Krijger Mollema kan nu echt gaan oogsten

Door: Theo Sikkema


Beeld (c): Trek-Segafredo

Bauke Mollema wordt in koersen zelden bij de topfavorieten gerekend. Dat is gek. Mollema staat er bijna altijd en wordt alleen maar beter. De Groninger sluit het wielerjaar 2019 nota bene als beste Nederlander af op de wereldranglijst. Positie elf is zijn hoogste notering ooit en dat past precies bij zijn prestaties. Zijn twaalfde jaar als beroepsrenner is tot nu toe zijn beste geweest. Het echte oogsten lijkt begonnen.

Dat Mollema op zaterdag 12 oktober de Ronde van Lombardije won was ontroerend mooi. Thuis op de bank kon ik opwellende tranen van vreugde en blijdschap niet onderdrukken. Eindelijk was het zover. Het jonkje oet Zuudhörn won een wielermonument. Iets waar hij nog niet eens van kon dromen toen hij vijftien jaar geleden zijn dagelijkse ritjes langs de Friese Straatweg van huis in Zuidhorn naar het Kamerling Onnes College in Groningen aflegde. Het maakt het verhaal rondom de beste Groninger wielrenner ooit, kunnen we inmiddels wel zeggen, mooier en mooier. Het is er eentje met een romantische afdronk waarvan de smaak steeds beter wordt.


Onderschatting kan niet
En zo’n grote overwinning komt niet uit de lucht vallen. De Ronde van Lombarije is met zo’n 4000 hoogtemeters één van de zwaarste eendagswedstrijden, Luik-Bastenaken-Luik heeft nog net iets meer. Om op een dergelijk loodzwaar parcours vooraan te zitten moeten de benen in orde zijn. De kans dat een koekenbakker als eerste de Via San Bernardino in Como opdraait is nihil. Dat de favorieten Mollema op 18 kilometer lieten begaan kan toch onmogelijk aan onderschatting toegeschreven worden. In de finale van de Classica San Sebastian in 2016 en bij zijn gewonnen Touretappe in 2017 ging Mollema op identieke wijze aan de haal. Zijn atypische stijl kun je wat van zeggen, maar niet dat het niet hard gaat. Op het bochtige parcours in de finale was je als vluchter snel uit beeld en de rest is geschiedenis. Als Alejandro Valverde en Egan Bernal je flankeren op het podium dan weet je dat er een topprestatie geleverd is. Dat Mollema na de finish geëmotioneerd was en de tranen voelde komen geeft aan dat hij zijn grootste prestatie tot nu toe geleverd had. Het voelde als de kroon op het werk, ondanks dat zijn loopbaan nog lang niet voorbij is.

Er altijd staan
Om het in zakelijke termen te zeggen; Mollema levert altijd. Hij verzaakt nooit en gooit iedere vezel in zijn lijf in de strijd om iedere keer als een echte krijger voor de ultieme klassering te gaan. Er wordt wel eens gezegd dat de renner van Trek Segafredo te weinig wedstrijden rijdt. Een discussie die je kunt voeren, maar het klopt feitelijk niet. De meeste profs zaten in 2019 tussen de 70 en 80 koersdagen op de fiets. Mollema kwam 74 keer in actie. Hij staat er wel altijd. Op 31 januari derde op Mallorca in de Trofeo Ses Salines, Campos, Porreres, Felanitx op koersdag één en bijna negen maanden later de Japan Cup winnen tijdens koersdag 74. Er zijn niet zo heel veel renners die een dergelijk lang seizoen hebben en bijna voortdurend competitief zijn.

Optimale toewijding
Een voordeel is mogelijk dat Mollema op latere leeftijd begonnen is met fietsen. Als nieuweling en junior is hem het vel niet over de oren getrokken en hij is zuinig op zijn lichaam. Mollema is een kei in zichzelf begrenzen en hij weet heel goed wat hij wil en vooral ook wat niet. Daardoor geeft de import Monegask zijn energie niet aan zaken die niet functioneel zijn in het kader van zijn vak. Hetgeen voor rust zorgt en optimale toewijding voor het vak ten goede komt. Ik interviewde Mollema dit jaar in het kader van een voorbeschouwing op de Profronde van Surhuisterveen. In dat gesprek liet hij optekenen dat de toenmalig renner bij Rabobank in het begin van zijn loopbaan eigenlijk maar wat deed en nog niet echt als een prof leefde. Iets wat met de jaren gekomen is.

Mont Agel als achtertuin
Het beste besluit is waarschijnlijk geweest om domicilie te kiezen in Monaco. Daar kan de ranke klimmer onder ideale omstandigheden trainen. Het weer is er meestal goed en de Franse cols liggen aan zijn voeten. Dagelijks je belangrijkste kwaliteit als wielrenner kunnen trainen is perfect. Met alle respect voor een winderig rondje Lauwersmeer, maar zomaar de Mont Agel even op kunnen fietsen heeft dan meer charme. Trainingen die Mollema gebruikt om zijn inhoud verder te vergroten en hem mogelijk meer en meer in de richting van eendaagse wedstrijden te brengen. Hij heeft de kwaliteiten ervoor. Taaiheid en niet breken zit ingebakken in zijn DNA. Dat komt optimaal tot uiting in koersen van zes uur en meer. Als het boven de 240 kilometer gaat en het de kunst is om dan nog de energie te hebben van de eerste koersuren. Als Mollema dat handelsmerk verder kan uitbouwen zal het niet bij deze ene ‘Il Lombardia’ blijven. Op explosiviteit legt Mollema het inderdaad tegen de meeste toppers af, maar er zullen weinig zijn die het langer vol kunnen houden als het er echt op aan komt. Tenzij het extreem weer is zoals tijdens het WK in Engeland. Daar maakte de kou en regen iedereen kapot. Het is geen schande dat de man die een voorkeur heeft voor heet weer daar zijn enige ‘DNF (did not finish red.) ’ van het seizoen noteerde.

