Schaken in de geest van Staunton
Het zou een vraag in een sportquiz kunnen zijn; welke plaats in Nederland wordt vooral geassocieerd met schaken?
Het juiste antwoord luidt: Wijk aan Zee. Immers, daar komen de Groten der schaakaarde jaarlijks bijeen voor een van de meest prestigieuze toernooien ter wereld. Nog altijd een beetje bekend als het Hoogoven Schaaktoernooi, maar inmiddels Tata Steel Chess Tournament geheten. Dit keer voor de 79ste (!!!) keer op de internationale agenda staand. Een klassieker in de ware zins des woords.
Nee, aan Wijk aan Zee kunnen we hier niet tippen, maar een (hele) goede tweede in Nederland is Groningen toch wel. Het schaak-cv van de Martinistad mag er ook zijn. Met dank aan Staunton.
Staunton? Jawel, dat is de naam van de club die Groningen op de internationale schaakkaart heeft gezet. Voor het eerst in 1935, toen de Russische wereldkampioen Aleksandr Alechin het behaagde ‘onze’ Max Euwe te benomen tot uitdager. De tweekamp, vond Aljechin, moest maar in Nederland worden gehouden. Wellicht omdat het geld hier – toen al – beter was. Tal van plaatsen melden zich voor dit spektakel, zo veel zelfs dat werd besloten er een reizend schaaktheater van te maken. Ook Groningen kreeg een plaats in dit schema. Euwe zegevierde met miniem verschil (15,5-14,5) en werd op slag een vaderlandse sportlegende.
En Groningen? Dat had de smaak te pakken gekregen van topschaak en meldde zich daarom ook weer voor de revanchetweekamp, waarin Euwe zijn wereldtitel weer moest afstaan aan Aljechin.
Staunton, opgericht in 1871 en vernoemd naar de Engelse topschaker Howard Staunton (1810-1874), moest vervolgens wachten tot na de Tweede Wereldoorlog alvorens het haar ambities weer ten tonele kon voeren. Dit keer met een festijn dat mondiaal de aandacht trok, het eerste na-oorlogse toernooi waar nagenoeg de hele wereldtop zich presenteerde. Dat gebeurde in augustus 1946. In het boek Sportstad Groningen heeft stadshistoricus Beno Hofman een hoofdstuk gewijd aan dit unieke sportevenement, dat als Wereldschaaktoernooi in de annalen is opgeslagen.
Wat de vermaarde organisatie in het Engelse Hastings niet lukt, daar slaagt Staunton wel in. Op de deelnemerslijst prijken liefst vijf Russische grootmeesters, te weten Botwinnik, Smyslov, Boleslafskiej, Kotov en Flohr. Zonder slag of stoot gebeurde dat niet, want nagenoeg geen wereld zit gecompliceerder/rancuneuzer in elkaar dan de schaakwereld. Pas twee dagen voor de openingszet in de Harmonie, kreeg de organisatie de komst van de Sovjets bevestigd. Aljechin was niet welkom. Euwe, die vanwege zijn internationale contacten het invitatiebeleid mocht ondersteunen, hield zijn komst tegen vanwege antisemitische uitlatingen tijdens de oorlog. Aljechin zou het toernooi overigens niet hebben kunnen spelen, want in maart 1946 overlijdt hij plotseling. De oorzaak is nimmer vastgesteld. Er worden drie opties genoemd: zelfmoord, alcoholvergiftiging en hartaanval.
Het toernooi ging ook met een vervelende rel van start. Er was plaats voor twintig schakers, maar voor de zekerheid kregen er 21 een startbrevet. Dit om een mogelijk late afvaller op te vangen. Echter, iedereen kwam opdagen bij de loting in hotel-restaurant Frigge. Geen nood, dacht de organisatie, dan wordt er gespeeld door 21 schakers. Maar tegen een verlenging van het toernooi tekenden de Russen bezwaar aan. Direct na Groningen wachtte hen een landenontmoeting met de Verenigde Staten. Vervolgens werd de Zwitser Chistoffel benaderd om af te zien van deelname. Hij kon een cheque van 1000 gulden meekrijgen. De Helveet weigerde vriendelijk maar beslist.
Toen was der Nederlander Lodewijk Prins aan de beurt. Hij kreeg geen verzoek, maar ronduit een verbod mee te doen. Woedend toog hij huiswaarts. Het incident overschaduwde alle lovende woorden die burgemeester Cort van der Linden uitsprak bij de ontvangst van de schaakelite in het Stadhuis. Tot aan zijn dood heeft Prins deze brute uitsluiting Groningen en Staunton in het bijzonder, nimmer vergeven. Het publiek maalde er niet om. Dagelijks trekken zo’n toeschouwers tegen betaling van één gulden naar de Harmonie om de wereldtoppers in levende lijve te zien. De Argentijnse grootmeester Najdorf wordt uiteindelijk verslagen door de gedoodverfde favoriet Botwinnik.
