Krijgt Groningen (kleine) kopie van de Philips Arena in Atlanta?
De tekeningen liggen er al, de locatie is ook al bepaald en de wil om het plan te realiseren is inmiddels ook volop aanwezig bij de gremia die er toe doen. Ofwel, het ziet er naar uit dat sportminnend Groningen binnen afzienbare tijd haar zo fel begeerde, multifunctionele sportpaleis kan begroeten. Het moet een ook architectonisch pareltje worden, waarmee de metropool van het Noorden zich buitengewoon zal onderscheiden in de vaderlandse (zaal)sportwereld. Basketbal, volleybal, korfbal en ijshockey onder één dak.
Maar Groningen wil zich met het nieuwe sportpaleis ook internationaal op de kaart zetten. Daarom wordt er voor grote topevenementen een arena met een capaciteit van 10.000 toeschouwers gecreëerd. Hoewel het hele project nog met de grootst mogelijke geheimzinnigheid wordt omgeven, dient de Philips Arena in het Amerikaanse Atlanta, de thuishaven van de Hawks (basketbal) en de Trashers (ijshockey), als voorbeeld. Maar dan op kleinere schaal, eentje die bij een stad als Groningen past. In de Philips Arena zijn 18.000 plaatsen.
De beoogde plek waar gebouwd wordt, is op het complex van MartiniPlaza. Daar heeft de Borgmanhal, waarmee het allemaal begon in 1969, haar tijd gehad. De oorspronkelijke expositiehal, vernoemd naar de eerste directeur van de Martinihal (Henk Borgman) en waar in het begin ook wielerzesdaagses zijn gehouden, wordt ontmanteld omdat er amper nog tentoonstellingen worden gehouden. Vooralsnog is het de bedoeling dat het casco overeind blijft en er, net als in Atlanta, diagonaal een compleet nieuwe topsportarena wordt ingebouwd. Op die manier zijn er ook nog tal van andere bijpassende ruimtes te creëren, met name voor het publiek en sponsors.
Rond de speelvloer zullen ook permanente businessloges verrijzen, exclusieve ruimtes die een gezonde exploitatie mogelijk moeten maken. De nieuwe accommodatie moet zeven dagen per week aan sport gerelateerde economische bedrijvigheid teweegbrengen. Ook als er geen wedstrijden zijn, kan de sportliefhebber er terecht voor bijvoorbeeld het bezoeken van trainingen, tv kijken en of gewoon een babbeltje maken in het sportcafé.
Bijzonder zal ook zijn dat er een ijsvloer in komt, zodat ook GIJS er haar thuiswedstrijden kan spelen. Met de technieken van tegenwoordig is dat geen probleem meer, gelet op alle nieuwe vondsten op energiegebied. Met het in huis hebben van Energy Valley schort het evenmin aan de nodige kennis op dit gebied.
Het idee om de Borgmanhal om te turnen tot topsporthal komt van de van de nieuwe voorzitter van Donar, Jannes Stokroos. Hij was tot voor kort één van de voormannen van Energy Valley Topclub, het consortium van de Groningenr topsportclubs FC Groningen, Donar, Lycurgus, Nic. En recentelijk ook GIJS en GHHC Groningen. Inmiddels zit Stokroos geregeld om tafel met onder meer Groningens sportwethouder Paul de Rook, Martiniplaza-directeur Willem de Kok en vertegenwoordigers uit de bouw- en architectenwereld. De gesprekken hebben vooralsnog een oriënterend karakter, maar het ziet er naar uit dat nog dit jaar de plannen zullen worden geopenbaard.
Over een topsporthal in Groningen wordt al sinds 1965 (!!!) gesproken. In dat jaar werd Groningen gekroond tot Sportstad van het jaar. Behalve tot veel vreugde, leidde dat ook tot kritische noten. Nadat een trotse burgemeester Jan Tuin de trofee in ontvangst had genomen, schreef het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden in een commentaar dat de stad vooral niet op haar lauweren mocht rusten en serieus werk moest maken van een passende accommodatie voor de zaalsportclubs.
Die moesten zich behelpen in de Korenbeurs en de groenteveiling aan de Peizerweg. Basketbal en volleybal op versleten hout in de Korenbeurs, handbal – destijds een grotere sport in Groningen dan basketbal – op stoeptegels in de groenteveiling. Korfbal in de zaal was er nog niet, net als zaalvoetbal. Desondanks werd er topsport bedreven, met name door de volleyballers van Oranje Nassau en de handballers van Olympia en Vlugheid en Kracht. Op zaterdagse namiddagen stond en zat de Korenbeurs altijd stampvol als Oranje Nassau op het hoogste niveau (dat toen hoofdklasse heette) tegen de landelijke topclubs aantrad. Maar ook het handbal was in trek.
Dat leidde tot de bouw van de Evenementenhal, die in 1971 is gerealiseerd. Een naam die het multifunctionele karakter van het naast de Martinihal opgetrokken bouwwerk benadrukte. Donar kon dank zij de royale sponsoring van de multinational Nationale Nederlanden als kakelverse eredivisieclub direct de overstap maken, maar de andere clubs moesten vanwege de gepeperde huurprijs afhaken. Lycurgus heeft het nog even geprobeerd, maar gooide al snel de handdoek.
Het leidde uiteindelijk tot de totale ondergang van het handbal in Groningen, dat bleef hangen in de veiling waar het niet alleen aan sfeer ontbrak, maar ook aan fatsoenlijke publieksfaciliteiten.
Inmiddels floreert de zaalsport in Groningen als nooit tevoren. Geen stad in Nederland waar zoveel volk op basketbal en volleybal afkomt als in de metropool van het Noorden. Ook ijshockey is hier een trekker van formaat, zelfs nu GIJS een bescheiden rol speelt op het hoogste niveau. Een verhuizing naar een nieuw topsportpaleis vormt in deze tijd technisch geen enkele belemmering meer en bovendien wordt de invulling van Kardinge, nu de afschrijving van dit complex over enkele jaren een feit is, herzien.
Gelet op de geschiedenis en vooral de beleving van de zaalsport in Groningen, zou een gezamenlijk onderkomen met landelijke uitstraling geen overbodige luxe zijn. Het zou bovendien een beloning zijn voor clubs als Donar, Lycurgus en GIJS, die een flinke bijdrage leveren aan de passieve sportrecreatie in de stad. Ze kunnen in het nieuwe sportpaleis hun begrotingen structureel opkrikken, zodat ze internationaal uit kunnen groeien tot een sportief visitekaartje van Stad en Ommeland.