Martin Vergay

Door: Henri van Voorn

Op 29 juli jl. is de grootmeester op 96-jarige leeftijd overleden. Toen ik in 1964 met vader en opa (uitbater van Café Bolhuis) mee naar de drafbaan genomen werd, was Martin Vergay eerste pikeur op het entrainement van de legendarische trainer Willem Geersen. Deze Willem schreef in 1960 drafsporthistorie door met Hairos II in New York voor bijna 55.000 bezoekers wereldkampioen te worden.

Martin Vergay was zeventien jaar toen hij bij Geersen ging werken. Geersen, een lange ruim 100kg wegende kolos, was vooral de trainer en Martin Vergay de eerste rijder. Vergay was op de sulky een stylist met een enorme uitstraling. Als Vergay in Groningen reed dan stond hij bij de ingang van de piste te wachten tot het personeel van Geersen de voor de sulky gespannen dravers naar hem toe brachten. Dan deed Vergay de warming up of reed zijn koers.

Dat maakte indruk, want andere pikeurs moesten zelf hun paarden in spannen. Vergay reed in Groningen talloze crack waarbij met name Jour de Java mij is bijgebleven. Deze Franse hengst was vocht vele duels uit met de legendarische Quicksilver S. Ook zag ik Vergay met de Amerikaanse hengst Star Performer schitteren. Vergay won ook vaak de Sweepstakes in Groningen.

Het schijnt dat de sfeer tussen de steeds succesvol wordende stuurman Vergay en baas Geersen er in de loop van de jaren niet beter op werd. Legendarisch is het verhaal dat Martin Vergay met Mac Kinley naar het Elite Rennen in Duitsland wilde terwijl Geersen liever naar de Grote Prijs van Nederland in Groningen ging. Vergay kreeg zijn zin en won in Duitsland de eerste prijs van DM 25.000. Een godsvermogen in die tijd en veel meer dan er in Groningen te winnen viel.

Toen Vergay terugkwam bij de stal in Oud Valkeveen zag Geersen hem komen, maar liep zonder wat te zeggen weg. Het was landelijk nieuws toen Martin Vergay in 1968 bekend maakte dat hij, vooral op verzoek van zijn vrouw en kinderen, het dienstverband bij Willem Geersen beëindigde. Martin wilde voor zichzelf beginnen. Het gonsde ogenblikkelijk van de geruchten, maar Geersen was geen prater. Het schijnt dat hij de boodschap aanhoorde en over ging tot de orde van de dag. Pikant was dat Martin Vergay vooral paarden op stal kreeg van Bennie Pimentel, die ook een lening voor het opstarten van het bedrijf verstrekte.

Pimentel stond bekend als iemand die graag buiten de officiële kanalen gokte. Bij café Bolhuis hing hij regelmatig aan de lijn als er in Hilversum gekoerst werd. Bij Bolhuis zaten immers bookmakers die spel op paarden aannamen. Een andere eigenaar die belangrijk voor Vergay zijn nieuwe stal is geweest, was Stal Amsterdam van de bekende Gijs van Dam. Gijs moest zich af en toe bij de rechter verantwoorden en ooit zei een Haagse rechter: “Mijnheer Van Dam het moet niet gekker worden. Er schijnt een nieuwe versie van een bekend Amsterdams lied te zijn. Ze zingen nu ‘Tulpen uit Amsterdam, hasjies van Gijs van Dam’. Dat kan toch niet”.

Ook als zelfstandig trainer was Martin Vergay succesvol. Zo won hij met Ironie de Derby en met Nanouk de Gouden Zweep. Goede herinneringen bewaren we ook aan King Hollandia en Jheronimus. Vergay stond erom bekend dat hij zijn dravers gesoigneerd in de baan bracht. Zoals hij zelf ook onberispelijk uitgerust op de sulky zat. Uitgerekend het dieptepunt van zijn carrière speelde zich af in Groningen. Hij won er in 1977 een Super Trio met Nescio van stal Amsterdam. Bij de dopingcontrole bleek dat het paard een pijnstiller in het lijf had. Vergay was ten einde raad en sprak van een groot onrecht. Hij en doping, dat bestond niet. De man heeft zich een ongeluk geprocedeerd om de fouten in de dopingprocedure aan te tonen, maar kreeg een schorsing.

Tot overmaat van ramp verhuisden de paarden van stal Amsterdam niet lang daarna naar concurrent Jan van Dooyeweerd. Nadat Vergay eind 1991 zijn rijvergunning wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd moest inleveren, heb ik hem nog dikwijls gesproken. Voor het laatst op de Derbydag vorig jaar. Hij kon prachtig vertellen over zijn grote successen en de wijze waarop hij vroeger met de paarden van Geersen door Europa trok. Martin Vergay een held uit mijn jeugd, een fantastische rijder en een man met een levensverhaal. 


Henri van Voorn

Over Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraai baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.