KCG (2008)
Geen club in Groningen die op zoveel landstitels kan bogen als de Kunstrij Club Groningen, kortweg KCG genoemd. Op de palmares van deze nog betrekkelijk jonge vereniging, die in 1970 werd opgericht, staan liefst 24 kampioenschappen bij de senioren. En dat in slechts een relatief kort bestaan, nog geen halve eeuw. Een jaarmoyenne van 0.4. Dat is zelfs in nationaal opzicht niet veel clubs gegeven.
Natuurlijk, enige relativering van deze prestaties is op zijn plaats. Want ja, de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het recente kunstschaatsen in Nederland a) niet op een bijster hoog peil staat en b) de concurrentie voor al die gelauwerde KCG'ers ook nooit echt groot was.
Desondanks staat deze erelijst puur statistisch gezien als een huis en geeft aan dat deze, althans in Nederland, weggezakte sport in de stad Groningen nog wél volop leeft. KCG doet er in elk geval alles aan om de Gouden tijden van Sjoukje en Joan nog eens te laten herleven.
Sjoukje en Joan waren medio de vorige eeuw de 'sportknuffels' van Nederland. Hun achternamen, respectievelijk Dijkstra en Haanappel, hoefden destijds niet te worden genoemd. Met vele miljoenen landgenoten voor de tv stalen zij de show in grote internationale toernooien. Met Sjoukje als meest succesvolle Oranje-uithangbord. Ze werd niet alleen Olympisch kampioen – in 1964 – ook staan er vijf Europese en drie wereldtitels op haar naam. Joan, die in de wedstrijden altijd genoegen moest nemen met een schaduwrol bij Sjoukje, schitterde met haar charme vooral in de professionele shows van de Wiener Eisrevue en Holiday on Ice.
Sjouke en Joan waren ook de inspiratiebronnen voor de oprichting van de Kunstrij Club Groningen, toen in 1970 het ijsstadion Stadspark was verrezen. Ruim tien jaar later, in 1981, begroette de club haar eerste kampioene van Nederland, Rudina Pasveer. Zij zette de toon voor de KCG als dé kunstrijclub van Nederland.
Maar primus inter pares bij KCG was toch wel - met afstand - Karen Venhuizen. Zij regeerde in het eerste decennium van de 21ste eeuw het vaderlandse kunstrijden. Liefst negen kampioenschappen in successie, van 2000 tot en met 2008, staan er op haar naam en dus ook op die van de KCG. Een tot op de dag van vandaag nog nooit vertoonde reeks. De titel die zij in 2006 op naar naam schreef, haar zevende, werd omgeven met de meeste publiciteit. Die had historische waarde. Want ze loste dat jaar de beste Nederlandse kunstrijdster aller tijden, de legendarische Sjoukje Dijkstra, af als recordtitelhouder. Karen kreeg haar zevende titelstreepje achter haar naam, waar Sjoukje op zes is blijven steken.
Karen Venhuizen zou wellicht de kaap van tien titels zijn gepasseerd ware het niet dat zij in haar negende kampioensjaar werd overvallen door fysiek malheur. Ze werd in 2009 getroffen door het Syndroom van Guillain-Barré, een ziekte die gepaard gaat met verlammingsverschijnselen. Met alle macht probeerde ze deze tegenslag te overwinnen, echter het bleek vechten tegen de bierkaai. Maar in de recordboeken van het Nederlandse kunstrijden zal haar naam nog wel een tijdje rondzingen als beste grossier in landskampioenschappen. Een unieke reeks van 2000 tot met 2008, zonder ook maar enige onderbreking.
Internationaal bleef Venhuizen evenwel steken in de middelmaat. Ook Olympische Spelen waren haar niet gegund. Wel door het IOC, maar omdat het NOC*NSF de selectielat hoger legde, bleven Olympische tickets voor de Zuidlarense buiten bereik.
Dat was eveneens het geval met haar clubgenoten Li Scha Wang en Marion Krijgsman, die eveneens veelvuldig het nationaal hoogste schavot betraden. LI Scha Wang regeerde van 1983 tot l987. Zij het met onderbreking van een jaar, toen haar zus Tjin Li het goud opeiste. Krijgsman domineerde in het laatste decennium voor de eeuwwisseling.
Het KCG-tijdperk werd afgesloten door een kunstschaatser van mannelijke kunne, Boyito Mulder genaamd. Hij kwam, van 2009 tot en met 2012, ook tot een kwartet landstitels. Ook deze prestatie moet wel in het perspectief van de huidige vaderlandse kunstrijdarmoede worden geplaatst. Want Mulder had nog minder tegenstand dan voornoemde meiden.