Quicksilver S
Hij werd drie keer kampioen van Nederland, veroverde vier keer de Gouden Zweep, zegevierde vijf keer in de Grote Prijs van Nederland en bekroonde zijn carrière met een meesterlijke triomf in de Grote Prijs der Lage Landen, de enige koers in Nederland die ook internationaal hoog aangeschreven staat. Die hij is geen man, maar een paard. Een hengst, genaamd Quicksilver S. Uitgeroepen tot het beste paard van de twintigste eeuw in de vaderlandse drafgeschiedenis.
De piste in het Stadspark was Quicksilver's thuisbaan. Daar genoot hij ook een immense populariteit. Stond Quicksilver S op de affiches, dan betekende dat al gauw duizend toeschouwers meer langs de kassa's. 'Quickie', zoals het paard liefkozend werd genoemd, was een attractie zonder weerga. Hij won 142 koersen in zijn loopbaan, goed voor een prijzengeld van 325.000 gulden. In die tijd, de jaren zestig vooral, een vermogen.
En dan te bedenken dat Quicksilver S – de S achter zijn naam verwijst naar zijn eigenaar fokker, de puissant rijke Groninger industrieel Joh. Smit – pas op zijn achtste jaar een succesnummer werd. Daar zag het lange tijd niet naar uit. Geboren in 1949 in een weiland in Zuidhorn, maakte de viervoeter aanvankelijk slechts indruk met wispelturig en nukkig gedrag. Hij was niet te sturen. Smit zag het daarom niet met dit veulen zitten en verkocht hem voor 700 gulden aan een collega-fokker in Dordrecht. In 1951 debuteerde Quicksilver S op Duindigt. Het werd geen succes, uit dertien starts haalde hij geen platte prijs.
Vervolgens wordt het eigenzinnige paard jarenlang van hot naar her 'gesleept', tot in België en Duitsland toe. Nergens voldeed het beest echter aan de verwachtingen en toen hij bij een hengstenkeuring ook al tegenviel, achtte Johan Smit de tijd rijpt hem terug te kopen. Daarvoor moest hij nog altijd 5000 gulden aftikken, waarna de miljonair zijn heil zocht bij vader en zoon Wagenaar, die net een nieuw entrainement waren begonnen op de Veluwe, in Otterlo.
En oh wonder, op 9-jarige leeftijd ontbolsterde Quicksilver S als superdraver. De Wagenaars hadden er al snel een verklaring voor: “Quickie heeft een hekel aan het verrichten van trainingsarbeid. Hij traint het liefst zichzelf. Daarom hebben wij voor hem een speciaal stuk land afgebakend, waar hij helemaal zichzelf kan zijn. Daar rent hij dat het een lieve lust is. Een paard krijg je niet klein met een zweep en dat werd door hem beloond. Quicksilver liet zich nooit iets opdringen en wij lieten hem zijn gang gaan.”
Ook voor de sulky moest Quicksilver S niet in een tactisch keurslijf worden gegoten, hadden vader en zoon, die hem beiden reden, uitgevogeld. “Hij was zo bijzonder dat hij de koers aanvoelde. Daar kwam zijn eerzucht bij. Hij duldde niemand voor zich.” In zijn beste jaren moest hij doorgaans al zijn tegenstanders inhalen, want op basis van zijn prestaties startte Quicksilver S met een flinke handicap. Soms wel van 80 meter, Om uiteindelijk nog met 40 meter voorsprong te zegevieren. Voor zulk spektakel wilde het volk wel naar de drafbanen komen.
Volgens de Wagenaars, altijd herkenbaar met horizontale roodgele strepen op hun blouse, gingen die inhaalraces spelenderwijs. Jan jr. destijds: “Ik heb nooit de indruk gekregen dat hij tot het uiterste ging. Hij won op maximaal negentig procent van zijn kunnen.” Vandaar ook dat Quicksilver S het zo lang vol hield als harddraver. Pas als 17-jarige, een bejaardenleeftijd voor een paard, nam hij afscheid van de koerspistes. Als wereldrecordhouder aantal zeges, staat hij in de annalen van de NDR, de Nederlandse Draf- en Renvereniging. Zijn erelijst schijnt nog altijd niet te zijn overtroffen.
Quicksilver S overleed vier jaar later onverwachts in de wei, waar hij van zijn pensioen genoot en met uitvoerig geselecteerde merries voor nageslacht mocht zorgen. Een standbeeld van hem sierde jarenlang de entree van het Postiljon Motel in Haren.