Nog geen halve Groninger per keer op Winterspelen
Als op 9 februari de Nederlandse Olympische ploeg het stadion in het Zuid-Koreaanse Pyongchang binnen wandelt voor de openingsceremonie van de 23ste Winterspelen, hoeft u niet te speuren naar Groninger deelnemers. Die zijn er namelijk niet. Simpelweg niet goed genoeg. Op ééntje na dan: Dai Dai Ntab. Maar deze schaatssprinter, onlangs nog Nederlands kampioen geworden, gooide zijn eigen glazen in bij de kwalificatiewedstrijden in Heerenveen, waar hij twee keer vals startte en meteen zijn biezen kon pakken. Ntab mag over vier jaar, als de Olympische familie in weer in Peking neerstrijkt, een nieuwe poging wagen.
O ja, met een beetje goede wil en ruimhartig denken zit er toch nog een vleugje Groningen in het keurkorps van chef de mission Jeroen Bijl. Want één van onze shorttracktroeven, Suzanne Schulting, is (in 1997) in de stad Groningen geboren en heeft twee blauwe maandagen in Hoogezand gewoond. Dat was toen haar vader, Jan Schulting, bij BV Veendam als voetbaltrainer werkzaam was.
Overigens is dat niet bijzonder, Olympische Winterspelen zonder Groninger inbreng. Bij de 22 edities tot nu toe, waren slechts zeven keer Grunnegers van de partij. Al met al hebben slechts tien verschillende Groningers aan de vierjaarlijkse hoogmis van de wintersport meegedaan. Nog geen halve gemiddeld. Pas in 1960, betrad een Groninger – Jan Pesman – het Olympische wintersportpodium. Waarmee toch wel gesteld kan worden dat wij hier bepaald geen wintersportprovincie kunnen worden genoemd.
Maar als we meededen, lieten we ook van ons horen. Zo keerde Marianne Timmer in 1998 als IJskoningin van Nagano terug in het land. De Sappemeerse was daar onverwachts in de vorm van haar leven en reed alle favorieten op een hoop op zowel de 1000 ls 1500 meter, hetgeen NOS-commentator Frank Snoeks in opperste verbazing deed uitroepen: Timmertje, Timmertje….wat doe je nou?
Nou, Timmertje reed gewoon twee keer naar een gouden plak en staat sindsdien bijgeschreven in de eregalerij der Olympische legendes. Er kwam overigens nog een keer goud bij, in 2006. Daar won ze andermaal de duizend meter, nadat ze op de 1500 meter niet verder was gekomen dan plek veertien.
Ook Renate Groenewold veroverde Olympisch eremetaal. Twee keer zelfs en twee keer op de drie kilometer. Die prestaties verrichtte ze in Lillehammer (2002) en Turijn (2006).
Maar er was ook een bijzonders spraakmakende keerzijde van deze medailles. Daarvoor tekende Edwin van Calker, de bobsleepiloot. Hem werden kansen op eremetaal toegedicht in Vancouver nadat in hij in wereldbekerwedstrijden een paar keer het podium had gehaald. Zo goed was een Nederlands bobteam nog nooit geweest. Aan de Canadese westkust werd hij echter de risee van de natie. Nadat een Georgische skeletonner zich te pletter had gegleden in bocht 13 van de als risicovol betitelde bobbaan, sloop de angst in Van Calkers hoofd. En wel zodanig, dat hij na zijn mislukte runs in de tweemansbob met Sybren Jansma, zich terugtrok voor de afdaling in het meest prestigieuze nummer van het bobsleeën, de viermansbob.
Daarmee vervloog niet alleen zijn ultieme sportdroom, maar tevens van zijn drie co-equipiers, zijnde Sybrand Jansma, Timothy Beck en zijn broer Arnold. Heel Nederland had er geen goed woord voor over. TV-gezicht Jack van Gelder vond de Groninger stuurman maar een slapzak, chef de mission Henk Gemser wist zich geen raad met de kwestie en ook door zijn eigen bond werd Van Calker besmeurd met pek en veren. En wat te denken van stadgenoot Arend Glas, die als ex-bobber Van Calker als een mietje wegzette. Alleen (toen nog) prins Willem-Alexander nam het op voor de bobber door alle begrip voor diens ingrijpende beslissing te tonen.
Alle negatieve publiciteit konden Edwin van Calker er niet van weerhouden vier jaar voor nog een Olympische missie te gaan. En ondanks alle scepsis dwong de geboren Drent (Gasselternijveenschemond) toch weer een startbewijs af. In de Russische badplaats Sotsji ging hij ook daadwerkelijk naar beneden, maar in de buurt van de medailles kwam hij niet. Waarna hij er een punt achter zette en als coach verder de sport is gaan dienen. Momenteel traint hij de Chinese selectie.
