Klaas Nuninga voor 250.000 gulden van GVAV naar Ajax
Trouw bezoekt Klaas Nuninga elke thuiswedstrijd van Ajax. Vrijwel altijd in het bijzijn van familie koestert hij de binding met de club, waar hij ooit als speler excelleerde en later als bestuurder en commissaris meeregeerde. ‘We zullen dit niveau van Ajax moeten accepteren. Door de financiële verschillen met de landen rondom ons is het bijna niet meer mogelijk de finale van de Champions League te halen’, constateert hij, even nuchter als realistisch. ‘Het is tegenwoordig al bijzonder als een club overwintert.’
Zomer 1964 plukte Ajax, voor 250.000 gulden, Klaas Nuninga weg uit Groningen. Een record voor die tijd en een vette winst van 190.000 gulden voor GVAV, dat de linksbenige aanvaller drie jaar eerder voor 60.000 gulden aftroggelde van Be Quick. Dat het talent op zijn beurt voor 3.000 gulden had gescout bij WVV in Winschoten.
‘Ik zat bij Jaap van Praag in de winkel, aan ‘t Spui. Hij belde met Hekman, de voorzitter van GVAV. Wat moet hij kosten?, vroeg hij; 250.000 gulden. Verkocht, antwoordde Van Praag. Dat was heel veel geld in die tijd.’
Onder Rinus Michels brak in dat decennium voor Ajax een ongekende bloeiperiode aan. Drie keer landskampioen, de beker, 122 goals in één seizoen dankzij een droomvoorhoede met Sjaak Swart, Johan Cruijff en Piet Keizer. Zelf scoorde Klaas Nuninga, linksbinnen alias aanvallende middenvelder, nog 23 keer.
‘Ik stond als middenvelder altijd open, zoals dat heet. Ik was zowel linksbenig als rechtsbenig. Als ik de bal kreeg, probeerde ik steevast Cruijff of Keizer direct aan te spelen. Het was een heerlijke tijd.’ Bij Ajax verdiende Klaas Nuninga nog eens de waardering van veertien interlands, na de vijf bij GVAV.
Op 28 mei 1969 debuteerde Ajax als Nederlandse club in de vroegere Europa Cup-finale, in Madrid tegen AC Milan. In de rust mocht Klaas Nuninga invallen voor Henk Groot. De Italianen sloopten de tegenstander uit de polder: 4-1 met drie treffers van Pierino Prati. ‘Ik had toen de pech dat Michels vasthield aan het systeem met een vier mans’ voorhoede. Naast Cruijff ook nog eens Inge Danielsson in de spits. Dat was goed bevallen tegen Benfica, die we in de beslissingswedstrijd in Parijs uitschakelden’.
‘Maar we hadden altijd 4-3-3 gespeeld. Voor de finale tegen Milan hebben we een uur gediscussieerd met Michels. We wilden terug naar drie man op het middenveld. Dus ook weer met mij. Maar Michels weigerde en dreef zijn zin door. We werden in de eerste helft op het middenveld overlopen. Weggespeeld door een fantastische Gianni Rivera.’ Rinus Michels vatte de afgang op als het signaal om de ploeg verder te verjongen en dankte zodoende onder meer de stilist uit Winschoten af.
‘Aan het plan van Johan Cruijff zit niets verkeerds. Zijn manier van denken strookt met de mijne. En bijvoorbeeld ook met die van Swart. Wij willen gewoon vooruit voetballen. Eerst de diepte zoeken, niet dat breedte-voetballen. Dat zie je bijna niet meer. Balbezit is doel geworden in plaats van middel.’
Na Ajax diende Klaas Nuninga nog drie jaar DWS, waarna hij uitvloog naar Frankrijk. Als speler-trainer bij AS Montferrandais uit Clermont-Ferrand. Onderdeel van de omni-sportclub verbonden aan Michelin, dat zijn hoofdkwartier heeft gevestigd in deze stad in de regio Auvergne. Uitkomend in de derde divisie van Frankrijk, te vergelijken met de hoofdklasse in Nederland. ‘Ik was net benoemd tot hoofd sportzaken van de gemeente Amsterdam toen ik dit aanbod kreeg. Ik was 32 jaar en wilde dit avontuur niet laten lopen.’ Hij bleef er 3,5 jaar hangen en verenigde het aangename van het zoete leven met het nuttige van drie studies in het Frans voor even zovele trainersdiploma’s. De eerste al na zes maanden, de laatste in Parijs. Telkenmale bij de besten geslaagd.
‘Nee, ik heb daarna niets meer met deze diploma’s gedaan. Ik wilde niet afhankelijk zijn van bestuursleden. Hoewel het overdragen van mijn kennis juist mijn grootste kracht is. Ik heb altijd goede banen gehad en had mede daardoor niet de behoefte om als trainer aan de slag te gaan.’
Klaas Nuninga had zijn woning in Baarn, waar hij in 1967 neerstreek, steeds aangehouden. Terug in Nederland fungeerde hij een paar jaar als Hoofd Opleidingscentrum van Michelin in Amsterdam. Vervolgens Euro-Sportring in Baarn, bekend van talrijke uitwisselingen in de sport. Onderwijl nam hij zitting in het sectiebestuur van de KNVB en juichte in 1988 mee met de Europese titel in Duitsland. Ook Ajax vroeg hem, na de beursgang, voor het bestuur en later voor de raad van commissarissen. Beide functies bekleedde hij vijf jaar.
‘In Nederland is de eredivisie eigenlijk een jongens’ competitie. Een veredelde A-jeugd competitie. Het is allemaal te jong. Daarbij gaan ze ook nog eens te vroeg naar het buitenland. In het verleden konden Michels en Van Gaal vijf jaar bouwen aan een ploeg. Dat leverde succes op. Maar dat gebeurt niet meer. Het is een illusie om te denken dat we het niveau van vroeger nog kunnen halen. Doordringen tot de Europese top kan niet meer. Misschien een keertje als hoge uitzondering, maar structureel niet meer.’
Klaas Nuninga stopte zijn maatschappelijke carrière uiteindelijk als directeur van Euro 2000 in Amsterdam. Als freelancer ondersteunde hij nog acht jaar de veelomvattende activiteiten van Euro-Sportring. Op 68-jarige leeftijd, in 2008, beëindigde hij ook die samenwerking en wijdde zich nog uitsluitend aan zijn pensioen en vrijblijvend sporten als tennis en golf. Gecombineerd met zijn liefde voor Ajax, waarvan hij zich al meer dan 25 jaar lid mag noemen. Naast het lidmaatschap van Lucky Ajax en de bordjesclub.
‘Sport zit nu eenmaal in mijn genen. Of het nou voetbal is; als het maar met een bal wordt beoefend. Ik heb altijd een hart voor sport gehad. Ik ben een jongen die sport steeds heel belangrijk heeft gevonden. Ik heb jaren aan zaalvoetbal gedaan en aan tennis. Telkens in competitieverband. En sinds mijn 55ste jaar golf ik. Nooit les gehad, wel handicap vijf gehaald.’
Inmiddels 75 jaar (van 7-11-1940) beperkt Klaas Nuninga de actieve sport tot golf. Drie keer in de week loopt hij de achttien holes af op het terrein van Almere Hout. Zo blijft hij fit en conserveert hij zijn handicap van nu zeven. ‘Ajax zou eigenlijk een drietal ervaren spelers moeten aantrekken, ter versterking van het jonge team. Maar dat kost veel geld. En een goede spits kiest niet meer voor Nederland’, onderkent hij berustend de ware handicap van de huidige eredivisie.