. Zijn schoolse fietstochten naar Groningen vice versa benutte hij vooral om dat traject zo snel mogelijk af te leggen.

Nu, vijftien jaar later dus, behoort Bauke Mollema tot de roze karavaan die zich op 5 mei op  Sardinië in beweging zet om de honderdste (!!) editie te gaan betwisten. En ook nog eens in een favorietenrol. Maar of hij een nieuw Gronings Girohoofdstuk gaat schrijven, staat vooralsnog in de sterren geschreven. Mollema zal daarvoor zeker meer dan een handvol procenten boven zichzelf moeten uitstijgen, afgemeten aan zijn tot dusver geleverde prestaties in het professionele peloton.

Daar komt nog eens bij dat concurrentie in deze jubileum-Giro groter dan ooit is. Op de lijstjes der favorieten prijken ook Vicenzo Nibali (al winnaar van vier grote rondes), Nairo Quintana (heeft zowel een Giro- als Vueltazege op zijn naam staan), Thibaut Pinot, Geraint Thomas, Adam Yates, Ilnur Zakarin en Mikel Landa, maar ook die van nog twee andere Nederlanders: Steven Kruijswijk en Tom Dumoulin. Aanvankelijk werd ook Fabio Aru geannonceerd als potentiële winnaar, maar deze Italiaan, beoogd kopman van Astana, is onlangs zodanig geblesseerd geraakt dat hij zich al heeft moeten afmelden.

Het zal voor Bauke Mollema een hele toer worden om al deze namen er 'even' af te rijden. Want ze hebben bijna allemaal méér op hun conduitestaat staan dan de Groninger, die in Italië het eskadron van Trek-Segafredo aan zal voeren. Niet alleen Nibali en Quintana, maar ook Dumoulin en Kruiswijk. Laatstgenoemde stal de harten van de Nederlandse wielerfans vorig jaar in de Giro. In de laatste week leek de troef van Lotto-Jumbo zelfs af te stevenen op de ultieme roze trui, maar twee dagen voor de finish in Turijn vond hij zijn Waterloo op de Col d'Agnello. Daar, net over de top, werd hij zodanig onder druk gezet door meesterafdaler Nibali, dat hij de macht over zijn stuur verloor en tegen een sneeuwmuur kletterde. De Nederlander kon zijn weg nog wel vervolgen, maar zodanig aangeslagen dat hij in de eindafrekening net buiten het podium viel.

Dumoulin was al eerder van het roze toneel verdwenen, maar niet nadat hij een tijdje in het roze had rondgereden als winnaar van de proloog in Apeldoorn. Later in de Tour liet de 26-jarige Limburger zien dat hij ook in de bergen heel wat mans is door de etappe naar Andorra te winnen.

Dat zijn geloofsbrieven die Bauke Mollema niet kan overhandigen als het gaat om kansen berekenen. De import-Monegask rijdt weliswaar al jarenlang met de besten mee in het prestigieuze rondewerk, maar het winnen van zo'n parel is hem al die jaren nimmer gelukt. Het bleef bij kruimels als in het Argentijnse San Juan (dit jaar) en het Canadese Alberta (2015). Ook grote dagzeges zijn op de vingers van één hand te tellen. In de Vuelta van 2013 won hij een vlakke rit naar Burgos en vorig jaar scoorde hij een voltreffer in Clasica San Sebastian, een hoog genoteerde World Tour-klassieker. Maar als Mollema ergens van start gaat in het betere rondewerk, is hij toch wel een vaste klant in de top-10 van eindklassement. Met als beste prestatie de zesde stek in de Tour van 2013.

Afgelopen jaar leek Mollema dan eindelijk eens te mogen participeren op de finale ceremonie protocollaire op de Parijse Champs d'Elysees, totdat op twee dagen van de eindstreep zijn achilleshiel weer eens opstak: een jour sans, Frans voor een dag geen benen hebben. Uiteindelijk tikte hij Parijs als een teleurstellende nummer elf aan.

Dat kostte hem wellicht ook het absolute kopmanschap bij Trek-Segafredo, dat uit de inboedel van de opgeheven ploeg van de Russische miljardair Oleg Tinkoff Alberto Contador viste als nieuwe Tourtroef. Weliswaar zit bij Contador met zijn 34 jaar de sleet er zichtbaar op (hij won dit seizoen nog helemaal niets en verloor bijvoorbeeld alle rechtstreekse duels met Valverde), maar zijn imago als topper lijdt er amper onder. Ook al omdat Contador er een aantrekkelijke en strijdlustige manier van koersen op na houdt.