Het is tot dusver bij zes Olympische wintermedailles gebleven. De eerste, een bronzen, veroverde Jan Pesman, de schaatsende boer uit Holwierde. Hij moest er in 1960 helemaal voor naar Squaw Valley, een destijds volslagen onbekend wintersportoord aan de westkant van de Verenigde Staten. Pesman gold als een begenadigd stayer, die in het bijzonder grote kansen werden toegedicht op de tien kilometer. Zeker nadat hij op vijf, gewonnen door de Rus Viktor Kositjskin, derde was geworden.
Bondscoach Klaas Schenk, de vader van Ard, dacht er vervolgens goed aan te doen Pesman terug te trekken van de 1500 meter, waarop hij toch kansloos was. Alle kaarten werden op de tien gezet. Pesman was echter zo overtuigd van zichzelf dat hij zichzelf overschatte en veel te voortvarend van start ging. Die gretigheid moest hij al na drie kilometer bekopen met een klap van de man met de hamer (het woordje verzuring werd nog niet gebruikt), waarna er niet meer in zat dan een teleurstellende twaalfde plek.
Maar hij ging wél huiswaarts als de eerste Groninger met een winterse Olympische medaille om zijn nek. Holwierde kon haar geluk niet op en beloonde Jan Sijbrand Pesman met een ereronde door het dorp, in een door Gronings paard getrokken koets met daarvoor de plaatselijke harmonie Luinga.
Ter afsluiting een chronologisch overzicht van de Groninger deelnemers aan de Olympische Winterspelen
1960 Squaw Valley – Schaatser Jan Pesman. Hij won brons op de vijf kilometer en moest vervolgens als falende topfavoriet genoegen nemen plaats 12 op de 10 kilometer.
1992 Albertville – Schaatsster Carla Zijlstra. Zij viel net buiten de prijzen op zowel de drie als vijf kilometer (twee keer vierde) en werd negende op de 1500 meter.
1994 Lillehammer – Schaatsster Carla Zijlstra, die ook hier op drie afstanden uitkwam: de 1500 (22ste), de 3000 (9e) en 5000 meter (7e). En shorttrackster Anke Jannie Landman. Zij finishte als 19de op de 500 meter, 28ste op de 1000 en behaalde een Olympische diploma in de ploegaflossing (zesde).
1998 Nagano – Drie Groningers dit keer. Met Marianne Timmer als primus inter pares als tweevoudig winnares van goud, zowel op de 1000 als 1500 meter. Carla Zijlstra was voor de derde keer van de partij, dit keer op twee afstanden: de 3000 (9e) en de 5000 meter (6e). En ook Anke Jannie Landman was er weer bij. Andermaal werd de shorttrackster zesde in de ploegaflossingen speelde ze op de 1000 (12e) en 500 meter (26ste) geen rol van betekenis.
2002 Salt Lake City – Renate Groenewold debuteert met een zilveren medaille op de 3 kilometer. De Musselkanaalse moest echter opgeven op de 1500 meter vanwege een val (schouder uit de kom). Marianne Timmer kon haar gouden prestaties van Nagano niet prolongeren en kwam deze keer niet verder dan de plaatsen 8, (500 meter), 4 (1000 meter) en 21 (1500 meter). Er was nog een Groninger debutant: bobsleeër Arend Glas. Met Marcel Welten werd hij 16de in de tweemansbob, terwijl hij als stuurman van de 'vier', met Welten, Arnold van Calker en Timothy Beck, nog een treetje lager eindigde (17de).
2006 Turijn – Schaatsdiva Marianne Timmer haalt nog één keer uit met een gouden nummer, op de 1000 meter, nadat het op de 1500 was tegengevallen (14e). Voor Renate Groenewold was er weer zilver op de drie kilometer, maar bleef ze op de vijf onder de verwachtingen (9e). Ook de ploegachtervolging, die voor het eerst op het programma stond, verliep ondermaats. Samen met Ireen Wϋst, Paulien van Deudekom en Moniek Kleinsman bleef ze steken op de zesde stek. Arend Glas deed ook weer mee. In de tweemansbob dit keer met Sybrand Jansma (19e) en in de 'vier' met Jansma, Arno Klaassen en Vincent Kortbeek (16e).
2010 Vancouver – De derde Spelen van Renate Groenewold, maar nu bleef ze verstoken van eremetaal. Ze moest het doen met 10de plaats op de drie kilometer en weer een zesde in de ploegachtervolging, deze keer samen met Ireen Wϋst, Diane Valkenburg en Jorien Voorhuis. Het drama Edwin van Calker is hierboven uitvoerig beschreven. Huij startte nog wel in tweemansbob, maar die race verliep verre van vlekkeloos (14e).En daar was ook nog shorttrackster Maaike Vos. De Sappemeerse viel net buiten het podium op de ploegaflossing (4e).
2014 Sotsji - Het bleef, voor wat betreft Groninger deelnemers, bij de rehabilitatiemissie van Edwin van Calker en zijn makkers, in dit geval Bror van der Zijde, Sybren Jansma en Arno Klaassen. Aan de boorden van de Zwarte Zee was er geen angst te bespeuren bij Van Calker, maar in de uitslag was hij niet meer dan een middenmoter. In de tweemansbob 19e en in de 'vier' op plaats 11.