Oud-voetballer moet Lycurgus beter in de markt zetten
Met een prijs op zak, de Supercup, begint Abiant/Lycurgus zaterdag in het Alfa College aan het échte werk, de titelprolongatie en weer een jacht op een ticket voor de zo fel begeerde Champions League. Je hoeft geen groot kenner van het volleybal te zijn om te stellen dat het tweede doel aanzienlijk moeilijker te realiseren is dan het binnenhalen van de vierde landstitel. De eredivisie is een Micky Mousecompetitie in het kwadraat, waarin het gros van de clubs voor spek en bonen meedoet.
Zoals de eerste tegenstander die zaterdag naar Groningen komt, Advisie/SSS uit Barneveld. Lekker kanonnenvoer voor hardhitters als Wytze Kooistra en co, een prima warming up voor de daarop volgende donderdag als in MartiniPlaza de eerste horde wacht in de kwalificatie voor het hoogste Europese podium. Die hindernis luistert naar de naam SK Posoljilnica, de Oostenrijkse vice-kampioen.
Coach Arjan Taaij, een notoire optimist, ziet kansen tegen deze club. Mocht dit tweeluik succesvol worden afgesloten, dan wacht er overigens nog een tweeledig toelatingsexamen. En normaliter tegen een club die beter is dan Posoljilnica.
Wat dat betreft zit Lycurgus in hetzelfde schuitje als Donar, dat andermaal de poort naar de Champions League niet kon openen. Het is gewoon een moeilijk verhaal met het huidige budget van ruim vier ton. Daarmee ben je slechts in eigen land spekkoper. Buiten onze landsgrenzen liggen de financiële latten aanzienlijk hoger en het is net als in alle andere professionele sporten: de hoeveelheid beschikbare euro’s zijn bepalend voor internationaal succes.
Bij Lycurgus is dat besef ook in de bestuurskamer doorgedrongen. In een poging meer geld te genereren is een algemeen manager in dienst genomen, wat duidt op een lange termijnvisie. Omdat het budget ten aanzien van afgelopen seizoen nauwelijks of niet is verhoogd (daar wordt altijd krampachtig over gedaan bij sportclubs), lijkt dat ten koste zijn gegaan van het team. Het buitenlandse contingent is nagenoeg weggesaneerd. Alleen een Canadees, Chris Voth, staat nog op het roster. Hij was al eens eerder in het Alfa College te bewonderen en zal bij de vaste bezoekers niet in het geheugen staan gegrift als een jongen van zwaar kaliber. Zijn voornaamste kracht ligt op het mentale vlak, hij is een type teamplayer.
Maar ook met de huidige selectie moet Lycurgus in staat zijn nogmaals de beste van Nederland te worden. Vooral ook omdat de enig ware vedette van de ploeg, Wytze Kooistra, na een zomer vol aarzelingen heeft bijgetekend. De Drentse slagman had met zijn 36 jaar nog wel zin in een buitenlands avontuurtje en hengelde in het makelaar-circuit naar een aantrekkelijke aanbieding. Toen die uitbleef was de keuze om Lycurgus nog een x-aantal jaren te dienen niet moeilijk meer.
De expats van vorig seizoen zijn vervangen door toppers uit eigen land, zoals Erik van der Schaaf en spelverdeler Stijn Held, dit voorjaar in de finaleserie om de titel in het shirt van Orion nog kwelgeesten van Lycurgus. En ook uit eigen omgeving vond Taaij een geschikte speler om zijn selectie op te vullen, de van Donitas afkomstige Geoffrey van Gendt. En verder wordt er gehoopt dat Auke van der Kamp en Pascal Hoogste eindelijk eens van hun slepende blessureleed verlost zullen worden. Kortom, de verschuiving van alle technische accenten is alleszins verklaarbaar in het licht van de professionalisering buiten de lijnen.
