Lycurgus. Van lachertje tot grootmacht
Beeld: Archief Jan Kanning
Groningen – Ook in Zwolle is de handdoek al gegooid; Lycurgus zal ook aan het eind van komend volleybalseizoen als kampioen van Nederland worden gehuldigd. Geen twijfel mogelijk, weet ook Herman Nijman, de volleybalwatcher van de Overijsselse krant De Stentor. Onlangs twitterde hij dat de weg naar de tweede landstitel voor Lycurgus een walk in the park wordt. Ofwel, een makkie. 'Zijn' club, Landstede, is in elk geval geen hindernis van betekenis meer nu dit onderwijsinstituut de stekker uit het volleybal heeft getrokken ten faveure van het basketbal in de Peperbusstad. Blijven over als 'concurrenten' Dynamo Apeldoorn en Orion Doetinchem. Tussen aanhalingstekens dus, want ook deze clubs kunnen qua potentie niet tippen Lycurgus.
Tijden veranderen, ook in het volleybal. Lycurgus was jarenlang het lachertje van de eredivisie. Wel praatjes in Groningen, maar die vulden geen gaatjes. Het ALO-virus, verspreid op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, hield Lycurgus lang in een ietwat studentenloze houdgreep. Zo kon het gebeuren dat de doorgaans goed gebekte spelers het vaak beter wisten dan de coach. Met als gevolg dat de blauwwitte club als een stuurloos scheepje in het volleybalwalhalla ronddobberde.
Totdat zich rond de eeuwwisseling een sponsor aandiende die wel exposuremogelijkheden zag in Lycurgus. Dat was Anker Verzekeringen. Toenmalig directeur Harry van Meel stelde echter wel een belangrijke voorwaarde. Er moest een professionele aanpak komen. Die eis werd door de clubleiding ingewilligd en sindsdien is het langzaam maar zeker crescendo gegaan met Lycurgus. Beetje bij beetje werd de organisatie in en buiten het veld aangepast en vooral verbeterd. De aftandse Selwerdhal werd verruild voor de topsporthal van het Alfa College, de gelauwerde ex-international Ronald Zoodsma kreeg het technische roer in handen en oud-speler Alex Posthuma schroefde als voorzitter de ambities beleidsmatig alsmaar verder op.
Hij haalde - in 2008 - ook de huidige hoofdsponsor, uitzendgroep Abiant, binnen. Die toen overigens nog als AB Groningen bij de Kamer van Koophandel ingeschreven stond. Met dit bedrijf als financiële motor werden de laatste stappen naar de (vaderlandse) top gezet. Met als ultieme bekroning de landstitel 2015-2016. Directeur IJsbrand Havinga van Abiant weet nog goed waar de deal met Lycurgus zijn beslag kreeg: bij de Chinees in Eelde. Het is een langdurige verbintenis geworden, want nog altijd prijkt de naam van Abiant op de meest prominente plek op het shirt.
In het meest recente jaarverslag van het bedrijf geeft Havinga ronduit toe dat het met Lycurgus als uithangbord goed heeft geboerd. "Je staat toch wekelijks in de kranten, zeker nadat Abiant/Lycurgus opmerkelijk begon te presteren. De naam Abiant kreeg daardoor een enorme vlucht. We hebben er in het begin ook veel in geinvesteerd, het zakelijke gewin is pas de laatste seizoenen echt losgekomen."
Alex Posthuma mocht dat helaas niet meer meemaken. Hij werd in 2010 voor eeuwig geveld door de meest gevreesde ziekte van deze tijd (kanker). Maar zijn bestuurlijke erfenis werd gekoesterd en zo kon de gestage opwaartse lijn worden doorgetrokken. Nu de Nederlandse top is bereikt, is de missie van Lycurgus overigens nog geenszins voltooid. De kampioen richt zich nu op Europa, waar het ook naam wil maken.
Dát is het Lycurgus 2.0, een club die pure topsport nastreeft. Op een zo hoog mogelijk level. Dat is ook wat Abiant's CEO Havinga zo waardeert in de huidige coach, Arjan Taaij. Havinga: "Hij streeft het maximale en dus perfectie na. Dat doet hij gepassioneerd en met volledige focus. Doelen stellen, in kansen denken, concentreren en dat alles zonder het plezier en de drive te verliezen. Daarin kunnen wij als bedrijf ook van Arjan leren."
Taaij ziet steeds meer van zijn ambities bewaarheid worden, vooral ook omdat hij steeds meer euro's tot zijn beschikking heeft om progressie te realiseren. Inmiddels is de omzet gestegen na 420.000 euro en dan ben je in een land als Nederland al snel een grootmacht. Bovendien lijkt de rek er nog lang niet uit, want niet alleen sportief draait Lycurgus top, ook commercieel zijn er forse sprongen gemaakt. Mede daardoor werd de finale van de play-offs afgelopen seizoen een historische volleybalhappening in Martiniplaza, met bijna 4400 m/v op de tribunes.
Ook komend seizoen zal Lycurgus weer in Plaza te zien zijn, want Lycurgus heeft zich als kampioen van Nederland geplaatst voor de voorronden van de Champions League. Wie mee wil doen aan de dit hoog gekwalificeerde toernooi, moet een identieke accommodatie kunnen overleggen en die is in het Groninger Stadspark aanwezig. Eerst wacht, op 2 november, de Bulgaarse kampioen Dobrudja 07 Dobrich en als die horde genomen kan worden, komt er clash met het gerenommeerde Belgische Maaseik.
Taaij, die weet wat er internationaal te koop is, ziet kansen om de poulefase te bereiken. Omdat de tegenstand zwaar zal zijn, ligt zijn eerste piekmoment niet in de Supercup, maar werkt met zijn selectie naar een eerste top in november. Ook al omdat zijn ploeg, hoewel hij dat nooit hardop zal zeggen, voor de eerste nationale prijs dit seizoen (de supercup dus) minder diep zal hoeven te gaan.
Dat zal ook in de reguliere competitie het geval zijn. Het enige reële gevaar dat op de komende 'walk in the park' op de loer ligt, is arrogantie. Die eigenschap wil in de sport nog wel eens worden afgestraft. De eredivisie-opponenten zullen alle registers opentrekken om de regerend kampioen pootje te lichten. Maar dat is hoogstens voor één of twee clubs weggelegd. Net als in de andere zaalsporten, zit het volleybal landelijk in een periode van verval. Blijkbaar zijn de binnensporten niet meer interessant voor sponsors, zoals dat jarenlang wél het geval was. Ook zijn er te weinig clubs in grote en middelgrote steden die er toe doen.
Groningen is de uitzondering op deze ontwikkeling en daardoor heeft de Stad het heft in handen genomen als dé zaalsportstad van het land. Zoals de zaken er nu voorstaan zal ook Donar weer zonder al te veel problemen haar landstitel prolongeren. En nu Energy Valley Topclub GIJS in haar midden heeft opgenomen, is het niet uitgesloten dat ijshockey in Groningen op korte termijn ook weer mee gaat tellen.
Tegen die tijd hoopt Arjan Taaij een vaste speler te worden in het hoofdtoernooi van de Champions league. De successen hebben de club aantrekkingskracht gegeven bij potentiële vaderlandse toppers van de toekomst, terwijl de kwaliteiten van het contingent buitenlanders ook groeiende is. Bovendien zit er nog altijd een stijgende lijn in de begroting die volgens jaar richting het half miljoen gaat. Daar kun je in Europa weliswaar nog geen deur mee intrappen, maar wel op een (veelbelovende) kier zetten.