Lycurgus de niet geëerde profeet in eigen Stad
Eervolle uitnodigingen om in wereldsteden als Lissabon en Genève te komen spelen, maar in eigen huis, Groningen dus, worden de optredens van Abiant/Lycurgus (veel) minder op prijs gesteld. De drievoudig volleybalkampioen van Nederland heeft hier veel weg van de spreekwoordelijke profeet die in eigen land, in dit geval Stad en Ommeland, niet wordt geëerd. Bij de reguliere thuiswedstrijden Lycurgus zitten er soms nog geen honderd betalende toeschouwers op de tribunes van het Alfa College. Dat mag toch wel als een vorm van minachting worden gezien. 's Lands beste volleybalclub moet het al jaren stellen met de ambiance van een koelkast.
Op social media wordt Groningen nogal eens geprezen als de zaalsportstad van Nederland, maar dat is dan vooral ingegeven door blind chauvinisme. Want een ware zaalsportstad zou ook voor een sport als volleybal, zeker als die op het hoogste platform (de eredivisie) wordt aangeboden, toch moeten warmlopen.
Het contrast met die andere zaalkampioen van de stad, Donar, is even groot als verontrustend. Want ja, van een club die nagenoeg geheel afhankelijk is van sponsorinkomsten, wordt verwacht dat die voor reuring zorgt. En in het verlengde daarvan de nodige exposure voor sponsors. Zeker nu hoofdsponsor Abiant na dik tien jaar een stap terug zet, is het van belang dat Lycurgus levensvatbaarheid op lange termijn aan de dag legt. In de media lukt dat nog wel, maar als dé absolute topclub van het land bij Jan Publiek minder tot de verbeelding spreekt dan bijvoorbeeld een dorpsclub als DIO Bedum, dat nota bene een klasse lager speelt, dan is er toch alle reden om met een zorgelijke blik naar de toekomst te kijken.
Waar Donar zonder hoofdsponsor in de top van Nederland kan blijven spelen, zal dat bij Lycurgus niet gaan lukken. Dat is een terugval naar de grijze middenmoot onvermijdelijk en dat zal op den duur ook ten koste gaan van de businessclub, die de laatste jaren overigens best aardig is aangedikt. Echter te weinig om de begroting op een dusdanig peil te houden dat er om de hoofdprijzen kan blijven worden gestreden. Ofwel, de toekomst van topvolleybal staat momenteel danig op de tocht. Het dreigt met Lycurgus dezelfde kant op te gaan als met Nic., dat na enkele mooie jaren in de Korfbal League is verworden tot een modaal regionaal clubje.
Het zou doodzonde zijn als de Groninger sportgemeenschap ook Lycurgus zou laten vallen. Dat verdient deze club, die met vallen en opstaan de top heeft bereikt, niet. De grote vraag echter is al jaren: Waarom komt er zo weinig volk op Lycurgus af? Terwijl volleybal een alleszins attractieve indoorsport is. Er zit volop explosiviteit in het spel en ook het verdedigen draagt bij vlagen bij aan de amusementswaarde. En in tegenstelling tot het basketbal, hebben Nederlandse spelers geenszins de rol van een bijwagen. De standaard van de bovenmodale volleyballer in Nederland, ligt ook international behoorlijk hoog. De Olympische titel van 1996 is daarvan een bewijs en ook het huidige nationale mannenteam nadert weer de internationale top. Dat kan van het vaderlandse vlaggenschip der basketballers niet worden gezegd.
Maar desondanks geniet het basketbal een grotere populariteit bij grote delen van ons sportvolk. Zeker in Groningen. Vaak wordt dan gewezen op het randgebeuren, dat bij Donar het kijkgenot verhoogt. Een Groninger factor van belang is ook de accommodatie waarin wordt gespeeld. MartiniPlaza versus het Alfa Collega. Stoeltjes met pluche en rugleuning tegen plastic kuipjes zonder steuntje in de rug.
Hoewel de leiding van dit onderwijsinstituut zeer gastvrij is voor Lycurgus (en trouwens ook nog altijd voor Nic.) en de volleyballers waar mogelijk van dienst is, wordt deze hal niet echt omarmd. Het is er simpelweg niet gezellig. Er hangt geen sfeer, zoals bijvoorbeeld wel in MartiniPlaza. Er zit ook geen trek op bij potentiële liefhebbers, ook al door de decentrale ligging. Jeugdige toeschouwers, zeg maar zij die zich nog fietsend moeten behelpen, vinden Kardinge net een brug te ver en als het donker is, ook geen uitnodigende route. Sponsors hebben er geen sfeervolle lounge, zoals ze bij Donar in Plaza wel hebben. Daar is sport een avondje uit.