Daarvoor moet met name Reint-Jan Auwema zorgen. Hij is met het vrijgekomen ‘buitenlandersgeld’ aangesteld als algemeen manager. Voor hen die noordelijke amateurvoetbal een beetje volgen, zal zijn naam herkenbaar zijn. Hij was jarenlang Mister GOMOS, de inmiddels naar de eerste klasse gepromoveerde club uit Norg. Hij diende het geelzwarte vlaggenschip tot op hoge (voetbal)leeftijd, nadat hij in zijn jeugdjaren net te licht werd bevonden door de scouting van FC Groningen.
Vorig jaar haalde deze Auwema ook als bestuurder van de gemeente Noordenveld de krant. Als wethouder van dienst verloor hij tijdens een geanimeerde bijeenkomst de etiquette uit het oog, waarna hij zelf de consequenties trok: Dit kon niet door de beugel, ik stap op. Daarmee verdween een gedreven en buitengewoon sportminnende man uit het gemeentehuis in Roden.
Hij kan zich moeiteloos laten voorstaan op een breed georiënteerde interesse voor sport en de wereld er omheen. Zo was hij één van de grondleggers van de inmiddels succesvolle wielerkoers De Slag om Norg, droeg hij bij aan het al het fietswelzijn in Drenthe, is zelf ook een fietsende kilometervreter en is altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Zo kwam hij bij Lycurgus uit, toen het bestuursvoorman (interim) Bert Eissens te kennen had gegeven dat Lycurgus op zoek was naar een organisatorische duizendpoot.
Inmiddels is hij een maand in dienst van het volleybaluithangbord van het Noorden. Hij is in de korte tijd zelfs al mee geweest op reis, naar Lissabon, waar Lycurgus in de accommodatie van Benfica een trainingsweek had belegd. Daar gingen Auwema’s ogen meteen volop ogen. Auwema: “Dat was toch bijzonder indrukwekkend wat ik daar heb gezien. Alle sporten bij elkaar onder één vlag, die van Benfica. Een omniclub die wat mij betreft in Groningen ook niet zou misstaan. Maar, dat is me ook al wel duidelijk, dan moeten er heel wat cultuurtjes en belangen worden geslecht.”
Dat is trouwens niet zijn eerste ambitie. Hij gaat als fulltimer, om te beginnen, proberen Lycurgus beter in de gunst van het Groninger sportpubliek te krijgen. Te vaak speelt Lycurgus, nota bene de beste club van het land, voor te lege tribunes. Auwema: “Ik vind dat Stad en Ommeland Lycurgus best meer mogen omarmen. Dat geldt niet allen voor het publiek, maar zeker ook voor het bedrijfsleven. Daar ga ik me de komende dingen intensief mee bezighouden. Hoe meer toeschouwers, des te makkelijker haken potentiële sponsors aan. Kijk maar naar Donar.”
Auwema weet dat er een moeizame trek is naar het Alfa Collega, maar denkt dat daar wel wat aan te doen is. “Zo lang die topsporthal er niet is is, moeten we het for the time being in het Alfa College doen. Nou, er zijn acties genoeg te bedenken om een betere binding met het publiek te creëren. We moeten ook eens kijken naar onze vaste speeldag. Dat is nu zaterdagsavonds en dan zijn al die volleybalclubs zelf aan het spelen, of wel ze zitten in de derde helft. Misschien zou de vrijdag een oplossing kunnen zijn.”
En verder hoopt hij Lycurgus qua organisatie in een stabieler vaarwater te brengen. Hij mist vooralsnog structuur. Auwema: “Ik zie geweldig hardwerkende vrijwilligers en ook een bestuur dat met hart en ziel aan de slag is, maar er gaat te veel ad hoc. Veelal ook door oorzaken van buitenaf. Nog altijd staan bijvoorbeeld de play-offs voor komend jaar niet vast en ook Europees zijn er nog losse eindjes. Dan is het moeilijk dingen te regelen. Daar valt ook nog wel winst te behalen.”
Zijn grootste klus zal toch worden een nieuwe hoofdsponsor aan de haak te slaan. Het is een publiek geheim dat uitzendbureau Abiant het na tien jaar welletjes vindt om de sponsorkar te trekken. Auwema: “Dat is denkbaar, ja, maar zo ver is het nog niet.“