Als een kind zo blij
De nuchtere Groninger is bovenal vooral liefhebber. Toen duidelijk werd dat dit jaar zowel tijdens de Europese als Wereldkampioenschappen wielrennen de Mixed Relay op het programma stond meldde hij zich spontaan aan bij bondscoach Koos Moerenhout. Het leek Mollema wel wat om mee te doen. Hij houdt van ploegentijdritten. Afzien tot de honderdste macht. Het enthousiasme werd beloond. Zowel in Alkmaar als in Yorkshire klonk het Wilhelmus. In zijn reactie na afloop oogde hij als een kind zo blij. Niets is zo mooi als pure blijdschap. Ook de vreugde delen met ploeggenoten was mooi om te zien. Zeker, omdat Mollema te boek staat als een einzelgänger.  

Te weinig aandacht
Twee piekmomenten konden succesvol afgevinkt worden. Een ander piekmoment was de Ronde van Italië in mei. Mollema’s vijftiende Grand Tour. En het zal u niet verbazen. Hij leverde voor zijn ploeg en voor zichzelf. Een vijfde plek in het algemeen klassement met opvallend goede tijdritten. Vooral die op 19 mei in San Marino zal de boeken ingaan als zijn beste tijdrit ooit. Plek drie achter erkende tijdrijders Primoz Roglic en Victor Campenaerts. Wat jammer was dat de Nederlandse media daar weinig aandacht aan bestede. Tom Dumoulin viel in het begin letterlijk uit de Giro en de NOS pakte de spullen in om snel naar Hilversum te gaan. Ondertussen streed Mollema lange tijd voor zijn eerste podiumplek in het eindklassement van een grote ronde. Dat dit uiteindelijk net niet lukte doet niets af aan het feit dat Mollema in de landelijke media nog niet altijd de plek krijgt die hij verdiend. Al werd door de landelijke dagbladen wel groot uitgepakt na de winst in Lombardije. Daar konden ze ook niet omheen gezien het feit dat voor het eerst sinds 1981, Hennie Kuiper, weer een Nederlander de koers van de vallende bladeren op zijn naam wist te schrijven.

Niet als knecht
De Tour de France was een verhaal op zich. Rijden voor een kopman, waar je amper samen mee gekoerst hebt. Dat klinkt merkwaardig. Het bleek geen sterke combinatie. Richie Porte was de uit te spelen kopman voor Trek Segafredo. De Australiër overtuigde geen moment. Porte noteerde uiteindelijk een elfde plek bij het eindverdict op de Champs-Élysées in Parijs. Mollema leek op twee gedachten te moeten hinken in zijn zestiende grote ronde. Na een zware Giro toch proberen in het klassement iets te bewerkstelligen en mocht dat niet lukken dan voor dagsucces gaan. Beide opties kwamen onvoldoende uit de verf. De focus leek wat te ontbreken. In de zeventiende etappe naar Gap waren de kansen het grootst, maar meer dan een vierde plek zat er niet in. De brommer van Matteo Trentin ging daar voor iedereen te hard. Van Porte werd in het vervolg van het seizoen overigens niks meer vernomen behoudens een zestigste plaats in het klassement van de Deutschland Tour en plek 84 in de Grand Prix van Quebec, terwijl zijn ploeggenoot toptiennoteringen bij de vleet noteerde. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat je Mollema niet als knecht in moet zetten, maar altijd vanuit een beschermde rol moet laten acteren. Hij is domweg te goed als helper. De Ronde van Spanje vorig jaar liet zien dat de aanvalslust bijna onuitputtelijk is mits Mollema daar vol voor kan gaan.

Nog een stapje?
Terug naar de wereldranglijst. Primoz Roglic staat een lichtjaar voor de rest en is onaantastbaar gebleken. In de top tien staan drie sprinters. Pascal Ackermann, Alexander Kristoff en Elia Viviani. Als we die even buiten beschouwing laten dan mag Mollema zich op basis van de cijfers tot de beste zeven wielrenners van 2019 rekenen in het klassieke en klassementswerk. Een geweldige prestatie en een beloning voor het volgen van zijn eigen koers qua ontwikkeling en de manier waarop Mollema zijn sport beleeft. Het zou mooi zijn als het jeugd specifiek in Groningen inspireert. Normaal gesproken zien we het mollemalen nog wel een jaar of vijf door het beeld schuiven. Dat is maar goed ook, want van talentvolle opvolgers in de provincie Groningen is helaas geen sprake. Het is armoede troef. Dat is Mollema uiteraard niet aan te rekenen. Het seizoen is voorbij, maar mijn nieuwsgierigheid naar het volgend jaar is alweer royaal aanwezig. Kan de inmiddels gepokt en gemazelde Mollema nog een stapje hoger acteren dan afgelopen seizoen? Wie weet. Er liggen nog genoeg wielermonumenten te rapen om op het palmares bij te schrijven. Vai Bauke, vai!


Theo Sikkema

Over Theo Sikkema

Theo Sikkema (1969) is sportliefhebber in hart en nieren. Woont in de stad Groningen en heeft zijn roots in het Ommeland. Hij volgt de Groninger sport op de voet en is sinds 2002 actief in de sportjournalistiek. Allereerst bij OOG-radio sport en sinds medio 2006 bij RTV Noord als freelancer. Theo is allround, maar heeft een voorliefde voor wielrennen. Hij trapt zelf jaarlijks een slordige 5.000 kilometer weg op de racefiets en heeft af en toe een opvatting over iets wat hij heeft meegemaakt of gezien.