Rutger Smith
Zeker, zijn naam als groot atletiektalent zong al een tijdje rond via kleine berichtjes in de krant, maar écht in het nieuws kwam Rutger Smith in de winter van 1998. Bij indoorwedstrijden in de bloemenveiling van Eelde trok hij alle publiciteit naar zich toe bij het kogelstoten. Dat gebeurde destijds met rubberen kogels. De 16-jarige, al fors uit de kluiten gewassen knaap uit Leek, bracht het projectiel in een fraaie boog in een baan om de piste voor een stoot van zo'n meter of zeventien. Op het hoogste punt kwam het ding echter klem te zitten tussen een metalen H-balk van het gebouw. Hilariteit alom. Een junioratleet bleek simpelweg te goed voor deze accommodatie.
Nadat Rutger zijn stoottechniek had aangepast aan de hoogte van de veiling, won hij alsnog probleemloos. Met zijn winnende afstand van 17 meter en 49 centimeter zette hij de nummer twee in de uitslag op liefst vijf meter achterstand. Het was zonneklaar: van Rutger Smith, die toen al 107 kilo woog, zou de sportwereld nog meer gaan horen.
En zo geschiedde. Een jaar later al, in 1999 dus, had Rutger Smith zijn naam gevestigd in Europa. Hij gaf in Riga, de hoofdstad van Letland, tijdens de het Europese kampioenschappen voor junioren twee gouden visitekaartjes af. Zowel op zijn stoten de kogel als op zijn worpen met de discus stond geen maat. Zijn nuchtere commentaar bij terugkeer op Schiphol: “Ik had wel op medailles gehoopt en stond ook op de lijstjes der favorieten, maar dat het twee keer goud zou worden, daar had ik niet op gerekend.”
Rutger voegde er nog wat aan toe: Hij was nu klaar voor een greep naar nog hogere, mondiale doelen. Smith liet Paul Zweverink van het Nieuwsblad ook dit nog optekenen: “Volgend jaar ga ik naar de wereldkampioenschappen in Chili. Daar wil ik weer voor twee keer goud gaan. Dat durf ik, nu ik de beste van Europa ben, wel te zeggen Het is gebleken dat ik goed kan pieken richting zo'n groot toernooi. Ik heb mijn HAVO-diploma gehaald en wil me nu helemaal gaan bezighouden met atletiek. Op dat WK wil ik er helemaal staan.”
Inmiddels was hij gezegend met de bijnaam de Reus van Leek, verwijzend naar zijn woonplaats. Maar hij werd als topatleet toch vooral gevormd in de provinciehoofdstad, Groningen dus. Bij Argo'77, de fusieclub die later werd herdoopt in Groningen Atletiek. Daar, in het Stadspark, kreeg hij dagelijks intensieve trainingsstof opgediend van het duo Gert Damkat en Joop Tervoort. Beide heren verstonden de kunst van het doceren dermate goed dat hun Grote Talent inderdaad zijn verwachtingspatroon in Chili kon inlossen. Nou ja, niet helemaal. Ook in Santiago zegevierde hij met de kogel, maar bij het discuswerpen bleef hij steken op brons. Ten onrechte overigens, vond Smith. Hij wist zich door de jury ernstig te kort gedaan. Die keurde zijn vijfde en winnende worp af omdat de Leekster met zijn voet op de ring zou hebben gestaan. Een oordeel dat Smith tot op de dag van vandaag bestrijdt.
Hoe dan ook, ook op het wereldtoneel van de atletiek was zijn naam rond gaan zingen. Rutger Smith legde de lat vervolgens nog weer hoger. Bij een terugblik op het jaar 2000 proclameerde hij een ultieme aanval aan op de absolute wereldtop in beide disciplines. Bij de zware jongens wel te verstaan, de internationale elite. “Ik wil de beste werper aller tijden worden. Ooit wil ik Olympisch goud halen bij zowel het kogelstoten als het discuswerpen. Dat is namelijk nog nooit vertoond.”
Dat Heilige Doel bleek echter onbereikbaar. Rutger Smith kreeg bij de zware jongens niet alleen te maken met tegenstanders die, net als hij, ook gezegend waren met exceptionele kwaliteiten, maar tevens met sporters die geen moeite hadden met vals spelen en zich lieten verleiden tot gebruik van doping gerelateerde middelen. Het bleef mede daardoor bij het oogsten van twee keer WK-zilver, in Helsinki 2005 en Osaka 2007. Zijn Olympische dromen zag hij, mede door een zware achillespeesblessure, tot drie keer toe vervliegen.
Maar met zeven medailles - zilver en brons - staat Rutger Smith nog altijd te boek als de meest gedecoreerde mannelijke Nederlandse atleet op grote toernooien. Daarvan werden er drie toegekend nadat evenzovele tegenstanders werden ontmaskerd als dopingzondaars. Hij zag het als een late, maar terechte beloning voor zijn streven naar schone sport.