Dat kan van Mollema, het type van de onverzettelijke aanklamper, niet worden gezegd en mede daardoor is hij één rang teruggezet door zijn wielerbazen. Bauke Mollema mag in de Giro bewijzen dat die 'degradatie' een foute beslissing was. Hoewel  Mollema met zijn diplomatieke gaven nooit aan de buitenwacht laat merken dat hij geraakt is met het spelen van de tweede Segafredoviool, zal hem er alles aan gelegen zijn om zijn broodheer te laten zien dat hij méér kan dan door zijn baas wordt verondersteld.

Hij reist op en top gemotiveerd af naar Sardinië, na de maand april te hebben benut voor het tanken van een optimale hoeveelheden rode bloedcellen op de Pico del Teide, een vulkaan die op het Spaanse eiland Tenerife ruim 3700 meter boven zeeniveau uitsteekt.

De grote vraag blijft echter of Mollema, alle goede moraal ten spijt, dit keer wel drie weken top kan presteren. Hij mag dan met zijn dertig jaar in de ideale levensfase voor een etapperenner zitten, dit seizoen heeft hij nog weinig signalen afgegeven die op structurele verbetering wijzen. Zeker, Mollema begon met het winnen van de Ronde van San Juan, maar daar in het wielerarme Argentinië was de weerstand niet bijster groot te noemen. Vervolgens werd hij net als vorig jaar negende in de Tirreno-Adriatico, waarbij aangetekend dat hij hier in 2015 al eens (kleurrijk) tweede werd achter Quintana.

De laatste proeve van bekwaamheid, in de Ronde van Catalonië, was zelfs eentje die ronduit tegenviel. Hij was er als knecht van Contador gestart, maar zonder de Spaanse veteraan écht van dienst te zijn geweest, verdween hij op de voorlaatste dag uit koers. Sindsdien heeft Mollema geen wedstrijd meer gereden en zich helemaal overgegeven aan een drieweekse hoogtestage. Klassieke Giro-voorbereidingskoersen als die in Trentino en Romandië laat hij links liggen, evenals toch monumentale wedstrijden als de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.

Ook dat is Bauke Mollema: hij traint meer dan dat hij koersen rijdt. Het is wat dat betreft geen Contador, geen Valverde en geen Gilbert. Mollema geeft zich liever over aan de moderne sportwetenschap. De revenuen van deze aanpak krijgen we dus pas in de Giro te zien krijgen.

Hoe dan ook, nog meer dan in de Tour is een zwakke dag in de Giro funest. Want, zegt zijn vroegere ploegmaat Martijn Keizer – nu de knecht van Mollema's concurrent Kruijswijk – vanuit een jarenlange Giro-ervaring. “Qua parcours is de Giro lastiger dan de Tour. In de Tour heb je misschien zeven etappes die er echt toe doen, in de Giro is het bijna elke dag verraderlijk. Een mindere dag en je bent gezien.”

Het profiel van de honderdste Giro 'Italia is op het eerste gezicht ook niet super-ideaal voor een renner als Mollema. Er moet nogal veel explosief worden geklommen en dat is niet het bier voor Mollema, die meer baat heeft bij lange, geleidelijke beklimmingen. Bovendien staan er 67 tijdritkilometers in het routeboek en ook in die discipline is Mollema geen haantje de voorste. Maar dat zijn Nibali en Quintana ook niet, dus daar hoeft hem de kneep niet te liggen.

Waarom Mollema dan toch tot de serieuze kanshebbers wordt gerekend? Dat zit hem vooral in zijn mentale kracht. Hij geeft niet gauw af, zoals dat in het wielerjargon heet. Bergop moet hij wel eens lossen als er een tempoversnelling wordt geplaatst, maar meestal slaagt Mollema er in weer aan te sluiten door gewoon op eigen tempo te blijven rijden. Dat loont, want veelal is Mollema in de finales van bergritten op zijn sterkst. Het is een renner met inhoud. Hij laat zich in de koers niet gek maken door wie dan ook en vertrouwt op zijn kwaliteiten als het om remonteren gaat, ofwel veerkracht tonen. Bauke Mollema kan als weinig andere coureurs tot het gaatje gaan.

En ja, in topsport worden veel zaken op mentale hardheid beslist. In die optiek zou Bauke Mollema best eens, na Jan Janssen en Joop Zoetemelk (beiden wonnen ooit zowel de Tour als de Vuelta) de derde Nederlander kunnen worden die een grote Ronde wint. Want ja, eens zal hij toch gevrijwaard blijven van een slechte dag in zo'n drieweekse koers.

Dat zou waarlijk nog eens waardevolle legacy (na-effect) voor Gironingen 2002 zijn kunnen opleveren. Forza Bauke derhalve! 


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE