Marée Dijkema hoopt op kwalificatie Spelen
De Olympische Zomerspelen liggen nog maar net achter ons of de focus ligt alweer op de Winterspelen die van 4 tot en met 20 februari plaatsvinden in het Chinese Beijing. De Groningse inbreng zou dan mogelijk mede kunnen bestaan uit de 21-jarige Marée Dijkema die zich met het Nederlands vrouwenijshockeyteam hoopt te kwalificeren voor de Spelen.
Haar vader Ricardo speelde jarenlang ijshockey bij GIJS en zodoende was de in de stad Groningen geboren Marée als klein meisje vaak op de ijsbaan te vinden. “Ik vond het superleuk,” vertelt Marée. “Ik wilde dolgraag hetzelfde doen als mijn vader.” Ze legt uit wat er zo leuk is aan ijshockey: “Als je er eenmaal mee bent begonnen, kom je er niet meer vanaf. Je wordt verliefd op de sport en dat gebeurde met mij ook.”
Zweden
Marée doorliep bij GIJS alle jeugdteams en speelde altijd samen met jongens. In 2018 verhuisde ze naar Zweden waar ze ging spelen voor Färjestad BK, waarna ze in 2019 de overstap maakte naar SDE HF. “Ik wilde op een zo hoog mogelijk niveau spelen, maar daarvoor moest ik wel naar het buitenland. Toen die mogelijkheid er eenmaal was, heb ik die meteen aangenomen. In Zweden kreeg ik de kans om met vrouwen te spelen,”
Het lijkt een grote stap: als meisje, in je eentje, vanuit je vertrouwde omgeving in Nederland, verhuizen naar Zweden. “Ik heb daar eigenlijk niet zo bij nagedacht,” vertelt Marée. “Ik wilde graag in het buitenland spelen dus ik ben gewoon gegaan,” Ze ging er heel Gronings nuchter mee om. “Niet teveel nadenken en er lekker voor gaan.”
“Het niveau in Zweden is heel hoog,” weet Marée. “Er spelen meiden uit alle delen van de wereld. Het is nu denk ik wel de sterkste vrouwencompetitie van de wereld.” Ze speelt zelf ook met meiden die tot de sterkste ijshockeylanden behoren zoals speelsters uit de Verenigde Staten en Canada. Marée: “Het is heel fijn dat alles in het Engels gaat. En we zijn daar allemaal heengegaan om op een hoger niveau te kunnen spelen. Dat maakt het wat makkelijker.”
“Ik ben tussen augustus en april in Zweden. Ik ben alleen in Nederland als we wedstrijden met het nationaal team hebben of als we een korte break hebben met de ploeg.” In Zweden kan ze mooi haar studie Social Work aan de Hanzehogeschool volgen. “We trainen al om zeven uur in de ochtend op het ijs. Daarna ga ik de sportschool in en daarna heb ik tijd om te studeren. De hoorcolleges zijn opgenomen dus die kan ik altijd terugkijken. En veel lessen zijn in de middag dus dan kan ik er online bij zijn. Voor mij is dat ideaal. Het werkt heel goed voor mij.”
Nederlands team
Straks als de competitie weer wordt opgestart speelt Marée met SDE HF twee wedstrijden in de week en staat ze de overige dagen op het ijs om te trainen. Daarnaast staat haar met Oranje ook een mooie uitdaging te wachten. In oktober speelt Marée namelijk met het Nederlands team een Olympisch kwalificatietoernooi in Polen. “We zijn het aan onze stand verplicht om dat toernooi te winnen. Daarna volgt een tweede toernooi. Als we die ook winnen, gaan we naar de Spelen.”
Nooit eerder speelden Nederlandse vrouwen ijshockey op de Olympische Spelen. “Het zou zeker uniek zijn,” weet Marée. Dat is nog niet alles want de Nederlandse vrouwen spelen sinds 2019 op het WK op het eennahoogste niveau en hopen ook daarin een stap hogerop te maken. “Het wordt inderdaad een belangrijk jaar voor ons.”
Zien we Marée in de toekomst ooit in een vrouwencompetitie in Nederland in actie? “Er is wel een competitie voor vrouwen in Nederland, maar dat niveau is niet zo hoog dat ik denk: ‘Ik kom weer terug naar Nederland.’ Er zijn nog te weinig meiden die ijshockeyen in Nederland. We zijn nog geen ijshockeyland zoals Zweden.” Wellicht dat kwalificatie voor de Olympische Spelen een boost aan het vrouwenijshockey in Nederland kan geven. “We krijgen sowieso al meer aandacht in de media dus wat dat betreft wordt het al groter. Het zou supervet zijn als ik in Nederland zou kunnen spelen want ik kom hier toch vandaan. Ik heb hier al mijn vrienden dus dat zou wel heel mooi zijn.”