Romano Hummel: onverschrokken snelheidsduivel
Romano Hummel had ook talent om een goede voetballer te worden. Hij werd ooit gescout door FC Groningen. Ik vraag me al lange tijd af wat voor cijfers er in het scoutingsrapport hebben gestaan. Ik denk dikke voldoendes voor techniek, doorzettingsvermogen en mentaliteit. En een tien voor acceleratie. Want daar draait het om bij de grasbaancoureur uit Hoogkerk. Snel,sneller, snelst. Als alles klopt en de machine niet hapert, is hij niet te stuiten, rijdt hij de andere deelnemers in de baan op grote achterstand. Het is ook maar goed dat Hummel geen voetballer is geworden. Hij is namelijk niet te ‘kneden’ door een trainer. Gaat z’n eigen weg, vaart z’n eigen koers, heeft een beetje schijt aan alles en iedereen. Een branieschopper maar tegelijkertijd sportman in hart en nieren. Hij hoeft niet geïnstrueerd te worden. Doet alles op gevoel. Hij vindt grasbaanracen en speedway het mooiste wat er is. Punt. Een uitspraak die ik ooit optekende bij een speedwaywedstrijd in Blijham een paar jaar geleden. Er komt geen komma. Het is zwart of wit. Op dat moment had hij al forse tegenslag gehad want op twaalfjarige leeftijd brak hij bij een crash beide benen. Maar de drive bleef.
En dat in een sport waarmee weinig te verdienen valt. Het gaat vooral om de eer. Grasbaanracen kost meer geld dan dat het oplevert. Je moet de touwtjes aan elkaar knopen. Er is weinig tot geen media-aandacht. Sponsoren staan daardoor niet te trappelen om een vermelding op het racepak of op de machine. Hoe sommige coureurs het hoofd boven water houden is vaak een raadsel. Ja, vaders doen op de achtergrond een hoop werk en hopen op een uitschieter van hun zoon of dochter. In het geval van Romano Hummel is dat ook het geval. Vader Gerke was ook grasbaancoureur in een tijd dat er nog duizenden mensen naar de wedstrijden kwamen kijken. De coureurs boden in die jaren gegarandeerd spektakel. Er werd met het mes op de keel gereden. Een gemiddelde organisatie mag haar handen nu dichtknijpen als er duizend betalende toeschouwers langs de baan staan. Het publiek ziet dan in negen van de tien wedstrijden een winnende Hummel. Zowel bij races om het ONK als internationaal. Tenzij het noodlot toeslaat. Al drie keer zat, naar eigen zeggen, de pechduivel dit seizoen op de schouder van de pas negentienjarige durfal. In Vries een diskwalificatie en in Stadskanaal liep de ketting eraf. Dat was nog niks vergeleken met de crash in de EK finale. Vlak na de start werd Hummel gehinderd en reed in volle vaart de omheining in. Een flinke mentale opdoffer van jewelste en een gecompliceerde breuk in het linkerbeen. De grote favoriet voor de titel was even van de wereld geweest. In een flits was de droom van een eerste aansprekende titel vervaagd. Hij kwam pas echt weer bij kennis in een Frans ziekenhuis waar het eten niet smaakte en hij België zag verliezen van Frankrijk op het WK Voetbal. De komst van zijn half-Franse vriendin verzachtte de pijn enigszins, Ineens werden zijn woorden van twee jaar geleden in Opende bewaarheid. ‘Of ik nou in een ambulance thuiskom of in m’n eigen bus, dat maakt me eigenlijk niet uit.’ Een paar dagen na het ongeluk in Frankrijk kwam Hummel inderdaad in een ziekenwagen terug in Hoogkerk. Niet anoniem. Nee, hij werd als een soort van held binnengehaald met spandoeken en applaus. Alsof ie Olympisch goud had gewonnen of 163 kilometer door de binnenwateren van Friesland had gezwommen.
Het kan niet anders zijn dan dat dit onthaal en de blijken van medeleven hem motiveert om sterk terug te komen. Nog meer het uiterste van zichzelf gaan vergen en nog meer het ‘mannetje’ tijdens de vier rondjes op de baan en in het rennerskwartier uithangen. Dat is niet negatief bedoeld. Want ook op de ‘callroom van de baansport’ drukt Hummel z’n stempel. Je merkt dat er iets borrelt in de tent van Racingteam Hummel als hij een race verknald heeft of juist euforisch is nadat hij alle concurrenten z’n hielen heeft laten zien. Hij is de te kloppen man voor de komende jaren, dat mag duidelijk zijn. Hij zet er alles voor opzij. School heeft hij al lang de rug toegekeerd en de baansport is zijn werk. Er lag twee jaar geleden al een mooi contract klaar in Engeland. De destijds nog te naïeve Hummel ging in op de aanbieding, maar hij kreeg de deksel op de neus. Heimwee was de officiële lezing. Op de achtergrond speelde er veel meer. Vader en vriend Gerke trok zich terug als begeleider na de onbezonnen stap van z’n talentvolle zoon. Sponsoren dreigden zich terug te trekken omdat Hummel door voor een Engelse club te gaan rijden minder, in Nederland te zien zou zijn. Het contract waarmee een goede boterham verdiend kon worden, werd ontbonden. De kans om professional te worden in het walhalla van de baansport met goede verdiensten komt vast en zeker nog een keer voorbij. Dat zal ook moeten want er moet geld op de plank komen. Daar is hij zich ten zeerste van bewust. Zeker omdat Hummel en z’n vriendin een kleine verwachten. De bekendmaking van de zwangerschap was een lichtpuntje in de afgelopen maanden waarin het seizoen door de beenbreuk afgelopen leek. Maar Hummel zou Hummel niet zijn als er niet meer gereden zou worden. Fysiek is hij bijna de oude. Op 8 september staat hij aan de start in Uithuizen. Het zal mij niet verbazen als hij dan op en naast de baan alweer het mannetje is.