Ronald Breinburg
Geen voetbalelftal tegenwoordig of het is multiculti van samenstelling. Niet alleen in het profvoetbal, maar inmiddels ook bij de amateurs. In het Nederlandse voetbal deed de eerste kleurling zestig jaar geleden zijn intrede. De primeur was voor Heracles, dat in 1957 de Zuid-Afrikaan Steve Mokone contracteerde. Niet veel later voegde zijn landgenoot Darius Dhlomo, die tevens profbokser was, zich bij hem in Almelo.
Vervolgens verzekerde de Utrechtse volksclub Elinkwijk zich van de Surinaamse spelers Michel Kruin en Humphrey Mijnals. De laatste is de voetbalhistorie ingegaan als de eerste donkere speler in het Nederland elftal. Het duurde tot 1963 toen ook Groningen een Surinaamse voetballer kon begroeten, de 22-jarige Ronald Breinburg. Hij was afkomstig van de Surinaamse traditieclub Transvaal en tekende een contract voor drie jaar bij GVAV, de voorloper van FC Groningen.
Behalve Breinburg, trok GVAV toen ook keeper van Sparta ,Tonny van Leeuwen, de Blauw Witters Ferry Petterson en Martin Koeman en Zaandammer Dick Bosschieter aan.
Breinburg moest in het Oosterpark de legende Klaas 'neuze' Buist opvolgen als linksback. Dat ging de Surinaamse aanwinst direct al goed af. Hij debuteerde in een wedstrijd die met kapitale letters in de Groninger voetbalhistorie is opgeslagen. Het was de opening van het seizoen 1963-64, met het Grote Feyenoord als favoriete tegenstander.
Maar de Rotterdammers met al hun sterren, zoals keeper Eddy Pieters Graafland, Hans Kraay sr., Jan Klaassens en Coen Moulijn, kwamen er totaal niet aan te pas. Klaas Nuninga speelde Kraay volledig zoek en accentueerde dat met twee gave treffers. De derde goal kwam van de voet van Martin Koeman.
Ook de Groninger defensie, met de spectaculair keepende Tonny van Leeuwen als sluitpost, speelde sterk. Ferry Petterson schakelde Moulijn uit en Ronald Breinburg degradeerde Feyenoords rechtsbuiten Pummy Bergholtz, ook al een international, tot een figurant. Op de kop af 17.500 toeschouwers gingen uit hun dak.
Zelfs de landelijke media waren diep onder de indruk van dit GVAV. Gronings vuurwerk, kopte de communistische partijkrant De Waarheid de dag erna.
Ronald Breinburg bleek geen eendagsvlieg. Hij ontpopte zich als een sierlijke verdediger, die voor een donkere voetballer niet snel was, maar met inzicht en duelkracht een vaste keuze was voor trainer Tinus van der Pijl. Hij miste tot halverwege het seizoen geen wedstrijd, werd al gauw door het publiek omarmd en liefkozend Bruintje Beer genoemd. Een bijnaam die vandaag de dag zonder twijfel veel ophef zou hebben veroorzaakt, als zijnde racistisch van aard.
Breinburg maalde er niet om, vond het prima en genoot glimlachend van zijn populariteit. Een slepende blessure speelde hem in de tweede helft van zijn debuutseizoen parten. Verder had hij het naar zijn zin in Groningen, kon prima opschieten met jongens als Piet Fransen, Tonny van Leeuwen, Bram van der Hoeven en Martin Koeman. Niet alleen in het veld, maar ook in het uitgaanscircuit. Uiteindelijk is hij GVAV zes jaar van dienst geweest. Hij kwam tot 86 officiële wedstrijden in het blauwe shirt met de rode ster. Dat hadden er veel meer kunnen zijn als Breinburg niet zo blessuregevoelig was geweest. In 1969 werd Breinburg, die één doelpunt maakte in die periode, op de toen nog bestaande transferlijst geplaatst, maar een nieuwe betaalde club meldde zich niet.
Hij verkaste daarom, op voorspraak van oud-ploeggenoot Bram van der Hoeven, van het Oosterpark naar het Stadspark. Bij amateurclub GRC bouwde hij zijn voetbalcarrière af tegen clubs als Jubbega, Harlingen en Nicator, alvorens hij in de anonimiteit verdween.