Overgave, toewijding, passie, fun, maar vooral ... kneitergoed basketball.
Interview: Hans Schrijer en Paul Top
Beeld: archief Anne van Dijk
Mijn vrouw Nynke wil graag de hartelijke groeten doen aan Anne van Dijk, basketballtrainer en coach, hoofdcoach van het RTC in Groningen. Hij wordt bedankt. Sinds ons interview kan ik het niet laten: in de kleine uurtjes nog even kijken naar Amerikaans college basketball op de sportzender. Verslavend spannend, heerlijk onbesuisd en naief. Anne kijkt zelf ook veel, ook al begint voor hem de trainingsdag om kwart voor 8 in de ochtend, als ik me nog een keer lekker omdraai in mijn warme bed. "Je hebt het virus of je hebt het niet", zal Anne later in dit interview zeggen.
We spreken hem, samen met coach Giorgio Marrale, als een kluitje talentvolle basketballers-in-opleiding van de Groningse 'Basketball Academy' net terug komt van een trainingsstage in Litouwen. Litouwen? Spelen ze daar basketball dan? Nou, ze doen eigenlijk niet heel veel anders. De sport is misschien groot in de VS, Frankrijk en Spanje, in Litouwen is het ALLES. Het is het gesprek van de dag, op straat en in de kroeg. Zoals je in Nederland 17 miljoen bondscoaches hebt met verstand van voetbal, zo heb je in Litouwen 3 miljoen bondscoaches voor wie basketball geen geheimen kent. Op bezoek bij Zalgiris Kaunas kijkt het RTC zijn ogen uit: dit is het paradijs. Eigen trainingshallen en een mega-arena voor de wedstrijden, voorzieningen waar we in Nederland alleen van kunnen dromen.
Lichtend voorbeeld voor het RTC is de Handbal Academie op Papendal. Met als enige doel: handbal beoefenen als topsport. De internationale vuistregel is dat een sportvrouw of sportman zo'n 10.000 uur getraind moet hebben om aansluiting te krijgen bij de wereldtop. De 24 jonge handbalvrouwen op Papendal werken er keihard aan. Ze hebben er een kamer, ze wonen er intern, allemaal om 16 uur per week te kunnen trainen. Ter vergelijking: bij de meeste topclubs in de hoogste klasse van het handbal halen ze amper de 7 uur. Je offert je leven zo'n beetje op voor je lievelingssport, maar de resultaten zijn er dan ook naar: van de 96 speelsters die sinds 2006 op Papendal woonden en trainden, werden er 37 A-international, samen goed voor 1.500 interlands. En dan moeten 'we' nog naar Rio!
"Als je iets doet, moet je het doen met overgave!" zegt Anne van Dijk wel een paar keer in ons gesprek. Hij houdt ook erg van het woord 'kneiterhard', dat komt straks nog een paar keer aan de beurt. Hoe ziet die overgave - veel jongeren zouden het opoffering of zelfs gekkenwerk noemen - er precies uit? Of je iedere morgen om kwart voor 8 klaar wilt staan in de trainingshal van Kardinge in Groningen a.u.b. of je nou in Assen woont of niet. Op zondag lekker lang uitslapen, want dan begint de training pas om 9 uur. Wekelijks zijn er 10 'trainingsmomenten' - ochtenden en middagen. Daarvan zijn er 6 sowieso verplicht - haal je die niet, dan krijg je een goed gesprek met een van de coaches.
Ze doen het gráág, de gretige jongens en meisjes van het RTC. Ze hebben een droom. Ze willen echt basketballer worden van beroep. En ze weten allemaal: ook ik kan één van de afvallers zijn. Want zonder afvallers geen topsport. Dat niet iedereen de Dutch Basketball League of het Nederlands team gaat halen is al zeker.
Voorspellen is heel erg moeilijk. Zeker bij basketball, omdat lengte en 'massa' sterk meespelen. Een speler kan op zijn 14de of 16de ogen als het talent van de eeuw, maar blijft de laatste groeispurt uit, dan blijft het bij 'best goed'.
