Rika Bruins
Foto: ANP Archief.
2e van links is Rika Bruins
Opwinding op de sportpagina's van de Groninger kranten in 1950. Er was een zwemtalent ontdekt. Niet zo maar eentje, maar eentje met - zo wisten de kenners - mondiale potentie. De ontdekking luisterde naar de naam Rika Bruins, een 16-jarige teenager, die in het Noorderbad tijdens nationale wedstrijden van de clubs GZ & PC (Groninger Zwem & Polo Club) en GDZ (Groninger Dames Zwemclub) de nationale zwemwereld verbaasde op de 200 meter schoolslag. Ze bleef onder de drie minuten en dat was destijds een internationale toptijd. "De noordelijke zwemsport kan zichzelf feliciteren met een vertegenwoordiger van wereldformaat," meldden de media opgetogen.
Rika Bruins, woonachtig in het nabije Oosterpark, werd vervolgens door Jan en alleman gegroet als ze over straat liep. Ze werd meteen als een heldin gezien. Zelf was ze er niet heet of koud van geworden en ze vond het gedrag van de mensen op straat dan ook zwaar overdreven. Ze groette daarom niet terug. "Waarom zou ik?" zei ze later in een interview. "Als ik niet zo hard had gezwommen, zouden ze me toch ook niet hebben gegroet?"
Nee, Rika Bruins was niet gevoelig voor het sterrendom. Opgegroeid in een modaal gezin in een modale straat, de Vinkenstraat naast het Oosterpark-stadion, was ze opgevoed met het credo: Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Van kokeloko, goed Gronings voor opgeklopt gedoe, was ze wars. Werken voor de kost, dat werd haar al snel ingewreven. De school maakte al op betrekkelijk jeugdige leeftijd plaats voor een confectieatelier, waar ze als naaister aan de slag ging.
In haar vrije tijd mocht ze zich laven aan haar hobby, zwemmen.
Ze bleek als meisje al snel een natuurtalent te zijn en die gave was zwemtrainer Jan Bisschop, die later ook als wielercoach furore maakte met jongens als Nico Been en Harm Smit, niet ontgaan. Dankbaar ontfermde hij zich over Rika, die een jaar later al tot Nederlands kampioene werd gekroond en vervolgens werd opgenomen in de nationale zwemselectie. Het nieuwe zwemfenomeen had echter één probleem, ze ging gebukt onder reisangst. "Ik kon er gewoon niet tegen," keek ze als Rika Griep-Bruins terug op haar carrière. "Als we met de trein ergens heen gingen, had ik er geen last van, maar in het vliegtuig en op de boot wel. Zelfs als de zee zo glad was als een spiegel, werd ik al zeeziek. En vliegen vond ik ook niet prettig. Dat heb ik na mijn zwemtijd ook nooit meer gedaan."
Het is de voornaamste reden dat Rika Bruins, die drie landstitels op haar naam heeft staan, in buitenlandse zwembassins nooit optimaal tot ontplooiing kwam. Haar eerste grote toernooi, de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki, draaide op een tegenvaller uit. Ze werd al uitgeschakeld in de halve finale, tegen alle verwachtingen in gezien de tijden die ze voordien had gezwommen. Rika, samen met Koosje van Voorn de eerste Olympische zwemsters van Groninger komaf, was zelfs drie seconden langzamer dan op de dag van haar doorbraak in het Noorderbad. Ook op het EK van Turijn kon ze de verwachtingen niet waarmaken. Weliswaar haalde ze hier wel de finale, maar bleef ze steken op plaats zes.
Toch heeft Rika Bruins mondiaal geschiedenis geschreven, zij het als estafettezwemster. Twee keer kwam er een wereldrecord op de 4x100 meter wisselslag mede op haar naam. In 1954 samen met de toenmalige zwemdiva's als Joke de Korte (vrije slag), Mary Kok (vlinderslag) en Geertje Wielema (rugslag) en een jaar later op hetzelfde nummer nog eens, nu met Jopie van Alphen (vrij), Atie Voorbij (vlinder) en Hettie Balkenende (rug).