Schaatsperikelen

Door: Cees Hoek

In de tijd van het jaar dat de Tour de France en Wimbledon traditioneel de sportkolommen domineren sijpelde ervmet enige regelmaat schaatsnieuws door, slecht schaatsnieuws; “Koen Verweij stopt een jaar vanwege het ontbreken van een sponsor, Ireen Wüst nog steeds sponsorloos, de Groninger schaatskoepel iSkate trekt de stekker eruit, Marije Joling stopt met schaatsen”. Crisis in het Nederlandse schaatsen?

Een aantal jaren geleden circuleerde er op de burelen van schaatsbond KNSB in Utrecht een beleidsdocument met de intrigerende zinsnede: “schaatsen als middel tot het gepast beleven van nationale trots”. Vastgesteld kan worden dat de schaatssport in dat kader het afgelopen decennium fors heeft geleverd. Een karrenvracht aan olympische medailles in Sotsji (2014) en recentelijk PyeongChang, werd er door Nederlandse sporters gewonnen, om over de buit bij  EK´s en WK´s nog maar te zwijgen. Niet voor niets was de teletekstpagina met de medaillespiegel één van de best bezochte pagina´s tijdens de Spelen. Nog tijdens de euforie in Zuid-Korea kwam Sven Kramer met de opmerking dat er na de Spelen voor schaatsers op zoek naar nieuwe sponsoren moeilijke tijden zouden aanbreken. En hij kreeg gelijk. Zelfs Ireen Wüst, één van Nederland meest succesvolle  olympiërs ooit, heeft (medio juli) nog geen nieuwe sponsor kunnen strikken. 

De vraag dient zich aan wat bedrijven ervan weerhoudt om in het schaatsen te investeren. Kijkcijfers van de NOS laten zien dat het schaatsen als kijksport de laatste jaren minder populair is geworden. De kijkers  vroegen zich met name bij  wereldbekerwedstrijden regelmatig af waar ze naar zaten te kijken. Schadelijke overdaad. Door het overladen wedstrijdprogramma kenden veel wedstrijden een gedevalueerd deelnemersveld. Investeren in een schaatsploeg op het niveau van bijvoorbeeld Lotto-Jumbo is een miljoeneninvestering. Nadeel is verder dat je als bedrijf met je sporters binnen het schaatsen  maar een half jaar goed zichtbaar bent, iets wat voor de gecombineerde Lotto-Jumbo ploeg (schaatsen en wielrennen) niet geldt. Volgens sportmarketeers een gouden greep.

Op het gebied van sportsponsoring en –commercie hebben zich de afgelopen jaren de nodige wijzigingen voltrokken. Het bedrijfsleven stelt tegenwoordig andere eisen aan de invulling van sponsoring. De tijd dat kon worden volstaan met een sticker op de auto en een bedrijfslogo op het schaatspak is voorbij. Bovenmodale leaseauto’s, verblijf in hotels met tenminste vier sterren en salarissen van minimaal twee tot drie keer modaal zijn nog slechts voor een enkeling weggelegd. De tijd dat de budgetten binnen het schaatsen sky high gingen is voorbij. Schaatsers zullen mee moeten in de moderne sponsorfilosofie en op een andere manier de sponsorbelangen moeten invullen. Ze zullen onder andere werk moeten maken van zichtbaarheid op de sociale media en zich, daar waar het kan, moeten afficheren als “unieke en authentieke personen”; personal branding genaamd in het sponsorjargon. Dat een en ander nog niet zo eenvoudig is, merkte Clafis-ceo Bert Jonker in zijn poging om tot een ietwat “genormaliseerde” verhouding met zijn schaatsers te komen. Hij stuitte hierbij op de eigenzinnig schaatscoach Jillert Anema die samen met zijn schaatsers zijn  biezen pakte. 

Hoewel, ik noemde het al even, het dragen van bedrijfslogo’s op de schaatspakken al lang niet meer alleen zaligmakend is, hebben de toenmalige sponsoren enkele jaren geleden nog heftig gesteggeld met de KNSB over de grootte van deze logo’s op de schaatspakken. Men wilde meer exposure. Onenigheid was er ook voortdurend over de hoogte van de licentiebedragen die de professionele schaatsteams moesten afdragen aan de KNSB. De bond vroeg te veel om er vervolgens te weinig voor terug te leveren. Aldus de schaatsteams, om er vervolgens nog aan toe te voegen dat de aansturing van het topschaatsen vanuit de schaatsbond verre van adequaat was. 

In 2010 werd in Groningen de schaatskoepel iSkate opgericht. Een in die tijd baanbrekend initiatief van  oud-schaatser Yuri Solinger, die onder de vlag van iSkate jonge schaatsers wilde laten doorgroeien tot latere topschaatsers. Onder andere door steeds verder krimpende budgetten is dit prachtige initiatief recentelijk een pijnlijke dood gestorven. Er zijn echter ook nog lichtpuntjes in deze sombere schaatszomer. De broers Erwin en Martin ten Hove, zonen van de vroegere VPZ-baas Bert, zijn hard bezig om met hun IKO-schaatsploeg iets moois neer te zetten, hopelijk kunnen zij zich aan de schaatsmalaise onttrekken. 

De onlangs bij de KNSB vertrokken technisch directeur Arie Koops liet recentelijk nog optekenen zich niet al te veel zorgen te maken. “Het eerste jaar na een  Olympische Spelen verflauwt de aandacht van mogelijke sponsoren. Wat zich nu voltrekt is niet geheel uniek te noemen.” 

Laten we het daar op houden.


Cees Hoek

Over Cees Hoek

Cees Hoek is schaatsbestuurder van het gewest Groningen sinds jaar en dag. Geboren in Oldehove. Nu woonachtig in Harkstede. Cees schrijft met regelmaat een actuele of nostalgische column voor Sport in Stad.