Ik dwaal even af naar de televisiebeelden van vorige maand. March Madness, het eindtoernooi voor Amerikaanse colleges. Anne had het ons beloofd: spektakel. Passie. Kneiterharde inzet. Wordt er in de NBA nog tactisch en met beleid gespeeld, met ontzag voor de sterren, hier heerst Koning Onbesuisd. Gaan met die banaan. Lopen, rennen, vliegen, dunken. Dat levert voor onmogelijk gehouden droomscores op, telkens netjes afgewisseld met hopeloze mislukkingen en domme dieptepunten. Het publiek is de grote winnaar. Alleen al die namen voor de verschillende fases in het toernooi, daar kunnen we in Nederland nog wat van leren. Geen laatste acht of kwartfinale, maar heerlijk bekkende namen als Sweet Sixteen, Elite Eight, Final Four. Het potje Syracuse-Virginia vliegt alle kanten op. Virginia is als eerste geëindigd in het reguliere seizoen, topfavoriet. Syracuse is nummer 10 op de lijst. Het loopt allemaal anders. De underdog komt terug van een gigantische achterstand, dankzij een verpletterende 'run' van 15 punten tegen 0. De sterren van Virginia zijn het even kwijt. Syracuse wint met 68-62.
En dan de finale! Hetzelfde verhaal. De Villanova Wildcats lijken kansloos tegen 7-voudig kampioen North Carolina. De jongens van Villanova zijn aan de kleine kant - het is ook een piepklein schooltje vergeleken bij instituut University of North Carolina. Commentator Mart Smeets ziet halverwege het hopeloze al in van de pogingen van Villanova: "Let maar op."
Bij de stand 74-74 staat er nog 4 punt 6 seconden op de klok. Het kan dus eigenlijk niet meer, de verlenging lijkt zeker. Toch maar proberen, je weet ja nooit. De moddervette driepunter van Kris Jenkins 'at the buzzer' betekent 'one one of the wildest finishes in the history of the NCAA Tournament'. Daar is geen speld tussen te krijgen.
Slecht voor mijn nachtrust dit, maar wat een lol! Je zou er voorgoed basketballgek van worden.
Terug naar de kantine van Kardinge, aan tafel met Anne van Dijk. Later geen prof na al die moeite? Ook dan is er nog geen man overboord, hoe jammer het ook is. Sterker nog: wat ze op het RTC hebben geleerd, daar hebben ze hun hele leven wat aan. Anne straalt nu echt met een glimlach van oor tot oor, net als op de momenten dat hij het over 'kneitergoeie potjes basketbal' heeft: "Ik zie alleen maar winnaars. Weet je, zelfs als ze geen basketballer worden na hun 20ste, dan nog worden ze vast ergens anders kneitergoed in. Ze hebben jaren achter de rug met een duidelijk doel, waar ze alles voor opzij hebben gezet. Ze weten wat opoffering en focus is, ze weten wat tegenslagen zijn, we hebben ze als coach een paar keer flink uit hun comfort zone gehaald. Dat moet echt, wil je wat bereiken. Het mag niet te makkelijk zijn.
Ik wil het woord 'patatgeneratie' niet gebruiken, dat is eigenlijk een voetbalterm, maar het is wel zo dat we in een 'ik-ben-verwend-maatschappij' leven. Veel van de leeftijdgenootjes van onze pupillen worden behoorlijk gepamperd, vind ik. Hier willen ze echt iets leren. Die wil, dat is ontzettend belangrijk. Daar gaan ze de rest van hun leven nog veel profijt van hebben, basketball of geen basketball.
Weet je wat zo mooi is? Veel ouders zijn in het begin een beetje bang: zal het niet ten koste gaan van de schoolresultaten? Het grappige is, dat ze het - ondanks al die drukke trainingsuren - vaak juist beter gaan doen op school, de resultaten worden vaak beter dan op hun oude, gewone school. Ik kijk er niet van op. Het gaat allemaal om overgave. We hadden hier een jongetje van 12-13, waarvan we dachten: dat is geen supertalent. Als die het maar redt. Wat moeten we er mee? Maar hij was elke ochtend als eerste in de zaal. Als we iets vroegen, ging zijn hand als eerste omhoog. Constant in de leermodus. Geweldig natuurlijk. Hij mocht blijven en het gaat goed. Als de wil er maar is!"
Heeft Anne nog een droomwens? "Ja, een echte topspeler afleveren, over een paar jaar. Die over 10 jaar kampioen wordt met zijn club. Zou het niet fantastisch zijn, als we in de Nederlandse competitie veel meer Nederlandse spelers gaan zien? In plaats van de 5 of 6 Amerikanen die nu nog nodig zijn om mee te tellen, straks 8 Nederlanders en dan geen 6 redelijk goede Amerikanen, maar 2 kneitergoeie Amerikanen." De brede lach op Anne's gezicht is nu helemaal niet meer weg te branden.