Lammert Huitema: een wonderkind op scheuvels
Beeld: ANP PHOTO 1994/Foto: Koen Suyk
Hij was al 32 toen ie voor de eerste maal z'n neus aan het venster drukte. De in Groningen geboren Lammert Huitema bemachtigde in 1993 het Nederlands kampioenschap marathonschaatsen op kunstijs. Het zou niet de laatste keer zijn dat de al jaren in Roden met zijn Margriet en kids woonachtige scheuvelloper op de hoogste trede van het ereschavot mocht plaatsnemen. Lammert gaf in 1994 en 1996 op kunstijs zijn niet kinderachtige concurrenten tijdens NK's op kunstijs andermaal het nakijken. En toen ie een gewenningsproces op natuurijs achter zich had gelaten, kraaide Lammert op de NK's in 1994 en 1997 weer victorie. Vijfvoudig Nederlands kampioen marathonschaatsen is ie dus.
Het ongekende succes leverde hem status op. Lammert is met afstand de beste Noordelijke lange afstandspecialist op de ovale en bevroren pistes. Naast z'n titels won ie in 1993 en 1996 ook het klassement van de prestigieuze KNSB-Cup en in totaal kon ie na 29 wedstrijden z'n armen jubelend in de lucht gooien. Wie zou denken dat Lammert door al die successen naast z'n schoenen zou gaan lopen, heeft het faliekant mis. Lammert was en is nog altijd gewoon Lammert, een echt mensenmens. Hij is in eerste instantie kort van stof, maar eenmaal op dreef is ie niet te houden.
Lammert is wis en waarachtig een wonderkind. Hij moest in 1977 als veelbelovende 16-jarige jongeling z'n nog onvolgroeide loopbaan als allroundschaatser stopzetten. Wegens een slepende knieblessure hadden medici het beoefenen van topsport voor Lammert 'dood' verklaard. De Hoge Heren hadden evenwel de vechtlust en mentale weerbaarheid van Lammert foutief ingeschat. De smaakmaker en inspiratie bron van talloze wilde feestjes na afloop van wedstrijden, nam zich na de onheilstijding voor om de boodschappers van het slechte nieuws een kunstje te flikken. Z'n missie slaagde wonderwel.
Capriolen uithalen op de racefiets mocht ie wel en Lammert was al snel een gewild coureur in criteria, wedstrijden over 80 kilometer rond kerk en kroeg. Hij won 30 races min of meer tussen neus en lippen door. De plaatselijke cafebazen voeren er wel bij. Overal waar Lammert aan de start verscheen was het na afloop feest. Als eerste hing ie bijvoorbeeld aan de lampenkap in het destijds in sportkringen vermaarde café van Piet en Griet in Roden. En ook in de kroegen van de kunstijsbanen was Lammert de animator van braspartijen. Altijd was zijn Margriet in de buurt om manlief vaak in het holst van de nacht per auto weer naar de echtelijke sponde in Roden te loodsen.
Z'n vriendjes in die onvergetelijke periode waren z'n provinciegenoten Anne Postmus, Lubbert van der Molen, Albert Bakker, Lex Cazemier, Bennie Kluiter en Jannes Kadijk. Zij allen behoorden tot een generatie, die z'n weerga niet kent en nooit of te nimmer overtroffen zal worden. Acht jaar nadat de medici hem feitelijk hadden afgeschreven om grootse sportieve daden te verrichten, bond Lammert als 24-jarige weer z'n schaatsen onder. Dat het geruime tijd geen gelopen koers was en de bloemen, beker en enveloppen met centjes voor een overwinning geruime tijd uitbleven was hem uiteraard een doorn in het oog.
De woorden 'het oog' zijn bewust gekozen. Lammert miste namelijk het licht in een oog. Het weerhield hem er niet van om van medio 1993 tot medio 1997 z'n topjaren te beleven met talloze titels en triomfen als gevolg. Aanvankelijk fel tegenstander van ellenlange wedstrijden op natuurijs en fel kritikaster van de op de markt gebrachte klapschaats, reeg ie de successen aaneen. Zo uit het niets besloot Lammert in 1997 zelfs deel te nemen aan de Tocht der Tochten. Op de Bonkevaart finishte hij op de verdienstelijke negentiende plaats.
En in 1995 had ie vriend en vijand al opgewonden door een Alternatieve Elfstedentocht over liefst 200 kilometer op de Oostenrijkse Weissensee te winnen. Ook de vermaarde klassieker Holland-Venetiëtocht mocht ie op z'n erelijst bijschrijven. Lammert viert nu z'n tienjarig jubileum als ploegleider van de Groningse marathonschaatsploegen Team Selecteq en Team Selecteq/Dito. Hij is nog altijd exact dezelfde mensenmens, geen spat verandert, straalt langs de baan nog altijd van oor tot oor, maar is na afloop van races enigszins rustiger. Aan de lampen hangen is er -voor zover bekend- niet meer bij ...