Eigenlijk zou ook Lycurgus naar MartiniPlaza moeten verhuizen. Bewezen is dat als het daar speelt, er meer publiek komt. Voorwaarde is dan wel dat de gemeente de tarieven voor gebruik naar beneden moet stellen. Dat lijkt er bij het huidige gemeentebestuur niet in te zitten. Wethouder Paul de Rook, die de afgelopen jaren sportzaken in zijn portefeuille had, heeft wel praatjes als hij het over sportstad Groningen heeft, maar die vullen verre van gaatjes. Je zou van een beleidsbepaler verwachten dat hij eens mee gaat denken met Lycurgus, hoe knelpunten in de accommodatiesfeer kunnen worden aangepakt. Zeker voor een club die door amateurs wordt geleid, zou dat enige verlichting van zorgen kunnen geven. Topsport in de stad is méér dan alleen FC Groningen ruimhartig en structureel (zie TopsportZorgCentrum) van dienst te zijn.
De gemeente mag best eens wat meer trots uitstralen richting de sportieve visitekaartjes van de stad. Bijvoorbeeld door de ambities in deze wat verder op te schroeven. Het is voor een stad als Groningen beschamend te noemen dat ze geen tweede sporthal van niveau in de aanbieding heeft en zaalclubs in veelal gedateerde hallen aan laat modderen. Hoezo, zaalsportstad van Nederland?!
Een sporthal voor pak hem beet 1250-1500 toeschouwers op een mooie, goed bereikbare plek in de stad. Bijvoorbeeld in Groningen-Zuid, waar na sluiting van sporthal De Wijert en het Corpushuys momenteel geen enkele indoorlocatie meer is te vinden. Mocht na Nic. ook Lycurgus nog onverhoopt van het toptoneel verdwijnen, dan is de gemeente daar toch mede voor verantwoordelijk. Omdat die verzuimd heeft voor deze clubs een 'kleintje Plaza' te realiseren. En dat voor de vijfde stad van Nederland…
Zeker nu het gewenste Topsportpaleis, gezien de uitkomst van de recente verkiezingen, verder weg lijkt dan ooit met een partij als GroenLinks op de bok, zou toch eens moeten worden bekeken of Lycurgus kan worden ingepast in MartiniPlaza. In het Alfa Collega zit geen toekomstperspectief.
De komende tijd wordt spannend voor de drievoudig landskampioen. Onder aanvoering van de nog kersverse manager Reint-Jan Auwema, een bevlogen 'sportdier', is een intensieve zoektocht naar een nieuwe hoofdsponsor in gang gezet. Er zijn, aldus voorzitter Bert Eissens, tal van lijntjes uitgezet. Echter, tot concrete gesprekken met een mogelijke opvolger van Abiant is het nog niet gekomen.
Niet alleen qua sponsoring is er onzekerheid, ook zit de club opgescheept met twee rechtszaken. Eentje die is aangespannen door oud-trainer Ronald Zoodsma, die 30.000 euro achterstallig salaris via de rechter opeist en ook is er een juridisch gevecht gaande met Erwin Rob, de voormalige technisch manager die zich enkele jaren geleden rammelend met een aanlokkelijk geldbuidel bij de toenmalige clubleiding meldde. Maar deze suikeroom is minder betrouwbaar gebleken dan gedacht en ook in deze zaak is de inzet zo'n slordige dertig mille.
Sportief gaat het daarentegen allemaal nog wel voor de wind. De ultieme wens van coach Arjan Taaij, in 2020 de voorronden van de Champions League overleven, kan nog altijd worden gerealiseerd. Voor de fel begeerde triple (Supercup, beker en titel) zitten de blauwwitten ook op koers, hoewel titelprolongatie nog een hele kluif gaat worden. Er is een onverwachte kaper op de kust verschenen, Sliedrecht Sport, tot voor kort alleen een hoogvlieger in het vrouwenvolleybal. De mannen uit 'baggercity' zijn nu ook in aantocht. Zaterdag komen ze naar het Alfa College. Als de meest serieuze uitdagers van Lycurgus. Een affiche die een lange rij voor de kassa van penningmeester Wim Wolfs zou moeten opleveren. Nou ja, bij Lycurgus kan men tegenwoordig ook online tickets reserveren.
Een tip van Sport in Stad: Komt voor deze clash eens allen tezamen, Groninger sportliefhebbers.