Hoewel er geen vervolg aan het toernooi kon worden gegeven, bleef de geest van Staunton rondwaren in de metropool van het Noorden. Het duurde echter tot 1963, alvorens Groningen zich weer meldde met een bijzonder schaakfestijn: een toernooi voor jeugdkampioenen van Europese landen. Geen idee van Staunton dit keer, maar van de NOSBO, de noordoostelijke schaakbond. Het boegbeeld heette dr. H.K.G. Bartstra, de voorzitter van de NOSBO in die tijd. De tabaksfabrikant Theodorus Niemeyer nam het leeuwendeel van de kosten voor haar rekening en maakte daardoor naam als pionier van het sponsortijdperk. Bartstra haalde zijn de eerste uitvoering van zijn geesteskind niet, hij moest het doen met postume hulde.
Het toernooi kende overigens een stroef begin. Slechts vijf kampioenen verschenen in etablissement De Bolderij aan het Kwinkenplein; die van Duitsland, Engeland, Belgie, Luxemburg en Nederland. Ook NOSBO-kampioen Noorda mocht aanschuiven, net als vier andere Nederlandse talenten. Het mocht de pret niet drukken. Met name de schooljeugd wist de weg naar De Bolderij te vinden, wellicht ook omdat Niemeyer gratis sigaretten (Roxy) en shag (Samsom) op de tafels had gelegd ter consumptie en ja, in die tijd gold roken nog als een gezellig tijdverdrijf.
In deze ambiance, die blauw van de rook stond, bleek de Nederlandse kampioen Coen Zuidema de beste. De evaluatie pakte positief uit en dus werd er verder ingezet op een soort Eurovoetbal avant la lettre. Gaandeweg werd Groningen the place tot be voor de Europese schaakjeugd. Deelnemers als de Russen Karpov en Romanishin, de Hongaren Ribli en Sax en de Nederlanders Timman en Van der Wiel gaven het toernooi de gewenste exposure mee. Een belangrijke rol in de upgrading van dit toernooi speelde ook Johan Zwanepol, in het dagelijkse leven onderwijzer aan de Hendrik Wester-ULO, maar in zijn vrije tijd een bezield schaakpromotor. Hij reisde stad en land om zijn toernooi in de etalage te zetten en haalde, nadat Niemeijer stopte als geldschieter, de Gasunie als nieuwe hoofdsponsor binnen. Ook zorgde Zwanepol met zijn netwerken binnen de internationale schaakbond, de FIDE, er voor dat dit jeugdtoernooi de status van een officieel EK kreeg.
Nadat ook de Gasunie de sponsorkraan had dichtgedraaid, stierf het toernooi een langzame dood. Toch bleef in periode rond de jaarwisseling Groningen zich als schaakstad profileren. Eerst op een laag pitje, maar vandaag de dag staat er weer een schaakfestival dat klinkt als een klok. Niet meer onder leiding van Johan Zwanepol, die tegenwoordig de wereld rondreist als schaakarbiter, maar met Jan Colly als organisatorische gangmaker. Hij heeft in de Struikhal van de universiteit alle ruimte gekregen en dat heeft geleid tot een keur aan schaakactiviteiten. Niet meer ondergebracht in één competitie, maar verspreid over een scala aan onderdelen.
Grootmeesters, meesters, lokale kampioenen, kleine kampioenen, aanstormend talent, vrouwelijke klasbakken, scholieren, recreanten, senioren+, studenten – alles komt aan bod bij het Gronings Schaakfestival 2.0. Het enige dat (nog) ontbreekt is het crème de la crème van de internationale schaakwereld, maar de ambities van schaakstad Groningen zijn nog altijd onverminderd groot. Dus zal vroeg of laat ook wereldkampioen Magnus Carlsen een uitnodiging tegemoet kunnen zien.
Data en speeltijden in Struikhal (Paddepoel)
21 december 11.00 – 12.00 uur Registratie
21 december 13.00 – 18.00 uur ronde 1
22 december 13.00 – 18.00 uur ronde 2
23 december 13.00 – 18.00 uur ronde 3
24 december 13.00 – 18.00 uur ronde 4
25 december rustdag
26 december 13.00 – 18.00 uur ronde 5
27 december 13.00 – 18.00 uur ronde 6
28 december 13.00 – 18.00 uur ronde 7
29 december 13.00 – 18.00 uur ronde 8
30 december 11.00 – 16.00 uur ronde 9
30 december ± 17.00 uur Prijsuitreiking.